Categorie archieven: festival & theater

De Reus is niet meer

De Reus is niet meer. Een hartelijke, spontane, kleurrijke recht-voor-z’n raap-vrouw is ons ontvallen. 

Marjan nam in veel situaties bepaald geen blad voor de mond. Ik herinner me een werkoverleg bij eetcafé De Poort, onze vaste afspreekplek. Onze workshop Welkommunicatie hebben we in grote lijnen klaar en we gaan een paar weken later een pilot draaien. Maar de voorwaarden voor de zaalhuur zijn nogal spartaans. Na enig gemopper springt Marjan op en zegt: ‘Ik ga ze er nú over bellen!’ Het telefoongesprek heeft een rustige start, maar alras ijsbeert Marjan door het café, op hoge toon (maar nog altijd in beschaafde bewoordingen) haar ongenoegen uitend. Ik ben niet zo van ‘in your face’, Marjan was dat wel. Mensen schrokken daar soms van, maar van Marjan kon je het hebben. Want ze was duidelijk en tegelijkertijd uitermate hartelijk en charmant. 

Antoniushof

Op een bijeenkomst van Utrecht Netwerk, Een Kerstpakket Voor Jou, ontmoet ik haar voor het eerst. Even zoeken via onze handige zoekmachine Twitter, hashtag #ekvj, en ik heb de datum gevonden: 17 december 2013. Het gaat om deze tweet Als bestuurslid sta ik bij de deur om de aanwezige zzp’ers aanwijzingen te geven: ‘Zet daar je kerstpakket neer, straks ga je ‘m uitwisselen met een andere ondernemer’ – het is druk genoeg, dus tijd voor een praatje heb ik niet. Dat gesprek heb ik pas na een uur. Met Marjan. Ze blijkt op de Antoniushof te wonen, de plek waar ik na mijn scheiding een paar jaar heb gewoond met mijn toen nog jonge kinderen. We blijken zelfs samen bij een tuinfeest te zijn geweest, Marjan weet zich van alles over mij te herinneren. We wisselen kerstpakketten en telefoonnummers uit, appen wat en daar blijft het bij. Totdat ik een paar maanden later een presentatie geef over offertes schrijven bij VoortuinNetwerk. Ze is speciaal voor mij gekomen en we staan lange tijd bij de bar. Ik nodig haar uit voor de Mariaborrel, toen nog de maandelijkse ondernemersborrel van Utrecht Netwerk. Ook daar raken we niet uitgepraat. Vanaf dat moment zien we elkaar steeds vaker. We worden vriendinnen.

‘Je kunt het’

Waarin zit ‘m de chemie? Allereerst in de oprechte aandacht. Marjan luistert écht en onthoudt wat je zegt. In de begintijd van onze vriendschap praten we veel over ons werk, we geven beiden trainingen en zien veel raakvlakken. Later bespreken we steeds vaker privézaken. Mooi daarin is de wisselwerking: de ene keer zit zij te tobben en staat onze hele vrijdagmiddagborrel in het teken van haar situatie. De andere keer heb ik een ‘uitdaging’ en buigen we ons daarover. Maar nog vaker gaat het helemaal niet over ons eigen leven. Zo hebben we een gemeenschappelijke afkeer van opschepperij, ronkende coachingtaal en de belofte van de maakbare samenleving. Teksten als ‘je kunt het, als je maar wilt!’ en ‘gelukkig zijn is een kéuze!’ vervullen haar en mij met afkeer. Hikkend van de lach kunnen we hier hele avonden over in gesprek zijn. Ik herinner me dat Marjan een keer nadat ze de kroeg binnen is gestapt het boek ‘Fuck it’ uit haar tas opdiept. Zonder het te hebben gelezen, hebben we een uur later de hele inhoud van het boek boven tafel en concluderen dat de Fuck it-methodiek ons op het lijf geschreven is

Netwerkborrels

Allebei zijn we echte netwerkers. Samen bezoeken we ondernemersvereniging Hotzo, Zolo, de Mariaborrel. Ik introduceer haar bij de launches van Leven Magazine, zij neemt me mee naar borrels van Kunstliefde. Het patroon is meestal als volgt: we stappen samen binnen, fladderen ieder een kant op en komen elkaar aan het eind van de bijeenkomst weer tegen. Dan praten we honderduit over de mensen die we ontmoet hebben, de verhalen die we hebben gehoord, de ondernemerskansen die er liggen. Een enkele keer vang ik haar veelbetekenende blik op als ik met een aantrekkelijk heerschap sta te converseren. Meestal houdt ze zich in dit soort situaties afzijdig, soms komt ze toch even langs om zich in het gesprek te mengen. Bijvoorbeeld met de vraag: ‘Hebben jullie al lichaamssappen uitgewisseld?’ Jaja, het kan maar duidelijk zijn! 

Tekst gaat verder onder de fotocollage

Biechtboom

We gaan elk jaar naar de Parade, naar lezingen van Studium Generale, vertellen ons verhaal bij de Biechtboom en stappen door een levensgrote vagina op het Betweter Festival. We kijken samen naar de CanalPride vanaf de werf bij MorrenGalleries. Op Koningsnacht weet ik altijd zeker dat ik haar en Bert tegenkom in de kleine straatjes bij het Wolvenplein, waar ze staan te dansen op de aanstekelijke klanken van een bevriende jazzband. Marjan komt naar me luisteren tijdens de Anna Karenina-voorleesmarathon van ILFU in 2018, we maken uitstapjes naar musea en naar zee. We borrelen bij De Poort (met bitterballen) en bij Jan Primus (met Vockingworst, hoewel er ook een keer Bossche Bollen voorbijkwamen bij de vrijmibo). 

Festivallaarsjes

En we hebben een zwak voor bijzondere kleding: ze introduceert me bij de Miskopenbeurs, we shoppen bij vintagezaakjes en kringloopwinkels. Ze koopt korte rode kaplaarzen voor me, die ik sindsdien altijd draag als ik naar modderige festivalterreinen ga. En elk jaar als ze terugkomt van vakantie, brengt ze iets voor me mee: een armbandje, een Mariakaars of een ‘blikje vriendschap’. 

Exit-brief

Toen we nog niet lang met elkaar omgingen, vertelde Marjan me dat ze een paar keer in haar leven een vriendschap had opgezegd. Per brief of per telefoon. Dat intrigeerde me. Ik maakte daar soms grappen over nadat we een woordenwisseling hadden gehad en zei dan: ‘Gelukkig, ik heb nog geen exit-brief ontvangen.’ 

Dit voorjaar bleef het lang stil aan de andere kant van de lijn. Geen appjes meer, geen borrelafspraken. Nu komt die exit-brief eraan, dacht ik. Het bleek anders te zijn. Marjan was ernstig ziek. Ze viel ook stil op sociale media. ‘Ben even tijdje weg,’ zette ze in mei op Twitter. Dat ‘even’ werd voorgoed. De Reus is afgelopen week overleden. Vaarwel lieve Marjan. Ik ga je missen. 

Marjan in museum Voorlinden, juli 2017

Een ingekorte versie van deze blog las ik voor tijdens de uitvaart van Marjan op 7 september 2020.

Update 3 oktober 2020: journalist Marlies Kieft beschreef Marjans levensverhaal afgelopen week in dagblad Trouw, in de rubriek Naschrift. Lees hier het artikel Extravert als Marjan de Reus was, haar binnenste hield ze voor zichzelf

‘Paradegevoel’ op Camping de Wereld

Camping de Wereld bij nacht

‘Kamperen met festivalallure’, las ik half juni in het Trouw-artikel Op de festivalcamping regeert nu de rust. Meteen dacht ik: dit wil ik deze zomer! De vakantie naar paradijselijk Lesbos hadden we afgezegd. Veel te link om te vliegen tijdens een pandemie, daar waren mijn lief en ik het over eens. Maar drie weken Balkonië zagen we ook niet zitten, hoe leuk Utrecht ook is. Dus boekten we een reisje naar pop-upcamping De Wereld, in een vennengebied vlakbij Nijmegen.

De camping is een samenwerkingsproject van gedupeerde festivalondernemers, die vanwege de coronacrisis hun hele zomer in het water zagen vallen. Initiatiefnemer Diederik Walther zegt in het interview in Trouw: ‘De tenten, sanitaire voorzieningen, tafels en stoelen, de foodtrucks – alles stond opeens stof te happen. Tegelijkertijd gaan veel Nederlanders niet in het buitenland op vakantie. Wat als we die spullen gebruiken voor een pop-upcamping, ondernemers zo nog wat laten verdienen en gasten een leuke week bezorgen?’ Ik houd ervan, die kracht en het lef van ondernemers. Niet lijdzaam afwachten, maar dóen.

Bos-akoestiek

En wat is het gaaf! De kleuren, de sfeer, de theatervoorstellingen, de leuke mensen, het lome leven. Meteen op de eerste avond zitten we bij het Klapstoelkabaret – ook al een corona-initiatief. In een open veld middenin het bos staan Kiki Schippers en Vlamousse op een uitklappodium. Ze houden vlammende betogen over wit huiswerk, bodyshaming en het vrouwelijk orgasme. Geweldig om tijdens de zang de galmende akoestiek van het bos te ervaren in plaats van die van een theaterzaal. En heel fijn om weer bij een voorstelling te zijn. Begrijpelijk dat De Parade en zoveel andere festivals niet door kunnen gaan deze zomer – maar het is wel een gemis! (Tekst gaat verder onder de foto)

Kiki Schippers

Coronaproof

Camping De Wereld is een ‘glamping’ met tipi’s waarin je fatsoenlijk kunt staan, echte bedden en een koelkast. Gelukkig maar, want kamperen is niet echt mijn hobby (hoewel ik op Keiland de charmes van het leven in een tentje leerde herwaarderen). Alle tipi’s en yurts hebben landennamen die terugkomen boven de deuren van het sanitair; geheel coronaproof hebben we een eigen douche en toilet. Natuurlijk blijft het behelpen. Koffiezetten gaat niet met een druk op de knop. Je loopt met een pannetje naar de kraan, kookt water op het butagasstel en giet dan je koffie op via het filter. Moet je ’s nachts plassen, dan zit er niets anders op dan naar het toiletgebouw te lopen. Maar ach, het hoort bij het campingleven en helpt bij het vertragen.

In de eerste versnelling

Want vertragen, dat doen we. Dan begon al met de fietstocht van Utrecht richting Nijmegen. Ontzettend leuk: op de fiets zie je zoveel meer! In Doorn kom ik bijvoorbeeld een standbeeld tegen van een van mijn lievelingsschrijvers, Simon Vestdijk. En we fietsen langs de schitterende Cunerakerk in Rhenen en door het prachtige natuurgebied De Blauwe Kamer vlakbij Wageningen. Die eerste versnelling houden we aan tijdens ons verblijf in Overasselt. Het had me leuk geleken om een dagje Nijmegen te doen, of naar het Afrikamuseum te gaan. Maar het is te warm. En op de camping is genoeg vertier.

Stille Disco en rosé

We gaan naar de Stille Disco, lezen boeken, staan onder de ijskoude sproeier, drinken een biertje op het terras. Er is een Kledingkerkhof waar je je oude kleding ten grave kunt dragen, compleet met afscheidsverhaal. We zien de video-installatie There must be some way out of here van De Jonge en De Witte, een duo dat eveneens het hele zomerprogramma moest annuleren. Op een kwartiertje fietsen bevindt zich recreatieplas Berendonck voor de broodnodige verkoeling. En op de laatste avond zitten we, schuilend voor een onweersbui, urenlang onder een grote tentluifel met diverse andere ‘wereldburgers’ rosé te drinken. Toch nog een beetje dat Paradegevoel. (Lees verder onder de fotocollage)

9x camping De Wereld

Complimenten aan het team, dat in korte tijd zo’n fantastische camping en dito programma heeft opgezet. Wat mij betreft hoef ik volgend jaar de landsgrenzen niet over, maar ga ik weer op wereldreis om de hoek!

je fouten vieren op het faalfestival

‘Geluk is een keuze.’ ‘Success doesn’t come to you, you go to it.’ Dagelijks wordt het ons ingepeperd: denk groot! Word beter, verdien meer! Maar de realiteit is dat we fouten maken. En dat we keer op keer pech hebben in het leven. Wat is het dan een verademing als er een Faalfestival wordt georganiseerd! Je begrijpt dat  ik er dolgraag bij was, afgelopen zaterdagavond in Tivoli Vredenburg.

Tijdens het Faalfestival, een initiatief van Remko van der Drift, komt een bonte schakering van teleurstellingen voorbij. Er zijn lezingen over falen in de liefde, in de opvoeding, in de wetenschap en falen in de maatschappij. Er is een ‘zwelgplek voor mensen in mineur’. Bezoekers kunnen hier hun narigheid op een briefje zetten en ruilen met iemand anders op het festival. En er is een ‘Pop-Up-museum van gefaalde voorwerpen’. Zoals een onderkintrainer die niet tot het gewenste resultaat leidde. Of een typemachine, aangeschaft in de kringloopwinkel. Het leek de nieuwe eigenares een romantisch idee om er oldskool gedichten mee te typen. Maar helaas. Bij thuiskomst bleek de machine geen qwertytoetsen te hebben: na het openen van het typemachinekoffertje verscheen het Cyrillische alfabet.

Dan is het tijd voor de sprekers. Allereerst beluisteren we het indrukwekkende verhaal van ’troeteldakloze’ Wim Eickholt. De Utrechter verliest zijn baan, zijn vrouw en zijn huis en komt in het Snurkhuis terecht: ‘ik ontmens daar elke dag een beetje meer.’ Het lukt hem om via een afkickkliniek en een kamer in het Leger des Heils weer in een eigen woning terecht te komen. Na Eickholt stapt Sofie van den Enk op het podium, die hilarisch herkenbaar vertelt over falen in de opvoeding. Bijvoorbeeld over de wanhopige pogingen om de niet-aflatende stroom opdrachten van de basisschool uit te voeren, zoals het vervaardigen van een fleurig én verantwoord paasontbijt voor een klasgenootje.

‘Falen is big business,’ stelt filosoof  Stine Jensen daarna. Kijk maar naar alle ‘faalbladen’ in het tijdschriftenschap, met artikel over loslaten en de kracht van kwetsbaar zijn. Stine vertelt over het Deense toprestaurant Noma, waar mensen maandenlang op de wachtlijst staan voor een etentje. De prestatiedruk is daar zo hoog, dat de eigenaar eens per week een faaldag heeft ingesteld, waarop het personeel naar hartelust mag experimenteren. Prachtig is ook het ‘cv of failures‘ dat Stine laat zien: het curriculum vitae van Johannes Haushofer somt van alles op wat hij niet heeft gehaald, niet heeft afgerond en wat niet is gepubliceerd. Het is sterk en dapper om voor je fouten uit te komen, stelt Jensen.

Veel lezingen gaan over de kracht van falen: je leert van je fouten, en zit je in een beroerde situatie, dan kom je er vaak gelouterd uit. Maar hoe zit dat bij Diederik Stapel, de man die in 2011 werd ontslagen bij de Universiteit Tilburg omdat hij onderzoeksresultaten verzon? Voor een muisstille, nokvolle zaal vertelt Stapel hoe het kon gebeuren dat hij langzaam maar zeker steeds meer wetenschappelijke feiten bij elkaar fantaseerde: ‘De wereld die ik zag was niet zo ordelijk en esthetisch als ik wilde.’ Hij wist heel goed dat hij fout zat: ‘Daarom werkte ik zo hard, om te compenseren. Ik denk dat je fouten kunt maken als je onthecht. Ik sloot daar mijn ogen voor.’ Het verhaal is indrukwekkend omdat het zo pijnlijk is – hier is geen sprake van loutering, van ‘eind goed, al goed’. Hier staat een man die nooit meer aan het werk komt, die anderen pijn heeft gedaan – een fraudeur. Organisator Remko van der Drift kreeg voorafgaand aan het festival vragen over de komst van Diederik Stapel. In Trouw zegt hij: ‘Mensen vinden blijkbaar dat er een bepaalde grens is aan de fouten die je mag maken. Ik persoonlijk vind het juist ongelooflijk dapper dat hij hier zijn verhaal doet.’ Soms helpen fouten je juist níet verder en is het een kwestie van accepteren dat je hebt gefaald.

De laatste spreker die wij beluisteren is columniste Elfie Tromp, met een heerlijk verhaal over haar relaties die steeds weer mislukken. Hoewel … kan een relatie wel mislukken? ‘Mijn leven is een komen en gaan van toekomsten,’ zegt Elfie. ‘Regelmatig zit ik bij een nieuwe man in een nieuwe huiskamer op een nieuwe bank, met de brokstukken van de vorige relatie nog op mijn netvlies.’ De ene relatie volgt de andere op, maar is er dan sprake van falen in de liefde? Verliefde mensen valt niks kwalijk te nemen, vindt Elfie. ‘De verliefde geest is niet coherent, maar laveert tussen brokstukken.’

Ruil je Rampspoed: vanaf 21 maart kunnen we bij de VPRO verder met het uitwisselen van onze ongelukservaringen. Meer hierover lees je op VPRO Zwelgplek.

 

 

 

 

 

de parade 25 jaar

‘Neuken, pijpen, beffen, cocaïne en rosé,’ zongen Van Houts en De Ket jaren geleden blijmoedig bij de ingang van hun theatertent. In het liedje omschreven ze de (in hun ogen) voornaamste USP’s van de Parade. Ouders met dreumesen aan de hand versnelden verschrikt hun pas bij het horen van dit tekstje, gezongen op een onschuldige kinderliedjesmelodie. Voor mij één van de mooie herinneringen aan 25 jaar De Parade. Tegenstanders van het festival smalen over ‘een feestje voor hippies en bakfietsmoeders.’ ‘Elitair vermaak. En het wordt élk jaar duurder.’ De liefhebbers echter tellen jaarlijks vanaf juni de dagen totdat het rondtrekkend theaterfestival in hun stad neerstrijkt. Eén van die liefhebbers ben ik. Sinds 2002 ben ik elke zomer meerdere avonden op het festivalterrein te vinden. Hoe komt het dat de Parade zo’n onweerstaanbare aantrekkingskracht op me heeft?

Is het de zweef? Nee. De zweefmolen vind ik eng. Vroeger, met de kinderen, ging ik er wel eens in. Maar de mannen van de zweef (al jaaaren dezelfde trouwens) trekken mij altijd te hard aan de schommels tijdens het zweven. Als ik dan toch draaierig wil worden, dan liever van de wijn, die altijd rijkelijk vloeit op de Parade. Niet eens omdat ik zelf zo groot insla: het is een goede gewoonte om de vele bekenden die je treft op het terrein bij te schenken uit de fles die je eerder op de avond hebt aangeschaft bij de wijnbar. Gelukkig wordt het drinken van kraanwater op de Parade gestimuleerd, zeker sinds het festival Join the Pipe steunt. Dat, in combinatie met de consumptie van een paar geitenkaaskroketten van Haute Friture, maakt dat het met de kater uiteindelijk best meevalt.

Kees & Eddie op de ParadeIs het de kwaliteit van de voorstellingen? Ja en nee. Er is veel moois te zien op de Parade. Ik denk met plezier terug aan shows van Ellen ten Damme, Sven Ratzke, Maarten van Roozendaal en ongelooflijk veel onbekend talent (zó onbekend dat ik geen namen kan noemen). Soms valt het mee, soms valt het tegen. Zaterdagavond in Utrecht zag ik De Geräuschmacher van Beppe, Kees en Eddie. Een vermakelijke voorstelling, maar bij lange na niet zo dolkomisch als Mon Bouillon van een aantal jaren geleden. Ook zag ik Metamorphosen van Greet, Femke en Linda. ‘Zonde van mijn geld,’ briesten mijn vrienden bij het het verlaten van de tent. En inderdaad, de weergave van het klassieke meesterwerk van Ovidius was dermate onbegrijpelijk dat we de plot met geen mogelijkheid konden navertellen. Voor mij hoort dit echter ook bij de Parade: met z’n allen dicht opeengepakt in een bloedhete tent naar een vage voorstelling kijken met veel rook, gekleurd licht en mysterieuze geluiden, en eigenlijk geen idee hebben wat er gebeurt. Maar het kan je niet schelen, omdat je met leuke mensen bent. Omdat je weet dat je een half uur later op de dansvloer van de Silent DiscoKen uzelf staat. En omdat je elk jaar weer vrienden-van-vrienden treft aan de lange tafels met ongemakkelijke houten bankjes. Mensen die je meteen kunt vragen ‘ken jij jezelf?’, daarbij obligate dooddoeners als ‘wat doe jij eigenlijk?’ overslaand.

Deze prettige chaos, tegen een decor dat het midden houdt tussen een camping, de kermis en een enorm terras op een lommerrijk plein, maakt dat ik ook vanavond weer de fiets pak op weg naar het Moreelsepark.