Categorie archieven: gezondheid

2021: dit kan nog wél

2020 was een jaar van omdenken. Door de coronamaatregelen vielen uitjes buiten de deur en spontane ontmoetingen weg. En de komende maanden zal dat ongetwijfeld zo blijven. Wat kan nog wél? 

  • Wandelen! Ik heb nog nooit zoveel stappen gezet als tijdens de afgelopen maanden. Gewoon in mijn eigen wijk. Langs de Utrechtse singel. Of in Amelisweerd. En elke keer zie ik weer nieuwe dingen. Muurschilderingen en muurgedichten. Videokunst. Eeuwenoude bomen. Het bankje waar dichter Leo Vroman voor het eerst zijn latere vrouw kuste. Onderweg nemen mijn wandelmaatje en ik een koffie to go erbij. Bijvoorbeeld van Koffie Leute, dat speciaal voor deze meeneem-pleur de munteenheid Pleuro bedacht.  
  • Lezen! Ik ben, tussen twee lockdowns door, weer lid geworden van de bibliotheek. De nieuwe natuurlijk, op de Neude. Een paradijs. Voorheen maakte ik alleen in de vakanties tijd voor een boek. Nu verslind ik romans, ’s avonds op de bank.
  • Luisteren! Ik heb op Blendle mijn favoriete mix gemaakt van bladen en onderwerpen. Iedere ochtend en avond stelt Blende op basis hiervan een luisterprogramma voor me samen (heel slim gedaan: de voorleesronde begint altijd met het persoonlijke: ‘Hé Olga! Goeiemorgen / middag /avond’). En ik luister naar podcasts via Soundcloud, NPO of De Correspondent. Lekker, om voor je uit te staren en te worden voorgelezen. 
  • Kijken! Iedereen om me heen keek al jaren Netflix-series. In november 2020 schakelde ik ook maar eens in. Tv-kijken vind ik meestal saai, programma’s als Heel Holland Bakt, Boer Zoekt Vrouw enzovoort zijn absoluut niet aan mij besteed. Hooguit kijk ik eens een documentaire. Maar dat een serie kijken zo ontspannend kon zijn wist ik niet! Je bent even helemaal in een andere wereld. Soms urenlang.
  • Thuiswerken! Hoewel ik met een paar andere zzp’ers een heerlijke kantoorruimte huur, werk ik sinds corona een groot deel van de week thuis. Eerst deed ik dat aan de keukentafel. Toen zoon het huis uit ging, heb ik zijn kamer een paar maanden onaangeroerd gelaten. Stel dat het studentenhuis hem niet beviel, dan kon hij zo weer terug. Maar hij heeft het enorm naar zijn zin bij De Sterren. In de zomer besloot ik dan ook de kamer op te knappen. En gele muur, junglebehang, planten, een hangstoel … het is een fijne plek geworden. Voor het eerst in 20 jaar heb ik een eigen werkkamer in huis. Lees verder onder de foto’s
  • Vakantie in eigen land! Zo ging ik dit jaar niet naar Griekenland, maar naar de camping in Nijmegen. Lees meer over mijn belevenissen op Camping de Wereld
  • Zoals gezegd in mijn vorige blog: support your locals, ga thuis uit eten!
  • Online naar het theater en naar lezingen. Hiermee heb je een leuke avond en steun je de zo zwaar getroffen cultuursector. Ik kocht voor oudejaarsavond bijvoorbeeld een ticket voor een streamvoorstelling van Margreet Dolman en Dominee Gremdaat. Tip: een nieuwjaarsvoorstelling van Margreet en de dominee is te zien op 2 januari! 
  • En tot slot: ik koester de vertrouwde mensen om me heen. Ze zijn de moeite waard. Dat waren ze uiteraard ook voor de coronacrisis al. Maar door het hollen en vliegen van voorheen stond ik hier niet altijd genoeg bij stil. Nu wel. Mijn geliefde en ik zien elkaar een paar keer per week. Samen naar het theater of de sauna lukt niet meer, maar wandelen of simpelweg met een wijntje op de bank zitten is ook heerlijk. Dochter en ik waren voor de lockdown veel van huis. We zagen elkaar alleen bij het avondeten (áls dat al gebeurde). Nu lunchen we elke dag tussen onze werk- en studieafspraken door en kijken zo nu en dan een film of documentaire met z’n tweeën. Heel gezellig! Zoon komt regelmatig eten en dan praten we bij, bij pa en ma ga ik op anderhalvemetervisite, met vrienden maak ik een wandeling of hield ik (toen het nog mooi weer was) borrels op mijn dakterras, ik heb leuke en lieve collega’s. En ook de Zoomkoffies en -borrels met vrienden en familie gaan nog wel even door.

Wat 2021 ons verder brengt …?

Grootste, meeslepende plannen voor 2021 heb ik niet: ik ben dankbaar voor de kleine dingen. Tegelijkertijd zijn juist dat de dingen die écht van waarde zijn. Ik hoop dat mijn geliefden, de mensen om ons heen en ik gezond blijven en dat we over een paar maanden weer kunnen genieten van elkaars nabijheid. Dat de spontaniteit terug kan keren in de samenleving. En dat de liefde overwint in een wereld waarin mensen steeds vaker tegenover elkaar staan.

Ik wens je een warm, gezond en gelukkig nieuwjaar!

wat 2020 mij leerde

Van kroegavondjes naar Zoomborrels. Van reis naar Griekenland naar kamperen in Nijmegen. Van nabijheid en spontaniteit naar afstand en zorgvuldig plannen. Mijn terugblik op 2020 is, hoe kan het ook anders, gekleurd door de coronamaatregelen. Het leven werd niet per se slechter, wel anders.  Welke lessen leerde ik uit dit surrealistische jaar? 

Leegte biedt ruimte

Je zou het bijna vergeten, maar het leven in januari en februari was nog ‘normaal’. Voor mij betekende dat: veel afspraken buiten de deur, zowel privé als voor mijn werk. Ik vierde voor het eerst sinds jaren carnaval in Oeteldonk. Ik fietste naar kantoor of werkte bij klanten op locatie. Ik danste bij Slapen kan altijd nog, ging naar de sauna, bezocht de Moesman-tentoonstelling De tranen van Eros, zat bijna elke woensdagavond bij Orloff aan de Kade, sloot de week af met een vrijdagmiddagborrel bij ondernemersvereniging of kroeg. Vanaf half maart kwam er een streep door al die activiteiten buitenshuis. En dat voelde als een gemis én als een bevrijding. Geen vergaderingen meer in de avonduren. Geen borrels of feestjes waar ik soms geen zin in had, maar die ik toch bezocht, want ‘je weet nooit wat je zult missen’. Ineens zat ik avond aan avond thuis op de bank. Ik pakte poëziebundels uit de kast. Ging podcasts luisteren. Las eindelijk eens de lange verhalen uit de Correspondent

Zakelijk veranderde er niet veel: de agenda bleef gevuld. Maar het kantoor werd de keukentafel. En Zoom en MS Teams deden hun intrede in mijn leven. 

Online opent deuren

Geen werkoverleg meer bij de klant op kantoor, geen telefonische conference calls: video-overleg werd de norm. En wat scheelt dat een tijd! Niet meer met de auto of de trein op weg naar een afspraak: koffie pakken, de link aanklikken en vergaderen maar. Hetzelfde geldt voor mijn kinderen. Zij gaan nauwelijks nog de deur uit, hun werk- en hoorcolleges zijn allemaal online. 

De woensdagavond bij Orloff werd een Zoomborrel. Voor het nostalgische gevoel met het vertrouwde terras aan de Oosterkade als achtergrondfoto, wat tot hilarische taferelen leidde: ineens zat mijn maatje aan een tafel vol glazen zijn was te vouwen. Met dezelfde vriend (en enkele anderen) maakten we plannen voor het realiseren van online vieringen. Want naar de Janskerk gaan was er niet meer bij. Het resulteerde in een reeks prachtige digitale vieringen, meditaties en vertellingen, een online Paaswake en sinds afgelopen najaar live gestreamde bijeenkomsten. Met beroepsvereniging Tekstnet hieven we het glas op het dertigjarig jubileum, ik volgde webinars, deed mee aan Tussen Kunst en Quarantaine en had een online kerstborrel met de family. Met dank aan de techniek konden we dit jaar werken en ontspannen vanuit huis.  

Online is geen vervanging van offline

Maar dat enthousiasme van dit voorjaar (wow, een online pubquiz, dansen in je huiskamer, een online borrel!!) is inmiddels ver te zoeken. Zuchtend stap je de zoveelste Teams-meeting in. Online lezingen, concerten of theatervoorstellingen zijn mooi, maar je mist de beleving. Ik smacht naar de complete zintuigelijke ervaring van offline ontmoetingen. Samen ergens zíjn. Mooie kleren aantrekken, op de fiets stappen, met de wind in de haren naar de stad fietsen. De geuren, kleuren en warmte van Tivoli of de Stadsschouwburg. Over het terrein van de Parade lopen, pratende en lachende mensen om je heen, de zon op je huid.

Afstand houden went nooit

Vrienden ontmoeten, knuffelen, dicht opeengepakt in een theatertent zitten. Je ouders en andere familieleden omhelzen en kussen. Opdrachtgevers in de ogen kijken en een ferme hand geven, samen over een tekst of afbeelding gebogen zitten. Door een drukke kroeg langs drommen mensen schuifelen op weg naar de wc. Het kan allemaal niet, want corona. Maar o, wat verlang ik naar dit alles terug. Afstand houden moet, maar het went nóóit.

Zonder horeca is de ziel uit de stad  

Begrijpelijk dat ontmoetingen ontmoedigd moeten worden in tijden van een pandemie. Maar juist nu de horeca voor de tweede keer dit jaar lange tijd gesloten is, merk je wat deze pleisterplaatsen betekenen voor de stad. Het café is veel meer dan een plek waar je een drankje drinkt. Kroegen zijn de huiskamers van de stad. Ingmar Heytze beschreef het treffend in de Volkskrant: ‘Een goed café is een levenswerk (…), een lang doorlopend verhaal waarin iedereen die over de drempel stapt een rol krijgt. Het gaat er niet om wat je in een café kunt bestellen – het gaat erom dat je ergens thuis kunt zijn waar je het niet bent.’ Lees hier het hele artikel

De horeca is geen luxe. Cafés zijn noodzakelijke ontmoetingsplaatsen. Ik hoop, ik bid dat de ouderwetse kroeg de coronacrisis overleeft. 

Je lichaam is je tempel

Al bijna tien maanden wordt ons leven beheerst door een virus dat dodelijke gevolgen kan hebben. Schrijnend zijn de verhalen uit de IC’s, de vele sterfgevallen overal ter wereld. Corona kwam steeds dichterbij. Mijn dochter werd ziek, mijn lief en zijn kinderen, diverse bekenden bleken besmet. Gelukkig in de milde variant, maar ik ben me hierdoor weer bewust geworden van het cliché: je gezondheid is het hoogste goed. Zorg goed voor je lichaam. Het is alles wat je hebt. 

Ik verloor dit jaar mijn vriendin Marjan aan een hersentumor. In de kerstvakantie van 2019 werd ze in het ziekenhuis opgenomen, eind augustus 2020 stierf ze. Het leven is zo broos! 

Koop lokaal

Ik kocht al zo min mogelijk bij de grote online ketens. Maar zeker sinds de coronacrisis steun ik de Utrechtse ondernemers zoveel ik kan. Boeken en cadeautjes? Altijd via mijn favoriete boekhandel Savannah Bay. Laatst had ik zelfs een Zoomsessie met eigenaresse Marischka, waarin ze me voor de camera mogelijke kerstcadeautjes liet zien. De pakjes werden per fiets bij me bezorgd, ideaal! Boodschappen doe ik om de hoek op winkelcentrum Lunetten of in de Twijnstraat. En, inmiddels traditie hier in huis: minstens een keer per maand bestellen we eten bij de lokale horeca. Zoon, die sinds Pasen de deur uit is, komt er speciaal voor thuis. Natuurlijk, zelf koken is voordeliger. Maar we missen al zoveel pleziertjes buiten de deur. En op deze manier verdient de horeca nog íets. 

Bedenk steeds: wat kan nog wél? 

Dit jaar kende veel beperkingen. Maar er kon nog zoveel wél! Die bevindingen neem ik mee naar het nieuwe jaar. Je kunt ze ook wel beschouwen als mijn persoonlijke lockdowntips. Je leest ze morgen, in mijn eerste blog van 2021.

Fijne jaarwisseling!

de ups & downs van het thuisblijven

De Himalaya beklimmen, ayahuasca drinken in Peru, bungeejumpen of skydiven … mensen die dit nodig dachten te hebben om ‘uit hun comfortzone’ te komen, zien zich nu voor een misschien wel grotere uitdaging geplaatst: de ‘intelligente lockdown.’ Persoonlijk heb ik dit soort grootse en meeslepende zaken niet op mijn bucketlist staan. Geef mij maar de dingen die tot voor kort zo gewoon waren: een avondje dansen, bij vrienden op bezoek, koffie drinken in de stad.

Ik weet dat ik niet mag klagen: mijn familie, vrienden en ik zijn (nog) niet getroffen door het coronavirus. Maar dat neemt niet weg dat ik mijn oude vertrouwde leven steeds meer ga missen. Gaan en staan waar je wilt en met wie je wilt: het lijkt lichtjaren ver weg. Er zijn dagen dat ik de deur niet eens uitkom. Dat mijn stappenteller aangeeft dat ik 108 keer mijn ene voet voor de andere heb gezet. Dat ik behalve mijn kinderen en de kat geen enkel levend wezen in mijn nabijheid heb.

Corona-initiatieven

Terug naar 16 maart, de eerste thuiswerkdag. Er gebeurde veel in die week. Fantastische initiatieven werden gestart. Boodschappendiensten voor mensen die ziek thuis zitten. Lezingen en workshops werden online gezet. Musea kwamen met rondleidingen via internet, artiesten zetten YouTube-filmpjes live met gedeelten van hun afgelaste shows. Mijn kerk, de Janskerkgemeente, begon met een wekelijkse online viering. Scholen en universiteiten startten pijlsnel digitale lesprogramma’s. Wat een kracht toonde de samenleving. Hulde!

Videobellen

We Facetimen allemaal weleens met het thuisfront in de zomer om ons vakantieappartement te laten zien. Maar in deze tijd is videobellen bittere noodzaak als je in contact wilt blijven met vrienden, familie en collega’s. Nog nooit heb ik zoveel videocalls gehad als in de afgelopen weken. Via Microsoft Teams, Zoom, Skype en Google Hangout heb ik soms drie of vier vergaderingen per dag. En ’s avonds stap ik de online kroeg in om een borreltje te drinken. Ook pa, ma en mijn broer bel ik niet meer via de vaste lijn: het is veel te leuk om elkaar even te zien tijdens het praten.

#steundekeukens

De horeca kreeg een harde dreun, maar krabbelde op en kwam met #steundekeukens. Sinds de coronacrisis kiezen mijn kinderen en ik elke week één van onze favoriete Utrechtse restaurants om eten te laten bezorgen. Leuk om de sleur van het thuiszitten te doorbreken én de horeca wat inkomsten te gunnen. Ook bestel ik bij lokale ondernemers. Superleuk om Gert-Jan van Buurtbier aan de deur te krijgen met een bierpakket; jammer dat het bij een virtuele hug moest blijven. En gisteren kwam Savannah Bay bij mij de galerij oplopen om een boek te bezorgen. Lichtpuntjes in deze donkere tijd!

Tussen kunst & quarantaine

Tijdens de eerste thuisblijfweek werd ik enorm enthousiast van alle initiatieven. Ik voelde me als een kind in de snoepwinkel: ooooh, laten we dansen in de huiskamer via een livestream-met-dj! Gezellig, een Zoomborrel op vrijdagmiddag! Brainstormen met de pr-commissie over online bijeenkomsten voor Tekstnet! Met veel plezier maakten mijn lief en ik foto’s voor @tussenkunstenquarantaine op Instagram: bijzonder leuk vermaak voor in en om het huis. (lees verder onder de foto’s)

Betweterige bespiegelingen

Nu we ruim drie weken verder zijn, is dat enthousiasme van het begin ver te zoeken. Natuurlijk: deze crisis leidt tot creativiteit en nieuwe inzichten. Tot een herwaardering van het huiselijke leven en de heel gewone dingen die toch zo bijzonder zijn. Dat realiseer ik me best. Maar ik merk bij mezelf dat ik wel even klaar ben met al die über-blije ‘we laten ons niet kisten!’-initiatieven en de online ‘we doen net of er niets aan de hand is’-gezelligheid. En met de betweterige bespiegelingen over het leven ná corona, waarin de wereld beter, wijzer en mooier geworden is. Laten we het gewoon toegeven: het thuisblijven wordt zo langzamerhand een beproeving. Het is moeilijk om de fysieke aanwezigheid van mensen te ontberen om ons heen. Ik mis de face-to-face-afspraken met klanten. De vrijheid om zomaar naar de stad te gaan en je te laten verrassen door wat er op je afkomt. Het licht, de geuren en geluiden van de verschillende omgevingen waar je normaalgesproken komt. Zelfs boodschappen doen, het enige uitstapje dat we nog hadden, is verworden tot een hachelijke aangelegenheid waarin je continu mensen moet ontlopen en doodsbang bent om iets aan te raken.

Ommetje door de wijk

De afgelopen week merkte ik dat veel mensen om me heen dit gevoel herkennen. De online community is dan echt een zegen. Via Twitter luchtte ik mijn hart, een lief Tekstnet-maatje belde me dezelfde middag nog op. Gewoon om even te luisteren, niet om met oplossingen te komen. Want die zijn er toch niet. Hoewel: dochter en ik trokken er na drie dagen thuiszitten op uit om onszelf bij de plaatselijke drogist te verwennen met doucheschuim en te dure nagellak. Dat was toch wel een soort pleister op de wond.

En vandaag schijnt de zon en ga ik een ommetje maken door de wijk. Dat stond niet op mijn bucketlist, maar ik ben er tevreden mee.

De illustratie bij deze blog is van één van mijn lievelingskunstenaars, de Utrechtse cartoonist Argibald.

sociale onthouding

Als ik foto’s zie van een paar weken geleden, kan ik mijn ogen bijna niet geloven. Op straat dansend tijdens carnaval, met wijn en bitterballen in de kroeg, in een zaal vol mensen luisterend naar een lezing, de Moesmantentoonstelling kijkend in het Centraal Museum, taart etend tijdens een verjaardagsfeest … in korte tijd ben ik zo geconditioneerd op afstand houden, gezelschappen mijden en elkaar niet aanraken, dat zelfs het kíjken naar deze foto’s me een ongemakkelijk gevoel geeft. Wat kan dat snel gaan.

En wat ís het snel gegaan. Op zaterdag 7 maart liep ik nog langs het oude postkantoor op de Neude en zag de grote oranje strik die om de voorgevel gebonden was. Mijn hart maakte een sprongetje: ha, volgende week is de feestelijke opening van de nieuwe bibliotheek! Maar die opening van de nieuwe bibliotheek kwam er niet. Net zo min als het jubileumfeestje van Koffie Leute, de Urban Trail door diverse gebouwen in hartje Utrecht, de lezing van Studium Generale en het openingsfeest van Felix Meritis. Allemaal happenings waar ik naar toe zou gaan. Afgelast. Geannuleerd. (lees verder onder de foto)

Persconferentie

Toen ik met mijn collega’s op donderdag 12 maart naar de persconferentie van Mark Rutte en het RIVM keek, kon ik niet vermoeden dat dat voorlopig de laatste dag was op kantoor. Want tijdens het weekeind volgden aanvullende maatregelen, waaronder het dringende advies: werk thuis als dat kan. De horeca gaat dicht. Theaters en bioscopen sluiten hun deuren. Vliegreizen gaan niet door. Het openbaar vervoer rijdt alleen nog voor mensen die moeten reizen voor hun werk in vitale beroepen. Weer een dag later hoorden we: naast de universiteiten en hbo’s gaan ook de scholen dicht. Kappers en kledingwinkels sluiten. Festivals gaan niet door, zelfs Koningdag en Bevrijdingsdag worden niet gevierd. Kortom, het hele openbare leven is praktisch stilgelegd. En dat alles vanwege een ongekend besmettelijk virus, waar we rond Kerst voor het eerst van hoorden. Het coronavirus uit China. Wat leek het toen nog ver weg. Inmiddels beheerst corona ons hele leven. 

Flatten the curve

Net als zovelen om me heen dacht ik eerst dat het wel mee zou vallen. Totdat ik me realiseerde dat dit om een natuurramp gaat, die zich traag maar onverbiddelijk en ongecontroleerd voltrekt. Pas toen ik het begrip ‘flatten the curve’ een paar keer had gehoord, begreep ik de ernst van de situatie. Aha: gewoon doorgaan met het normale leven leidt tot een duizelingwekkend aantal besmettingen, met extreem veel ziekenhuisopnames tot gevolg. De zorg kan dat beslist niet aan. ‘Al die helden in de zorg mogen verwachten dat wij ons aan de regels houden,’ zei Rutte in een van zijn persconferenties. ‘Denk niet: het zal wel loslopen.’

Afstand houden

Nog geen twee weken geleden is het, dat het belang van het afvlakken van die piek tot me doordrong. Inmiddels zit ‘thuisblijven, handen wassen en afstand houden’ geheel in mijn DNA. Ik werk thuis, net als het grootste deel van werkend Europa op dit moment. Mijn leven, en dat van alle mensen om me heen, is in rap tempo veranderd. Geen avondjes meer naar de kroeg, geen gezelligheid op de werkvloer, geen feestjes, geen theater- of museumbezoek: sociale onthouding is nu het devies. Dachten veel mensen eerst nog ‘Kop op, de horeca is dicht, we treffen elkaar in het park,’ inmiddels realiseert iedereen zich dat zelfs dát gevaarlijk is. Thuisblijven is de norm. En ga je naar buiten of boodschappen doen, dan houd je minimaal 1,5 meter afstand. Want ieder mens om je heen is een potentiële besmettingsbron. Het is raar en voelt tegennatuurlijk om mensen van wie je houdt niet vast te kunnen houden en te knuffelen – juist in deze tijd, waarin iedereen bezorgd en in de war is. Vrienden en familie spreek ik via Zoom, Skype of telefonisch. Bij mijn ouders ben ik deze week even langsgegaan – we zaten buiten in het zonnetje in de voortuin, met twee meter afstand tussen ons in. Naar binnen gaan vonden we onverantwoord. 

Thuis op de bank

Ik leef mee met de vele coronapatiënten wereldwijd en hun familieleden. Goddank zijn er nog geen zieken in mijn naaste omgeving, maar wat niet is kan nog komen. Ik doe er in elk geval zoveel mogelijk aan om te zorgen dat ik het virus niet op anderen kan overdragen.

Het is een surrealistische tijd waarin onze vrijheid beperkt wordt, ten gunste van ons allemaal. Wat doet dit met jou en mij, en wat betekent dit op de lange termijn? Hoe slaan we ons hier zo goed mogelijk doorheen? Stof genoeg voor een volgende blog. En die zal vrij snel volgen, want tegenwoordig zit ik avond aan avond thuis op de bank 😉

33 toeren

Jongere ouderen als ik herinneren het zich nog wel: LP’s draaide je op 33 toeren, singletjes draaiden met een snelheid van 45 toeren om hun as. Soms, als je een single op de pick-up legde, stond het schuifje per ongeluk nog op 33 toeren. In plaats van een up-tempo melodie met opgewekte toonzetting hoorde je dan lage stemmen en trage klanken, als in een griezelfilm. (Een mooi voorbeeld van het verschil tussen 33 en 45 toeren hoor je hier: Jolene van Dolly Parton op 45 en op 33 toeren. Overigens valt het griezeleffect hierbij reuze mee)

Aan dat 33-toereneffect moet ik denken sinds ik in Griekenland op vakantie ben. Zoals het een echte ondernemer betaamt, was ik de ochtend voor vertrek nog snel, snel, snel van alles aan het doen. Een paar mails beantwoorden. Gauw een telefoontje plegen. Nog even wat bonnetjes invoeren. En dan vlug, vlug, met de trein naar Schiphol en door de douane. Het is dat dochter en ik ’s avonds laat aankwamen bij ons logeeradres op Lesbos, anders was ik zéker meteen als een speer het dorp gaan verkennen. Noodgedwongen moest ik in de onthaaststand. En dat lukte verrassend makkelijk. En het lukt me ook nog die vertraging vast te houden. Nu al voor de derde week. Heel knap voor een noeste werker, sociaal dier annex stuiterbal als ik.

Wat is het geheim van die 33-toerenstand? Het toverwoord is: overgave. En je overgeven aan dat trage ritme kán simpelweg niet anders in dit dorp (ik verblijf in Pétra). Van Maria’s huis naar het strand, naar de eethuisjes of naar de supermarkt: dat alles gaat te voet. En het is allemaal minstens een kwartier lopen. De eerste twee dagen probeerde ik nog te wandelen in mijn stadse tempo. Maar  dat leer je wel af als het dagelijks 30 graden is. Bovendien is er van alles te zien onderweg: geitjes, intrigerende landbouwvoertuigen, diepgroene palmbomen en struiken vol felgekleurde bloemen. Je hoort mekkerende geitjes, zingende krekels en het getok van kippen. In het dorp aangekomen zie je een bonte schakering aan mensen, scooters in allerlei soorten en maten en huizen in 50 tinten blauw. Opvallend zijn ook de overlijdensberichten die aan de bomen worden vastgeniet. En dan uiteindelijk het zicht op het diepblauwe water van de zee, met elke avond een betoverende zonsondergang. Lopend zie je zóveel meer! Ik zou het vaker moeten doen. Soms pak ik de bus naar een dorp verderop. De halte heeft uitzicht op zee – alleen dat is al genieten! De bus gaat vier keer per dag. En dat is de zomerregeling, in de winter gaat  –ie slechts ’s ochtends heen en ’s avonds terug. Heb je de bus gemist, dan heb je pech. Daar helpt geen boze tweet aan NS of Connexxion aan.

Slow life: het kan ook niet anders als het maandenlang zonnig en warm is. Alles gaat hier in een rustiger tempo. Je ligt een paar uur aan het strand, gaat even de zee in, maakt een wandelingetje of een boottocht. Je eet niet haastig lopend een broodje, nee, voor je lunch en avondeten neem je uitgebreid de tijd. En daarbij hoort natuurlijk een goed gesprek, liefst over niet-alledaagse zaken. Laat eten zorgt ervoor dat je niet ’s avonds nog eens naar een vergadering kunt – lijkt me ook ideáál voor in Nederland 😉 Netflixen en mailen: je laat het wel uit je hoofd met de stroperige traagheid van de wifi hier. Gelukkig is er nog mijn telefoon, dus ik ga heus wel online – maar niet zo vaak als thuis. En, hoe lastig ik het ook vind, ik laat de telefoon ook wel eens een middagje uit. Ik heb een flinke stapel boeken bij me en lees iedere dag. Een boek als Anna Karenina van Tolstoj is op zichzelf al een mindful beleving: in het duizend pagina’s tellende boek worden gebeurtenissen tot in detail beschreven, de verteltijd en de vertelde tijd vallen regelmatig samen en hoewel er op relationeel en emotioneel gebied veel gebeurt, is het bepaald geen actieroman. Het perfecte vakantieboek! Ook lees ik elke dag een paar gedichten van Sappho van Lesbos. Vind ik wel passend hier. En ik maak tijd om te bloggen en schrijven voor mezelf in plaats van voor anderen. Heerlijk.

Ik weet dat mijn agenda voor september alweer goed gevuld is. Maar ik neem de lessen uit Lesbos mee naar huis. Ik wil vaker op 33 toeren draaien. Meer vertragen, meer lezen, de tijd nemen om te mijmeren en te ontspannen. Helpen jullie me er af en toe aan herinneren?

De vakantiekiekjes zijn van mij, de foto van de platenspeler is van Travis Yewell op Unsplash

Urban Trail Utrecht

Sporten heeft nooit mijn bijzondere belangstelling gehad. Noch als kijker, noch als deelnemer. Ik begrijp niet wat er de aardigheid van is om naar een grasmat of gravelveld te kijken waar op uiteenlopende manieren een bal van de ene naar de andere kant van het veld wordt getransporteerd. Laat staan dat ik de behoefte voel zelf een teamsport te beoefenen. Niet voor niets was ik op school het meisje dat altijd als laatste werd gekozen bij gym. Ik weet heus dat bewegen goed voor me is. Maar ach, ik fiets mijn hele leven al bijna dagelijks kriskras door de stad – dus die calorieën verbrand ik heus wel. Daar komt nog bij dat ik tot mijn veertigste de hele dag door kon blijven eten zonder een grammetje gewichtstoename. Waar alle vrouwen op feestjes categorisch taartpunten weigerden en met een glas bruiswater in de hand op wortels stonden te knagen, deed ik me tegoed aan chocolademuffins, wijn en bitterballen.

Nu ik de veertig ruimschoots ben gepasseerd, kan ik helaas niet meer zorgeloos eten wat ik wil zonder kilo’s aan te komen. Omdat ik weinig zin heb in een water- en groenvoerdieet, zit er niets anders op dan te gaan sporten. En dus volg ik al anderhalf jaar met veel plezier de body & mindlessen van Vanessa Bartlett. Maar er kon nog wel iets meer bij. De advertentie van de Urban Trail die eind 2017  in de krant stond, kwam dan ook als geroepen. Een hardloopevenement dwars door de gebouwen van Utrecht: echt iets voor een stadsmeisje als ik! Ik noteerde de datum in mijn agenda, schafte op 3 januari tergend dure hardloopschoenen aan en begon te trainen. Met wisselend succes. Soms loop ik onder begeleiding van virtuele hardloopcoach Renate Wennemars, die onvermoeibare peptalk laat schallen uit de koptelefoon (‘Kom op! Je kúnt het!’). Dan weer laat ik me begeleiden door de nasale robotstem van de Runkeeper-App. Een app die nauwgezet bijhoudt hoe hard je loopt, hoeveel kilometers je aflegt en welke route je neemt.

Leuker werd het er allemaal niet van, maar ik wist waar ik het voor deed: de Urban Trail Utrecht. Trailrunning betekent ‘off the road’-hardlopen, over smalle paadjes en met natuurlijke hindernissen. De hindernissen tijdens deze loop bestaan niet uit rotspartijen of beekjes – het zijn de trappen, gangenstelsels en kelders van diverse gebouwen.

Afgelopen zondag was het zover. En ik kan niet anders zeggen: het was een belevenis. Ik had lafjes voor de vijf kilometer kunnen kiezen, maar het werd de tien. In werkelijkheid waren het er misschien wel elf, want wat hebben we een trappen gelopen! We renden onder meer door Tivoli Vredenburg, de fietsenstalling in de Neudeflat, café Bodytalk, filmhuis ’t Hoogt, studentenvereniging S.S.R.-N.U. en museum Van Speelklok tot Pierement. Licht bevreemdend was het om tussen de jurkjes op de damesafdeling van De Bijenkorf door te hollen, de gangen van de voormalige gevangenis aan het Wolvenplein door te sjesen en via de artiesteningang de grote zaal van de Stadsschouwburg te betreden, waar allerlei muziekinstrumenten in de spotlights op het podium waren uitgestald. De sfeer was fantastisch; op diverse plekken stonden muzikanten, we werden vriendelijk op afstapjes gewezen en kregen verscheidene keren glaasjes water aangeboden. Sympathiek vond ik het ook dat nergens pusherig de tijd werd bijgehouden – bij deze loop ging het om het plezier, niet om de prestatie.

Neemt niet weg dat ik uitermate trots was op mezelf dat ik de finish haalde. In mijn King Louie-bloemetjesjurk. Want zulke prachtige gebouwen betreden in de historische binnenstad, dat doe ik toch liever in stijl. Kortom: op deze manier is sporten goed te doen!

In meerdere steden in Nederland wordt een Urban Trail gehouden. Later dit jaar nog in Arnhem, Breda, Zwolle en Eindhoven! 

2017 in drie woorden

Goede voornemens? Onzin. Ik kan me voornemen vaker te gaan sporten of geen bitterballen meer te eten omdat ik af wil vallen. Maar zulke rigoureuze gedragsveranderingen zitten er niet in. Dus laat ik realistisch zijn. Wel heb ik enkele zaken bedacht die ik mezelf toewens in het nieuwe jaar. Het zijn er drie en ik laat ze voor mijn eigen gemak allitereren – dat vergroot de kans dat ze in 2017 op mijn netvlies blijven staan. Dit zijn ze: lezen, lanterfanten en laten.

Lezen doe ik dagelijks, maar dan gaat het vooral om zakelijke teksten voor mijn werk. De krant lezen doe ik ook. Abonnementen op tijdschriften heb ik echter opgezegd: tegen de tijd dat ik ze uit het cellofaantje haalde waren alle artikelen al achterhaald. En voor het lezen van interessante boeken maak ik enkel tijd tijdens zomervakanties. Terwijl het zo fijn is. Vooral het lezen van romans mis ik echt. Dat verliezende lezen, in een andere werkelijkheid stappen – ik houd ervan. Ali Smits verwoordt het precies zoals ik het zie: ‘Books mean all possibilities. They mean moving out of yourself, losing yourself, dying of thirst and living to your full.’ De stapel in mijn vensterbank wordt het komend jaar minder statisch: ik pak vaker een boek.

Lanterfanten wordt al een grotere uitdaging. Ik ben gewend om eerst het nodige, dan het nuttige en dan het aangename te doen. En die drieslag, daar kom je lastig vanaf. Nou zijn er ook meer dan voldoende nuttige en nodige zaken te doen. Werken bijvoorbeeld. Of boodschappen doen, stofzuigen, rekeningen betalen, kattenbakken verschonen en schilderijen ophangen. Never a dull moment als alleenstaande werkende moeder. Als ik met koffie op de bank zit, voel ik me na een kwartiertje al ongemakkelijk worden. Laat staan als ik tv zou kijken. Dat doe ik dan ook niet; hooguit naar zinvolle documentaires of een enkele speelfilm. Het aangename sla ik zeker niet over: dat zijn voor mij de afspraken met vrienden, borrels en etentjes en culturele uitstapjes naar festivals, concerten, musea en bioscoop. Ik doe dit regelmatig, dus het onderdeel ‘aangenaam’ komt ruimschoots aan bod. Het lijkt me echter heerlijk om af en toe gewoon eens neer te ploffen op de bank en voor me uit te staren. Lege tijd te ervaren. Omdat die leegte, die rust, ook zoveel op kan leveren.

Laten gaat aan lanterfanten vooraf. Want door niet te doen, maak je ruimte voor andere dingen dan werk en huishouden. Ik ben een doener, een ondernemer. En dat past ook bij me. Ik vind het leuk om plannen te maken, iets nieuws op te pakken, mensen te leren kennen. Hard werken vind ik prima. Ik houd van mijn werk. Maar ik mag wel eens wat vaker tijd voor mezelf maken. En daarvoor moet je dingen kunnen nalaten. Om dit voor elkaar te krijgen, ben ik eind vorig jaar met professional organizer Martine om de tafel gaan zitten om te kijken hoe ik mijn werk efficiënter in kan richten. Ik werk nu mijn mail sneller weg en maak per week een heel precieze to-do-lijst. Klinkt eenvoudig, maar het maakt voor mij nu al een wereld van verschil. Waar ik voorheen dacht ‘o, die klus kan er nog wel even bij’ zie ik tegenwoordig in 1 oogopslag: ‘deze week zit te vol, dat gaat niet meer’. Natuurlijk is dit slechts een middel. Ik weet dat het niet zaligmakend is. Actief bezig zijn zit nou eenmaal in mijn natuur. Maar het voelt goed om op deze manier het nieuwe jaar te beginnen. Het geeft me meer grip op mijn werk.

Wordt mijn leven nou heeeeel anders? Ik denk het niet. Maar het is goed dit soort thema’s te benoemen en niet in je hoofd te laten rondzingen. Goed voor mezelf en voor anderen – al was het maar om met elkaar van gedachten te wisselen over deze zaken. Want ik weet dat ik bepaald niet de enige ben die bezig is al die verschillende ballen in de lucht te houden. Ik hoor dan ook graag jouw tips of ervaringen.

Ik wens je een mooi, gelukkig en gezond 2017!

 

op zoek naar stilte

‘Stilte zet je tegen de muur.’ Dat is één van de uitspraken die blijven hangen na het zien van In Pursuit of Silence in ’t Hoogt. De documentaire van de Amerikaanse filmmaker Patrick Shen laat zien wat het effect van stilte en geluid is op onze gezondheid en ons welbevinden. 

De film opent met beelden uit de natuur: we zien een wuivend korenveld en een bos. Het enige geluid is het suizen van de wind door de halmen of de bladeren. Een Japanse onderzoeker vertelt dat hij proefpersonen een paar uur in het bos laat zitten, verbonden aan allerlei meetapparatuur. De stresshormonen nemen aanzienlijk af na een verblijf van een paar uur in de stille natuur. We zien monniken in een klooster en een Amerikaanse student die een ‘zwijggelofte’ heeft afgelegd: hij trekt een jaar lang met zijn rugzak door Amerika en praat niet. Communicatie verloopt via briefjes. Aan de filmmaker wil hij wel laten lezen wat hem dat tot nu toe heeft opgeleverd: de dagen worden vloeiend voor hem en hij komt meer tot de kern van wat er echt toe doet in het leven.

In de film horen we een schitterend verhaal over de componist John Cage, die in de jaren 50 voor het eerst het stuk 4.33 ten gehore bracht. In een concertzaal nam de pianist plaats en bleef 4 minuten en drieëndertig seconden roerloos achter de vleugel zitten. De zaal was uitzinnig van woede; het publiek eiste zijn geld terug. Het riep de vraag op: is dit wel muziek? Cage wilde met dit experiment aantonen dat er altijd geluid is, ook al kinkt er geen muziek: je hoort je eigen hartslag, de ademhaling van mensen om je heen en ander omgevingsgeluid. En niet te vergeten: je eigen gedachten. Nare herinneringen, vervelende eigenschappen van jezelf of moeilijke kwesties waar je liever niet aan denkt, bijvoorbeeld. Inmiddels wordt de compositie gezien als een meditatief moment. De luisteraars zijn de woede voorbij. (Op Youtube zijn diverse uitvoeringen van 4.33 van John Cage te vinden.)

Stilte is ook eng. Het confronteert je met jezelf. Iemand in de film zegt: we zijn het verleerd om alleen te zijn, we ontvluchten de stilte. Een kwetsbaar beeld in de documentaire is een laag overvliegend vliegtuig, gefilmd vanaf de grond, onder een huis met een rood pannendak. Op het dak zit een vogel. Je hoort het brullende vliegtuig en ziet het kopje van de vogel naar opzij gaan: het diertje is weerloos tegen zoveel overmacht. En wij zijn dat ook. Geluid en afleiding nemen ons in beslag, het overvalt ons. Maar niet altijd. Je kunt er ook voor kiezen om de rust op te zoeken. Je tegen de muur te laten zetten door die stilte en te luisteren naar jezelf. Het is minder saai dan je in eerste instantie zou denken.

 

vaarwel thyrax duotab

De keuken schrobben en de vloeren dweilen: je doet het wekelijks, maar het valt niemand op. Pas als je een maand niet dweilt krijg je commentaar: ‘Wat een bende in de keuken! En wat kleeft die vloer!’ Zo werkt het ook met het schildkliermedicijn Thyrax. Je neemt het dagelijks in, zodat je lichaam probleemloos functioneert. Maar slik je het stofje een maand of langer niet, dan zijn de rapen gaar. In stilte doet het zijn goede werk.

Na de geboorte van dochter kreeg ik vermoeidheidsklachten die voort bleken te komen uit een te traag werkende schildklier. Een blauw pilletje bood uitkomst: Thyrax duotab. Ik slik het al bijna zestien jaar. Je komt er nooit meer vanaf. Stop je met innemen, dan leidt dat tot een langzame dood.

Ik sta er nooit bij stil dat ik een schildklierafwijking heb. Waarom zou ik ook. Thyrax duotab, eerst in een knus glazen potje met schroefdop en tegenwoordig in doordrukstrip, ligt al jaren op mijn nachtkastje. Zodra de wekker gaat neem ik mijn medicatie. Eens in het jaar laat ik mijn bloedspiegel controleren. En that’s it. Niets aan de hand. Twee weken geleden echter stond er in de krant dat de pillenvoorraad op is. Fabrikant Aspen verhuist de fabriek naar Duitsland en de productie van Thyrax komt ‘door een fout in de planning’ een half jaar stil te liggen. Hoe is het mogelijk! Vanaf februari is mijn medicatie niet meer bij de apotheek verkrijgbaar. Er zijn wel andere middelen met de werkzame stof levothyroxine in de handel, maar de overstap schijnt bij een derde van de patiënten tot problemen te leiden. Bijna alle patiënten met deze aandoening gebruiken Thyrax duotab en de dosering luistert heel nauw. Ben je verkeerd ingesteld, dan kan dit leiden tot hartkloppingen, vermoeidheid, concentratieproblemen, depressies en andere narigheid.

Ook voor apothekers en de Schildklier Organisatie Nederland kwam het bericht van het medicijntekort onverwacht. Hoe kan het dat een producent mensen die afhankelijk zijn van medicatie zo dupeert? Patiënten moeten nu massaal naar de huisarts om over te stappen op andere medicijnen. Op eigen kosten mogen we onze bloedspiegel laten controleren. Ik ben een nuchter type; maar dit maakt me kwaad. Het gaat hier om een medicijn dat van levensbelang is voor zo’n 350.000 mensen in Nederland. Ik ben dan ook zeer benieuwd naar de uitkomst van het overleg in de Tweede Kamer vanavond over‘Medicijntekorten in het algemeen en het tekort aan Thyrax in het bijzonder’. Want dat de productiestop van zo’n belangrijk medicijn louter een ‘planningsfout’ is, maak je mij en mijn mede-Thyraxgebruikers niet wijs.