Categorie archieven: liefde

zelf doen (2): dating

Het solobestaan heeft vele pluspunten. Vooral het alleen wonen bevalt me uitstekend. Dat wil echter niet zeggen dat ik geen behoefte heb aan een leuke man aan m’n zij. Maar ja, hoe vind je hem, die leuke man? Ik benijd de mensen die koeltjes zeggen ‘Een spontane ontmoeting, of anders niet’. Ik vraag me zelfs af of het geen grootspraak is: ze zijn vást stiekem aan het Tinderen. En wat is er mis mee om het lot enigszins te sturen? Als je de veertig gepasseerd bent is het niet vanzelfsprekend dat die leuke meneer of mevrouw met wie je aan de praat raakt, óók op zoek is naar een liefje. Sterker nog, ik ontmoet regelmatig mannen die in de eerste vijf minuten van een gesprek dreigend de woorden ‘mijn vrouw’ laten vallen. Met andere woorden: ‘kom niet te dichtbij.’ Kroeg of dansvloer zijn zeker goede visvijvers. Een prima plan om de smachtende medemens daar een handje te helpen. Zo zag ik in café Kalff dit mooie bierviltje dat je heimelijk in iemands tas of jaszak kunt laten glijden.

Een jaar geleden riep ik nog stoer ‘dating is niet aan mij besteed’. Maar stiekem keek ik wel eens in de krant. Want heus, contactadvertenties bestaan nog. De keus is bedroevend; wekelijks melden zich hooguit twee 75-plussers onder de rubriek ‘man zoekt vrouw’. Op dezelfde pagina adverteren de relatiebemiddelingsbureaus. Als ik kies voor hun diensten komt er een dame bij me thuis die ‘op discrete wijze mijn wensen in kaart brengt’ en dan persoonlijk voor me op zoek gaat ‘naar een geschikte levenspartner’. Wat een service! Maar zou er nog een markt zijn voor dit soort bureaus? Zoeken solo’s niet liever zélf? Ik denk het wel. De datingapp is hot.
Maar welke app kies je dan? Ik heb er drie getest (zuiver uit journalistieke belangstelling, zoals jullie zullen begrijpen). Allereerst Tinder, de bekendste en meest gebruikte. De app wordt wel geringschattend een ‘vleeskeuring’ genoemd. En eigenlijk is het dat ook. Uiteráárd kijk je eerst naar de foto’s. Is de man niet aantrekkelijk, is de foto onscherp? Of staat hij patserig naast zijn veel te dure auto of met een enorme karper in zijn armen te poseren? Dan swipe je zo’n man opzij en zie je hem nooit meer terug. Iemands uiterlijk geeft direct een indruk. Je kunt het een vleeskeuring noemen. Maar laten we eerlijk zijn – ook op het terras of in de kroeg kijk je naar iemands gezicht, uitstraling en lichaam. Op Pepper idem dito: je kijkt eerst of je iemand er leuk uit vindt zien. Voordeel van Pepper is het ‘moodboard’ dat je maakt, een collage van foto’s uit je leven. Zo scan je snel iemands hobby’s en voorkeuren. Ook hier natuurlijk vele opschepperige plaatjes. Maar als je  er doorheen kunt prikken, leidt dat tot leuke gesprekken. Want zowel bij Tinder als bij Pepper is dat stap 2: is er een ‘match’, dan opent zich het chatvenster en kun je met elkaar in gesprek. Zo heb je al gauw in de gaten of iemand humor heeft, origineel uit de hoek kan komen en niet onmiddellijk over seks begint. En, heel belangrijk, geen tientallen stijl- en spellingfouten maakt. Een behoorlijke afknapper. Ook Happn heb ik geprobeerd. Nog meer dan Tinder is dit een locatiegebaseerde app: je ziet welke mannen op welk moment van de dag jouw pad hebben gekruist. Dankzij Happn weet ik precies welke single buschauffeurs door mijn wijk rijden. Happn staat garant voor snelle actie – liep iemand vijf minuten geleden langs jouw terras, dan kun je hem mákkelijk nog even op de schouder tikken.

Natuurlijk zijn al die apps bedoeld als opstapje naar Echt Contact. Ook over dat proces kan ik een aardig blogje schrijven. Wat is de beste kroeg voor een date, waar praat je over tijdens dat eerste afspraakje (en vooral: waar heb je het NIET over – een man die tijdens date 1 over zijn exen en de hoogte van de alimentatie begint, prijst zichzelf direct uit de markt), ga je wel of niet met hem mee naar huis? Misschien komen die verhalen ooit nog eens. Maar nu even niet. De datingapps staan op non-actief.

 

Over online dating maakte vpro’s tegenlicht de interessante documentaire Tinder Love.

een ode aan mijn ex

Wat een prachtige Ode aan de ex schreef David van Reybrouck in De Correspondent. Samen met zijn voormalige vriendin sprak Van Reybrouck ‘na drie maanden stilte’ af in een Brussels café. Hij kijkt naar haar als ze een drankje gaat bestellen aan de bar: ‘Ik moet mijn best doen om haar schoonheid niet te zien. Het lukt me niet. Dan maar kwelling.’ Het ontroert me hoe liefdevol hij schrijft over zijn ex. Na drie maanden!

‘Misschien zijn oud-geliefden wel de meeste duurzame relaties in een mensenleven,’ schrijft Van Reybrouck. ‘Maar waarom moet dat zo vaak ondraaglijk zijn? Zo verbitterd blijven? Verdriet dat zich vermomt als hardheid. Verlies dat zich uitdrukt in nijd. Doodzonde.’ O, wat ben ik het met Reybrouck eens. Wat zou het mooi zijn als je na het verbreken van je relatie in alle redelijkheid naar elkaar kon kijken. Als het lukte om de terugblik op de mooie momenten te laten prevaleren boven de pijnlijke herinneringen aan de ruzies en de breuk. Wat zou je bewonderd worden door vrienden en familie. Wat zou je trots zijn op jezelf. Redelijk en mild zijn: dat moet toch kunnen?

Zeker, het kan. In 2013 werden ex 1 en ik geïnterviewd voor de serie Exgenoten van NRC Lux. Het werd een mooi artikel waarin onze beide verhalen over de scheiding en onze huidige vriendschap staan opgetekend. ‘Fijn dat jullie willen meewerken. Het is niet makkelijk om interviewkandidaten te vinden,’ zei journaliste Brigit Kooijman me voorafgaand aan ons gesprek. En dat kan ik me zó goed voorstellen. Want eigenlijk is het een wonder als je in staat bent om zo liefdevol over elkaar te spreken na een relatiebreuk. Dat kan bepaald niet altijd. Althans, niet meteen (het interview voor NRC vond plaats elf jaar na het verbreken van mijn huwelijk). In de begintijd staan pijn en verdriet de mildheid nog akelig in de weg. Als je op dat moment de pen pakt voor een lofzang, wordt het enkel een opsomming van bitterheden.

Ga ik het doen? Ik sluit niets uit. Het lijkt me wel mooi zelfs, zo’n Nahuwelijk-achtig verhaal. Louterend. Een soort bloemlezing. Misschien schrijf ik ‘m op een dag, mijn Ode aan de ex. Maar misschien lukt het nooit. En dat is helemaal niet erg.

cursus alleen zijn

Alleen wonen – hoe weet je of je het kunt? In de maanden voorafgaand aan mijn verhuizing deed ik regelmatig research bij mijn single vrienden. Ruimhartig zetten ze tijdens vele terrasbezoeken de voor- en nadelen voor me op een rij (dát leerde ik meteen al: singles nemen de tijd voor je. En ze hoeven niet drie weken van tevoren hun agenda te trekken, maar springen na één appje op de fiets om met je af te spreken). Ik wist in theorie wat ik verwachten kon. Maar pas toen ik op eigen benen stond, wist ik hoe het werkelijk was. Een workshop ‘hoe red ik mezelf in mijn eentje’ was in die dagen meer dan welkom geweest.

Vorige week ontdekte ik dat er zo’n cursus bestaat. Maartje Duin maakte de vierdelige radioserie Een cursus alleen zijn. Een aanrader voor elke single! ‘Ik bepaal zelf wanneer ik iets afspreek en met wie,’ zegt een man in het deel over vrijetijdsbesteding. ‘Ik leef van uur tot uur.’ Een vrouw vertelt hoe heerlijk het is om alleen naar het theater te gaan. En, zegt ze: ‘Als je in je eentje gaat, is de kans op een kaartje ook groter.’ Wel constateert ze dat mensen die alleen leven, veel meer moeite moeten doen om te ontspannen. Omdat je alles zelf moet doen, gun je jezelf nooit eens rust.

Herkenbaar vond ik het deel over moeilijke momenten. De momenten dat je in je eentje thuiskomt bijvoorbeeld, en met niemand je verhaal kunt delen. Dat er geen partner is die kritisch meedenkt of vanzelfsprekend met je meegaat naar een feest. Of die de simpele ditjes en datjes met je bespreekt. Een vrouw vertelt dat ze eens meereed met een bevriend stel. Ze zat achterin de auto en hoorde het setje praten. ‘Ze overlegden met elkaar over het eten en besloten dat ze spruitjes zouden koken. Daarna hadden ze het over een tv-programma dat ze gingen kijken. Ik voelde me zó alleen. De tranen liepen over m’n wangen.’ ‘Ik zou zomaar dood kunnen gaan en dan zou  ik hier maar liggen in dat ongeordende huis. Het zou dagen duren voordat iemand me zou missen,’ vertelt een man.

Het laatste deel gaat over daten en de liefde. ‘Als je een hele tijd alleen bent, sta je op de seksuele spaarstand,’ vertelt een vrouw. Of juist niet: dan heb je een lijstje bedpartners die op afroep beschikbaar zijn. ‘Een soort wederzijdse prostitutie eigenlijk, waar geen geld aan te pas komt.’ Het voorbereiden op een date is vaak al leuk genoeg, hoor ik: ‘Ik lak mijn nagels, ga in bad, smeer me in met bodylotion. Ik sta uren voor de spiegel, doe lekker een muziekje aan. Het maakt dat ik me prettig en gelukkig voel. Soms zeg ik die date vervolgens gewoon af.’

De interviews in de cursus werken louterend: in een wereld vol met stelletjes is het fijn om verhalen van andere singles te horen. Daarnaast zijn er de tips. Veelal voor de hand liggend, maar er zit zeker een opstekertje tussen zo nu en dan. Bijvoorbeeld: ‘Als je je ellendig voelt, pak dan de telefoon en bel een vriendin. Zeg haar dat je verdrietig bent en dat je bij haar spruitjes wilt komen eten.’ En ook dit advies is te mooi om jullie te onthouden: ‘Ben je down, pak dan een documentairebox van de Beatles. Ga zéker geen films over de liefde kijken.’

Beluister hier de cursus alleen zijn