Categorie archieven: liefde

knippen & plakken

Het nieuwe jaar ben ik goed begonnen met een fijne groep mensen om me heen, een nieuwjaarsduik in Zandvoort én een collage.

Knutselen is niet echt mijn ding. Als ik iets maak, is het meestal nuttig (bijvoorbeeld een tekst voor een opdrachtgever) of nodig (een maaltijd koken, een knoop aannaaien). Voor mij is het dan ook heel bijzonder om zomaar een hele middag plaatjes en quotes uit tijdschriften te scheuren en op een vel papier te plakken. Ik deed het een paar dagen geleden in de kerstvakantie. Zie hier het resultaat. Lees verder onder de foto

De collage geeft weer wat mijn wensen zijn voor 2024. Geen hoogdravende zaken: een goede balans tussen werk en privé, ruimte  en aandacht voor de mensen die me lief zijn, eindelijk weer gaan sporten. ’Simplify your life’ vat het voor mij mooi samen: mijn agenda hóeft niet continu vol te zijn. En de dingen die ik doe, hoeven niet altijd nut te hebben.

Dat knippen en plakken was daarom zo gek nog niet. En het bleek óók nog zinvol te zijn 😉

2022: mijn vijf inzichten

Lijstjes over 2022 zijn er genoeg: in de kranten lees je de hoogte- en dieptepunten van dit roerige jaar. Van mij geen ’the best of’. Wel een persoonlijke terugblik op het jaar aan de hand van vijf (her)ontdekkingen: 

Live ontmoeten is leuker

Wat was het afzien, de vele maanden met videocalls in 2020 en 2021. En als je elkaar dan live zag, moest je afstand houden. Dat was vast veiliger, maar funest voor de verbinding. Begin 2022 zat Nederland wéér in een strenge lockdown. Ik had geluk: in januari ging ik onverwacht een weekje naar Valencia. Daar kon ik ineens weer cafés binnenlopen. Het raakte me. En ook in Nederland kon ik mijn geluk niet op toen ik weer kon afspreken in de horeca. Cafés en koffietentjes zijn de huiskamers van de stad. Mensen moeten elkaar daar kunnen treffen. Ook fijn trouwens dat we weer familiefeestjes konden vieren. Gewoon thuis. Met veel mensen. De trouwdag van pa en ma bijvoorbeeld. De terugkomst van dochter na haar verblijf in Spanje. En de 25e verjaardag van zoon. O, en laat ik de Utrechter Ondernemers Borrel niet vergeten! Bekijk hier een impressie van de kerstborrel van vorige week 

Cultuur inspireert 

‘Het kan weer’ was in 2022 een veelgehoorde, gelukzalige uitspraak. Eindelijk weer naar festivals. Musea. Het theater. Dansen. Ik ben met mijn Paradepas wel vijf keer naar de Parade geweest deze zomer, ik ging naar Koningsnacht in Utrecht en Koningsdag in Amsterdam, bezocht het Seksfestival, danste bij Slapen kan Altijd nog en de Dabke Night, bezocht lezingen van Studium Generale, ging naar Kunstenfestival Watou, was bij het concert van Spinvis, bij Figaro van Holland Opera, bij de Utrechtse stadsopera Trijn ter ere van 900 jaar Utrecht, op het Bevrijdingsfestival.

Lees verder onder de foto

de Parade 2022 in het Utrechtse Moreelsepark

En dan was er nog het Tekstnetfestival, waarop we het 32-jarig bestaan van de vereniging vierden. En het 50-jarig jubileumfeest van de Janskerk, het Jansfest. Meer dan andere jaren drong tot me door: het is bijzonder dat dit kan. Dat we probleemloos met zoveel mensen samen kunnen zijn. Dat ik in staat ben de entree te betalen. Daar ben ik dankbaar voor. Cultuur verrast en ontroert, geeft stof tot nadenken, brengt me op nieuwe ideeën. En het allermooist is het als je dit kunt beleven samen met anderen. 

Reizen door Europa kan prima per trein 

Ik heb heel wat internationale treinreizen gemaakt dit jaar! In maart naar Parijs. In mei naar Valencia. En in het najaar naar Berlijn. Dochter bracht me op het idee: zij pakte de trein naar Spanje omdat ze als Erasmusstudent alleen een duurzame reis vergoed kreeg. Dat wilde ik ook eens proberen! Ik geef toe: vliegtickets kopen is makkelijker en goedkoper. Maar reizen met de trein is zoveel leuker. Je ziet het veranderende landschap aan je voorbijtrekken. Je hebt gesprekken met medereizigers. Je vertraagt je tempo. En het is veel beter voor de aarde. Zo is de CO2-uitstoot van een vliegreis naar Spanje 669 kilo – die van de trein slechts 44. 

Treinplannen voor 2023 ben ik al aan het maken. Zo lijkt het me fantastisch om mijn lievelingseiland Lesbos te bezoeken per trein en per boot. Het duurt een paar dagen, maar het kan! 

Werken kan overal   

Op Lesbos ben ik ermee begonnen: werken in het buitenland. Lekker een paar uurtjes schrijven en dan naar het strand. Dit jaar deed ik dat weer, samen met Anneke. In de drie weken dat ik in Valencia was, heb ik een dag of tien gewerkt. Dit beviel ook Anneke zo goed, dat we besloten dit vaker te doen. En dus was ons reisje naar Berlijn in november ook een ‘workation’. In 2023 volgen er meer van dit soort werkreizen! 

Ook mijn vaste werkplek veranderde dit jaar. Bij My Office was het heel fijn werken, maar ik had een flinke reistijd. Ik wilde naar het centrum van Utrecht. Na een paar dagen proefwerken bij verschillende bedrijfsverzamelgebouwen, koos ik voor Creative Valley aan het Utrechtse Stationsplein. Een topplek!  Lees meer over mijn nieuwe kantoor

Bankhangen moet 

Wie fulltime werkt en veel mensen ontmoet, heeft ook tijd nodig om te niksen. Compleet niksen gaat mij niet lukken – naast mijn betaalde opdrachten doe ik vrijwilligerswerk. Zo ben ik co-voorzitter van wooncoöperatie Casa Calor en ben ik dit jaar bestuurslid geworden van mijn beroepsvereniging Tekstnet. Daarnaast stream ik af en toe op zondag de vieringen vanuit de Utrechtse Janskerk. Maar áls ik dan bankhang, mag ik graag een boek lezen of series kijken. Tijdens de lockdowns heb ik Netflix en NPO Start echt leren waarderen. Favorieten van het afgelopen jaar waren Rita, De geniale vriendin en 10 pour cent. 

Bij dat bankhangen is vaak een kat betrokken. Tot mei dit jaar was dat de roodharige Koosje, die helaas is ingeslapen. Lees hier Koosjes In Memoriam Sinds half september is Pommetje mijn nieuwe huisgenoot. Een wildebras die óók graag op schoot zit.

Opladen en tot rust komen doe ik verder in de Janskerk, de Mariakapel van de Catharinakathedraal of op Keiland, waar ik dit jaar voor het eerst met mijn vriend en zijn kinders was. Corona gaf me eveneens een pauzemoment: in augustus had ik dan eindelijk twee streepjes bij de covidtest. Gelukkig was ik niet erg ziek én hadden we in Nederland een hittegolf. Ik lag dan ook vrijwel de hele week in een opblaasbad boeken te lezen. Die boeken liggen ook nu weer klaar. Dus ga ik lekker bankhangen naast de kerstboom. Ik wens jou een heel mooi 2023!  

lange mauwen

Negen foto's van Koosje, een roodharige kat. We zien Koosje op de bank, op de trap, kijkend naar een blikje voer, Koosje samen met een roze flamingo-gieter, Koosje in de keuken kijkend naar het aanrecht waarbij een man met een mes staat. En Koosje met een filter waardoor het lijkt alsof ze een brilletje op heeft.

Koosje is gisteren van ons heengegaan. Ze is achttien jaar geworden. Het is zó stil in huis. Geen trippelende voetjes die met me mee de galerij aflopen als ik vertrek. Geen gestommel op de trap als ik thuiskom. Geen doordringend gemiauw rond etenstijd. Geen gesnor op het dekentje onder mijn bureau tijdens het werken. Koosje komt nooit meer terug.

Hoe Koosje bij ons kwam

Veertien jaar geleden haalden we Koos uit het asiel. Zij en Kitty waren onafscheidelijk , lazen we op de site. We kregen de dames alleen als duo mee. Geen probleem, gezellig juist. Helaas kregen beide dieren na korte tijd een infectieziekte. Kitty overleed. En ook Koosjes leven hing aan een zijden draad. Maar Koos krabbelde op. Ze was ineens de enige kat in huis, in ons toen nog zeskoppige gezin. We snelden opnieuw naar het asiel en zorgden voor gezelschap: Máxima. De dieren gedoogden elkaar, maar Koos bleef altijd de baas in huis. Ze nam het lekkerste plekje in op de bank. En zette ik het eten klaar, dan wachtte Max lijdzaam af tot ook zij door Koosje tot de voerbak werd toegelaten. Máxima is al een tijd niet meer in ons midden, Koos was de afgelopen anderhalf jaar enig dier. 

Miauw

Koosje was een extraverte kat. Ze mauwde veel en luid. ‘Lange mauwen’ noemde mijn ex haar kenmerkende gekakel. Je kon hele gesprekken met haar voeren:

– Koosje?

– Mauw.

– Koos.

– Miauw.

– Koosje toch!

– Miaaaaaaaauw.

– Wat zeg je Koosje?

– Maaaaaaaaaaaaaaaauw! 

Snapchat-filters

Toen de kinderen ouder werden, was Koos regelmatig het mikpunt van spot. Bijvoorbeeld als ze de huiskamer uit wilde en zich ostentatief mauwend naast de dichte deur posteerde, smartelijk omhoogkijkend naar de deurklink. De deur werd dan pesterig op zo’n klein kiertje opengedaan, dat Koos er nog steeds niet doorheen kon. Ze werd dan steeds verontwaardigder. Hilarisch was het als ze tijdens het eten bij ons aanschoof. Ook zij zat dan op een stoel. Haar kopje stak net boven de tafel uit. 

Altijd werden de nieuwste Snapchat-filters op haar uitgeprobeerd. We hebben foto’s van Koos met bril of puntmuts, met een kubistisch kopje of griezelig grote ogen. Ze figureert in vele filmpjes. Ook ik maakte tientallen foto’s per week van het dier. Ze was nou eenmaal altijd in de buurt. Tijdens het koken zat ze op de keukenstoel en volgde met priemende ogen mijn verrichtingen aan het aanrecht. Tijdens het Netflixen zat ze tussen ons in op de bank. Hing ik de was op, dan kwam ze naar boven. In coronatijd liet ze zich regelmatig horen tijdens videocalls, vooral na 16.00 uur (= bijna etenstijd). ‘Ah, daar hebben we Koos’, riepen mijn klanten dan. Ook tijdens telefoongesprekken praatte ze mee. Vooral als ik op de bank zat te bellen, kon ik mijn gesprekspartner soms met moeite volgen vanwege een achter mijn hoofd heen en weer drentelende, luid orerende Koos. Alleen tijdens het stofzuigen maakte ze zich uit de voeten. En op Oudjaarsdag was ze ook uit beeld: dan was Koos steevast achter de wc-pot te vinden.

Vermist

Koosje is één keer kwijtgeraakt, een paar maanden na mijn verhuizing. De kinders en ik printten A4’tjes met de tekst ‘KOOSJE VERMIST’ en hingen die op in de buurt. Ook op de site van Amivedi verscheen haar portret. Twee dagen na Koosjes vermissing ging ik ’s nachts met een nieuwe date mee naar huis. Hij en ik bevonden ons net in de slaapkamer, toen ik mijn telefoon hoorde in mijn handtas onderaan de trap. Continu bleef de ringtoon overgaan. Ik liep naar beneden en kreeg een wijkgenoot aan de telefoon. Zij meende Koosje gezien te hebben. Tot ongenoegen van de ‘het is maar een kat’ brommende meneer kleedde ik me aan. Ik fietste als een speer naar huis. Koos bleek zich twee straten verderop onder een auto verschanst te hebben. Wat was ik blij! Van de date heb ik nooit meer iets vernomen. Al snel vond ik een date mét kat. Dat zijn de beste.

Vaarwel Koos

Koos, ooit een kat met overgewicht, vermagerde snel de laatste tijd. Een paar weken geleden bleek ze een tumor bij haar kaakje te hebben. Op haar gezegende leeftijd was opereren zinloos. Zoon en ik reden gisteren voor de laatste keer met haar naar de dierenarts. Daar is ze vredig ingeslapen. Lieve Koos, we missen je nu al.  

2021: dit kan nog wél

2020 was een jaar van omdenken. Door de coronamaatregelen vielen uitjes buiten de deur en spontane ontmoetingen weg. En de komende maanden zal dat ongetwijfeld zo blijven. Wat kan nog wél? 

  • Wandelen! Ik heb nog nooit zoveel stappen gezet als tijdens de afgelopen maanden. Gewoon in mijn eigen wijk. Langs de Utrechtse singel. Of in Amelisweerd. En elke keer zie ik weer nieuwe dingen. Muurschilderingen en muurgedichten. Videokunst. Eeuwenoude bomen. Het bankje waar dichter Leo Vroman voor het eerst zijn latere vrouw kuste. Onderweg nemen mijn wandelmaatje en ik een koffie to go erbij. Bijvoorbeeld van Koffie Leute, dat speciaal voor deze meeneem-pleur de munteenheid Pleuro bedacht.  
  • Lezen! Ik ben, tussen twee lockdowns door, weer lid geworden van de bibliotheek. De nieuwe natuurlijk, op de Neude. Een paradijs. Voorheen maakte ik alleen in de vakanties tijd voor een boek. Nu verslind ik romans, ’s avonds op de bank.
  • Luisteren! Ik heb op Blendle mijn favoriete mix gemaakt van bladen en onderwerpen. Iedere ochtend en avond stelt Blende op basis hiervan een luisterprogramma voor me samen (heel slim gedaan: de voorleesronde begint altijd met het persoonlijke: ‘Hé Olga! Goeiemorgen / middag /avond’). En ik luister naar podcasts via Soundcloud, NPO of De Correspondent. Lekker, om voor je uit te staren en te worden voorgelezen. 
  • Kijken! Iedereen om me heen keek al jaren Netflix-series. In november 2020 schakelde ik ook maar eens in. Tv-kijken vind ik meestal saai, programma’s als Heel Holland Bakt, Boer Zoekt Vrouw enzovoort zijn absoluut niet aan mij besteed. Hooguit kijk ik eens een documentaire. Maar dat een serie kijken zo ontspannend kon zijn wist ik niet! Je bent even helemaal in een andere wereld. Soms urenlang.
  • Thuiswerken! Hoewel ik met een paar andere zzp’ers een heerlijke kantoorruimte huur, werk ik sinds corona een groot deel van de week thuis. Eerst deed ik dat aan de keukentafel. Toen zoon het huis uit ging, heb ik zijn kamer een paar maanden onaangeroerd gelaten. Stel dat het studentenhuis hem niet beviel, dan kon hij zo weer terug. Maar hij heeft het enorm naar zijn zin bij De Sterren. In de zomer besloot ik dan ook de kamer op te knappen. En gele muur, junglebehang, planten, een hangstoel … het is een fijne plek geworden. Voor het eerst in 20 jaar heb ik een eigen werkkamer in huis. Lees verder onder de foto’s
  • Vakantie in eigen land! Zo ging ik dit jaar niet naar Griekenland, maar naar de camping in Nijmegen. Lees meer over mijn belevenissen op Camping de Wereld
  • Zoals gezegd in mijn vorige blog: support your locals, ga thuis uit eten!
  • Online naar het theater en naar lezingen. Hiermee heb je een leuke avond en steun je de zo zwaar getroffen cultuursector. Ik kocht voor oudejaarsavond bijvoorbeeld een ticket voor een streamvoorstelling van Margreet Dolman en Dominee Gremdaat. Tip: een nieuwjaarsvoorstelling van Margreet en de dominee is te zien op 2 januari! 
  • En tot slot: ik koester de vertrouwde mensen om me heen. Ze zijn de moeite waard. Dat waren ze uiteraard ook voor de coronacrisis al. Maar door het hollen en vliegen van voorheen stond ik hier niet altijd genoeg bij stil. Nu wel. Mijn geliefde en ik zien elkaar een paar keer per week. Samen naar het theater of de sauna lukt niet meer, maar wandelen of simpelweg met een wijntje op de bank zitten is ook heerlijk. Dochter en ik waren voor de lockdown veel van huis. We zagen elkaar alleen bij het avondeten (áls dat al gebeurde). Nu lunchen we elke dag tussen onze werk- en studieafspraken door en kijken zo nu en dan een film of documentaire met z’n tweeën. Heel gezellig! Zoon komt regelmatig eten en dan praten we bij, bij pa en ma ga ik op anderhalvemetervisite, met vrienden maak ik een wandeling of hield ik (toen het nog mooi weer was) borrels op mijn dakterras, ik heb leuke en lieve collega’s. En ook de Zoomkoffies en -borrels met vrienden en familie gaan nog wel even door.

Wat 2021 ons verder brengt …?

Grootste, meeslepende plannen voor 2021 heb ik niet: ik ben dankbaar voor de kleine dingen. Tegelijkertijd zijn juist dat de dingen die écht van waarde zijn. Ik hoop dat mijn geliefden, de mensen om ons heen en ik gezond blijven en dat we over een paar maanden weer kunnen genieten van elkaars nabijheid. Dat de spontaniteit terug kan keren in de samenleving. En dat de liefde overwint in een wereld waarin mensen steeds vaker tegenover elkaar staan.

Ik wens je een warm, gezond en gelukkig nieuwjaar!

hartzeer

Wat een tref dat ik dit voorjaar het boek Hotel Hartzeer kocht op Koningsdag. Voor een paar euro schafte ik het aan op de kindervrijmarkt, bij een monter ogende vader die het boek kennelijk niet meer nodig had. Alsof ik toen al aanvoelde hoe goed ik het werkje van Susan Smit en Marion Pauw een paar maanden later kon gebruiken. Dit boek heeft me er echt doorheengesleurd toen het liefdesverdrietmonster me onlangs weer eens stevig in zijn greep hield. Een volledige samenvatting van Hotel Hartzeer ga ik je niet geven. Wel zet ik op een rij waar ík het meest aan had.

1.Neem je gevoel serieus. Liefdesverdriet is échte, lichamelijke pijn.

De liefde is verslavend. Liefde is gerelateerd aan het beloningscentrum van je brein. Valt de liefde plotseling weg, dan krijg je afkickverschijnselen. Je wordt letterlijk ziek van het gemis van je geliefde. Het pijnsysteem in je hersenen wordt niet alleen geprikkeld door lichamelijke pijn, maar ook door sociale en emotionele pijn. Liefdesverdriet trekt in je brein dezelfde sporen als griep en depressie. Je kunt proberen je omgeving te laten geloven dat het ‘beter is zo’ en dat je ‘er alweer overheen bent’, maar je lichaam liegt niet. Het lichaam bibbert, heeft geen eetlust, voelt zich hondsberoerd. Het heeft tijd nodig om te herstellen van deze klap.

2. Stop met zoeken naar verklaringen en ‘nuttige’ informatie. 

Na de breuk heb je alle tijd van de wereld om op je gemak te analyseren waardoor het is misgegaan. Voorheen bracht je vele avonden met je geliefde door. Die avonden zit je nu alleen op de bank, of huilend met je vrienden in de kroeg. De vrijgekomen tijd kun je benutten met het zoeken naar ‘closure’, zoals Smit & Pauw dat noemen. Je bedenkt allerlei verklaringen voor zijn / haar en jouw gedrag. Je zoekt in oude app-conversaties en weegt de woorden die je keer op keer overleest op een goudschaaltje. En je bedenkt scenario’s: ‘Als ik dit had gedaan, dan …’ ‘Toen hij dat zei, had ik beter …’ Doe dit niet, adviseert Hotel Hartzeer. Het heeft geen enkele zin. De enige ‘closure’ vind je bij jezelf. Onderzoek wat jóuw aandeel was in het ontstaan van de relatiebreuk. Hem / haar kun je niet veranderen. De nieuwe situatie (Het is uit. Je relatie is over. Je bent single.) evenmin.

3. Ruim ‘oude pijn’ op.

Bij liefdesverdriet komt gegarandeerd andere pijn naar boven. Sterker nog, die ‘oude pijn’ kan zelfs de dieper liggende oorzaak zijn van de relatiebreuk. Het is goed om hiermee aan de slag te gaan, stellen Smit & Pauw. Ze hebben het bijvoorbeeld over de hooggespannen verwachtingen die je kunt hebben van een partner. Dat hij of zij je gelukkig zal maken bijvoorbeeld. En dat je hem / haar nodig hebt. (Meer hierover lees je in het zeer interessante boek van Jan Geurtz, Verslaafd aan liefde). Hechtingsstijlen spelen een belangrijke rol bij partnerkeus: de manier waarop je als kind een band met je ouders creëerde, herhaal je als volwassene in de liefde. Deze stijlen vertalen Smit & Pauw in het gedrag van honden en katten. De hond staat voor verlatingsangst: hij vindt het baasje geweldig, ook al wordt hij verwaarloosd. Hij blijft trouw, ook al krijgt hij 24 uur geen voer. Het principe van de hond is: ‘ik doe alles voor je, zolang je maar van me houdt.’ De kat staat voor bindingsangst. Katten zijn niet van plan om te werken voor de liefde. Ze hebben een afwachtende houding en vermaken zich opperbest in hun eentje. Het principe van de kat is: ‘als jij alles voor me doet, wil ik misschien wel van je houden.’

4. Stap niet onmiddellijk in een nieuwe relatie.

De verleiding is groot om direct na de breuk op zoek te gaan naar een vervangende verkering. Dat is troostrijk, dempt je verdriet en geeft een boost aan je mogelijk geschonden ego. Doe dit niet, adviseren de dames van Hotel Hartzeer. Zoek eerst uit hoe het komt dat je relatie is uitgegaan. En wat jouw aandeel daarin was. Zo verklein je de kans dat je weer met eenzelfde type man of vrouw in zee gaat, met wie het uiteindelijk óók niet blijkt te werken. Troost zoeken bij een minnaar is wél toegestaan. Uitzinnige seks helpt, of het nou gaat om een one night stand of een vaste minnaar / friend with benefits. Maar kijk uit voor het ‘jonge eendjessyndroom’:  een eend die uit het ei komt, beschouwt het eerste levende wezen dat hij tegenkomt als zijn moeder. Heb je net seks gehad, dan kun je de eerste de beste man of vrouw die jou bemint gaan beschouwen als een partner. Pauw & Smit geven de sympathieke tip om er een tijdje twéé minnaars op na te houden om dit jonge-eendjessyndroom te voorkomen.

5. Mijd ‘vrienden’ die parasiteren op jouw verdriet.

Het hardst heb ik gelachen om het hoofdstuk over reacties van de omgeving op jouw liefdesverdriet. Hilarisch is de omschrijving van verschillende typen vrienden. Vampirella bijvoorbeeld: ‘Sinds jij een gebroken hart hebt, zit zij op de eerste rij.’ De predator, de platonische vriend: ‘Hij veegt je tranen weg, hij haalt Ben & Jerry’s, hij wiegt je in slaap … en ineens word je wakker met zijn erectie in je rug.’ Of de roofkip, die de ex van haar vriendin ‘per ongeluk’ tegenkomt als het uit is, samen met hem koffie drinkt waarbij ze ‘zijn kant van het verhaal’ aanhoort en daarna vaker met hem afspreekt ‘omdat ze zo fijn kunnen praten.’ ‘En toen overkwam het hen gewoon.’

Tot slot: het boek wordt, tamelijk uitgenast, gesponsord door een chocolademaker. En eerlijk is eerlijk, chocolade helpt. Net als lieve vrienden, hardlopen en de Treurige Liedjes-lijst op Spotify. Ach, en voor je het weet is het weer lente.

De tekening op het krantenknipsel dat al jaren op mijn prikbord hangt is van Peter van Straaten

 

de beste negen van 2017

De #bestnine2017? Voor iemand die dagelijks tientallen foto’s maakt is het een hele opgave om negen favorieten te kiezen. Ik koos dan ook niet per se de ‘beste’ foto’s uit. Wel zie je hier de plaatjes die het verhaal vertellen van negen bijzondere momenten uit het afgelopen jaar.

Allereerst een foto uit de viering in de Utrechtse Janskerk op 29 januari. Ik ben op dat moment net gedoopt en daarmee toegetreden tot de rooms-katholieke kerk. Mijn vrienden en peter en meter, Hans en Elise, hebben me het witte doopkleed omgedaan. Een steeds sterker wordende wens van jaren ging in vervulling. De doop is een keuze die met het verstand niet is uit te leggen. En dat doe ik dan ook niet. Het is een mysterie. Net zo min als ik kan uitleggen wat Maria met me doet. Ik brand een kaarsje voor haar bij hoogte- en dieptepunten in mijn leven. Dit jaar ging ik maar liefst vier keer naar de fantastische Mariatentoonstelling over ‘de meest afgebeelde vrouw op aarde’ in het Catharijneconvent (foto 2).

In 2017 was ‘man/vrouw’ regelmatig onderwerp van gesprek tussen mij en de mensen om me heen. Bijvoorbeeld door de Sire-campagne over jongens en meisjes en de #metoo-discussie. Tegelijkertijd werd voor de eerste keer een gaypride in mijn stadje gehouden. Het was groots om daarbij aanwezig te zijn, ik heb tientallen foto’s gemaakt van de prachtige boten met dito mensen erop. Ontroerend en indrukwekkend. In die week hielp ik ook mee met de voorbereiding van Roze Zondag in de Janskerk. Tijdens de viering hingen we een reusachtige regenboogvlag in de kerk.

De zonnebrillenfoto van mijn lief en mij is gemaakt op Lesbos. Wat was dat een heerlijke week. Zon, zee, lezen, Ouzo en Metaxa, zingende krekels, lange zwoele avonden – ik had er maanden willen blijven. Maar ach, ook in Utrecht was genoeg te doen tijdens de zomervakantie. De foto van de Parade is voor mij een herinnering  aan de vele festivals die ik afgelopen jaar bezocht. Zoals het nieuwe Bucketlistfestival, het Bevrijdingsfestival, proeftuin Rotsoord, Lepeltje Lepeltje en vorige week nog kerstfestival Knus. Over de ‘festivalisering’ las ik zorgelijke artikelen in de krant. De grens aan het aantal evenementen in de Randstad zou zijn bereikt. Maar ik begrijp de aantrekkingskracht van het festival maar al te goed. In je eigen stad, op fietsafstand, bevind je je even in een andere wereld met muziek, theater en culinaire genoegens. Je komt bekenden tegen, doet nieuwe ervaringen op en hebt plezier. Ook als het regent: zie hier mijn festivallaarsjes die ik al jaren in de berging heb staan.

Voor het eerst in drie jaar heb ik kunstenfestival Watou weer bezocht. Jarenlang reden ex 2 en ik elke zomer een weekeind naar dit Belgische dorp, waar op verschillende locaties kunst en poëzie is te zien en te beluisteren. Ik had de afgelopen jaren geen zin om de herinneringen ter plaatse op te rakelen, maar dit jaar ben ik weer gegaan. ‘Over alleenigheid en ondraaglijke eenzaamheid’ was het thema – in m’n eentje had ik het niet getrokken, maar ik was er samen met dochter en dat was een goeie zet! Een paar dagen later stond ik met exgenoot op Schiphol om onze zoon op te halen, die samen met een vriend een maand door Azië had gereisd. Zo mooi om al die verhalen te horen, zo’n trots gevoel dat die jongens het met z’n tweeën hebben gered.

De foto van de fiets is gemaakt bij de werkplaats van Verhipmijnfiets. Mijn fiets-van-de-zaak was dringend aan een opknapbeurt toe. Ik zou ‘m drie weken kwijt zijn, maar dit werden bijna drie maanden. Wat een zegen om haar weer terug te hebben – het frisgele rijwiel is een ankerpunt in de stad. Zeker als ik wat later op de avond de kroeg verlaat.

Foto negen is een afbeelding van iMovies op mijn Macbook. Dit najaar heb ik een training gedaan bij de Videovakvrouw. Filmpjes maken stond al lang op mijn verlanglijst, maar het kwam er steeds niet van. Dankzij de Videotiendaagse kreeg ik de smaak te pakken. Inmiddels kan ik filmen, monteren en muziek onder mijn filmpje plakken. Een eerste videoreeks, met blogtips, is in de maak.

Er zijn honderden foto’s die ik níet laat zien. Foto’s van feestjes: vrienden die 50 werden, het 12,5-jarig bestaan van mijn bedrijf,  twee 25-jarige huwelijksfeesten. Foto’s van exposities in het prachtige Voorlinden, het Groninger Museum, de Fundatie, Boymans van Beuningen, het Kröller-Müller … Ik was bij concerten, had borrels van mijn werk, vierde feestjes in huiselijke kring … en altijd heb ik de camera paraat. Ik ben een toerist. Een verslaggever.

Maar niet álles hoeft vereeuwigd te worden. Uit de reeks niet-gemaakte foto’s zou je de ‘worst nine’ van 2017 kunnen selecteren. Want de tranen, het verlangen, de eenzaamheid, de boosheid, de schaamte en de dood waren er ook. En waren deze ervaringen slecht? Nee, ze waren minstens zo waardevol. Samen met de ‘best nine’ vormen ze de herinnering aan een mooi jaar waarin ik heb liefgehad en geworsteld, ben gegroeid en heb geleerd.

 

 

 

 

 

de zegeningen van de saaiheid

Nieuw is spannend. Oud is saai. En dus vind ik het elke zomer nodig twee of drie nieuwe jurken te kopen – alsof dat jurkje met aardbeienprint nou zo wezenlijk anders is dan het exemplaar met kersenprint. Wéér bekijk ik dromerig verschillende websites met vakantiebestemmingen. Opnieuw maak ik allerlei plannen. Plannen maken is leuk. Dromen is fijn. Van het onbekende gaat een magische aantrekkingskracht uit. Nadenken over een innovatie, over een nieuw bedrijf of nieuwe dienst … wat fantastisch is die brainstormfase. Fonkelende ogen, woorden die over elkaar heen buitelen, slordige aantekeningen met een veelbelovende inhoud. Idem in de liefde. Die eerste date, de eerste zoen,  de gedichten, de rozen, de witte wijn, de vioolmuziek. Nieuw is verdovend. Nieuw is mooi.

Maar de glans gaat eraf. Onherroepelijk. In het aardbeienjurkje zit een haal van de kat. Tegen de verse gesausde muren in mijn woning zijn muggen doodgeslagen. Het huis moet iedere week gedweild. Het innovatieve bedrijf en de geïmplementeerde cultuuromslag zijn op een dag niet meer zo vernieuwend – beheer en onderhoud zijn minstens zo belangrijk. En ook liefde en vriendschap vragen om onderhoud. Nieuwsgierigheid maakt plaats voor weten. De spannende verscheidenheid wordt ingeruild voor onbegrip. Daar komt bij dat ‘nieuw’ heus niet altijd leuk is. Je wordt er soms zo hyper van. Oud mag saai zijn, maar het geeft ook rust. Hoe fijn is het om elke avond weer m’n eigen vertrouwde huis binnen te stappen. Met dezelfde lieve huisgenoten. Om al jarenlang hetzelfde leuke werk te doen. En dezelfde vertrouwde vrienden om me heen te hebben.

Ik kan wel eens afgunstig luisteren naar vrouwen die zuchten dat hun man alwéér niet gestofzuigd heeft. Of met vochtige ogen kijken naar stellen die ik jaar in, jaar uit in met dezelfde caravan achter de auto dezelfde straat uit zie rijden – om naar telkens weer hetzelfde land op vakantie te gaan. Met hetzelfde beddengoed dat geurt naar het vertrouwde waspoedermerk. En met dezelfde gehaakte toiletrolhouder op de hoedenplank. Mijn leven is aangenaam afwisselend, maar we vergeten nog wel eens de diepere betekenis van sleur. Daarom draai ik nu, op deze heel gewone tweede pinksterdag, één van mijn lievelingsliedjes van Claudia de Breij: sleur met jou. Voor mezelf, maar ook als opstekertje voor de langdurig samenwonende setjes om me heen die vinden dat hun relatie saai en sleets is. Count your blessings. 

 

mislukt

‘Wat is uw grootste mislukking?’ is de vraag van de week in het zaterdagse katern Tijd van Trouw. Mijn antwoord heb ik gisteren al aan de krant verzonden. Maar omdat je van Trouw slechts 120 woorden mag gebruiken, borduur ik hier nog even voort op het onderwerp. Mijn blogs mogen gelukkig zo lang worden als ik zelf wil. Ik zal me inhouden, maar over het onderwerp ‘falen’ kan ik eindeloos doorschrijven. Het imperfecte, het onaffe, de mislukking (wat is dat eigenlijk?) – ik kan me er veel meer mee identificeren dan met het succesverhaal. Met mensen die altijd lachend door het leven lijken te gaan. Die ongegeneerd opscheppen over hun perfecte kinderen, die mooi en intelligent zijn én in het begenadigdenklasje van de hockey zitten (dat klasje heeft een naam, maar die vergeet ik altijd). Mensen die natuurlijk nog steeds gelukkig samen zijn met hun jeugdliefde. Die drie keer per jaar met vakantie gaan. Die nooit geconfronteerd lijken te worden met ziekte of dood. Die leuke banen hebben en wooncarrière maken. Ze zijn inmiddels toe aan een twee-onder-één-kap, mijn generatiegenoten.

Ik realiseer me dat deze opsomming naar kinnesinne kan rieken. Maar zo is het niet bedoeld. Ik gun het ze, echt. Maar ik voel me veel meer verwant met hen die het ogenschijnlijk stukken minder voor elkaar hebben. Met mensen die de mislukking kennen.

Bestaat dat eigenlijk wel, ‘mislukt’? In mijn leven zijn diverse zaken anders verlopen dan ik van te voren had bedacht. Lang geleden trouwde ik – dat huwelijk is al jaren voorbij. En ook de relatie die daarop volgde is, zoals dat genoemd wordt, ‘mislukt’. Maar wat is dat, een mislukte relatie? Wanneer is een relatie gelukt? Als je bij elkaar blijft? Als je samen oud wordt? Volgens mij kunnen vriendschappen of (liefdes)relaties helemaal niet lukken of mislukken. ‘Lukken’ betekent dat je succesvol je doel hebt bereikt.

Voor je rijbewijs kun je slagen. Je kunt je opleiding succesvol afronden. Een offerte uitbrengen en de klus krijgen. Je kunt een ingewikkeld Jamie Oliver-recept uitproberen, twee uur in de keuken staan en uiteindelijk een gerecht serveren dat er precies zo uitziet als op het plaatje. In al die gevallen kun je spreken van ‘gelukt’. Een relatie echter blijft altijd hard werken. Het is nooit klaar. Tenzij je elkaar niet meer gelukkig maakt. De relatiebreuk betekent in dat geval een nieuw begin. Je gunt elkaar een nieuwe start. En dat noem ik bepaald geen mislukking.

Succesverhalen maken mensen moedeloos. Als ik tien minuten naar gebluf geluisterd heb, raak ik verveeld. Ik prijs me gelukkig met mensen om me heen die hun flaters ruimhartig met me delen. Ik doe dat ook met hen. Mijn twijfels, mijn angsten, mijn onzekerheden, ja, zelfs mijn mislukkingen.

Het Trouw-artikel noemt boektitels die je leren om je mislukkingen om te buigen naar succeservaringen. Klinkt goed, maar ik betwijfel of je wel altijd van je fouten leert. En ach, is dat zo erg? Falen levert je in elk geval verhalen op. Sterke verhalen wellicht. Maar ook kwetsbare verhalen. En die zet je niet zo snel in de krant.

2016 in vier woorden

Geloof, hoop, liefde en tijd. Dat zijn voor mij de sleutelwoorden voor 2016. Ik gebruik ze als kapstok bij mijn terugblik op het jaar. En dan begin ik met het lastigste woord: tijd. Of liever gezegd – het gebrek eraan.

Ik geloof dat het niet voor niets was dat ik mijn horloge afgelopen zomer verloor. Een paar uur later vond ik het kapotgetrapt terug op de stoep van een winkel. Dit horloge, dat ik kreeg van mijn moeder, is me zeer dierbaar. Mijn moeder kreeg het van mijn vader op hun verlovingsdag. Omdat mama het klokje te los om haar pols vond zitten, gaf ze het op mijn achttiende aan mij. Sindsdien heb ik het altijd gedragen. Het was dus een schok om het kwijt te zijn. Gelukkig vond ik een uitstekende horlogemaker die het klokje heeft gerepareerd. Maar dat betekende wel dat ik een maand lang niet kon zien hoe laat het was. En dat maakte me ervan bewust wat voor issue tijd voor me is. Op tijd zijn, afspraken nakomen, van de ene bespreking naar de andere vliegen – zo ziet mijn werkweek er meestal uit. Ik kom altijd nét tijd tekort. Omdat er zoveel leuke opdrachten zijn. Omdat ik met zoveel leuke mensen wil afspreken. Omdat ik ook tijd wil maken voor vrijwilligerswerk. Al jaren worstel ik met een overvolle agenda. Al jaren weet ik, voel ik, dat het anders moet. Dit jaar kreeg ik verschillende signalen dat het de hoogste tijd wordt dit probleem echt serieus te nemen. Het kapotte horloge zei me: ‘Hoe lekker zou het zijn om af en toe tijdloos te leven? Gewoon te kunnen lummelen, de boel de boel te laten?’ Tijdens tekstschrijverscongres Tekstnetwerken kreeg ik nog zo’n signaal. Schrijver Marcel van Driel zei in zijn presentatie ‘Zeg vaker NEE’: ‘Elke dag krijg je 86.400 seconden. Daarmee kun je doen wat je wilt. Aan het eind van de dag zijn ze op.’ Marcel koos ervoor om iedere dag maar vier uur te werken. Hoe doet hij dat toch, dacht ik jaloers. Maar het bleef bij denken. Totdat ik dit najaar, wekenlang meer dan fulltime werkend aan een grote klus, dacht: ‘NU ga ik er werk van maken. Ik wil echt meer tijd voor mijn kinderen, mijn lief, mijn vrienden en familie. En eh …. ook meer tijd voor mezelf.’ Want vooral mezelf loop ik met deze levenshouding voorbij. En met mezelf moet ik het toch maar zien uit te houden. Uiteindelijk ben ik de enige die mij altijd vergezelt bij het overstappen van de drempel naar het nieuwe jaar. Het thema ‘beter omgaan met je tijd’ staat nu hoog op de (jaja, daar is -ie weer) agenda. Ik heb allerlei processen in gang gezet. Daarover meer in mijn nieuwjaarsblog. 

De tijd even stil laten staan: daar heb je hulp bij nodig. En dat brengt me op sleutelwoord 2 van 2016: geloof. Religie is relatief nieuw in mijn leven. Ik ga regelmatig naar de kerk, doe al een paar jaar mee aan de veertigdagentijd en de Paaswake in de EUG. Wat religie precies voor me betekent is lastig in woorden uit te leggen. Tijdens een viering gaat het voor mij over het onalledaagse – met woorden, maar vooral in geuren, licht, klanken: het zintuigelijke. Ik word even stil, word boven mezelf uitgetild. In het afgelopen jaar heb ik veel gesprekken gehad over religie omdat ik rooms-katholiek wil worden. En dus was geloven een belangrijk thema in 2016.

Waarom het thema ‘hoop’? De gebeurtenissen in de wereld stemden ons regelmatig somber, het afgelopen jaar. Aanslagen, oorlogsgeweld, Trump als nieuwe president –  het zijn weinig hoopgevende ontwikkelingen. Het zou makkelijk zijn om hierdoor cynisch en verzuurd te raken. Maar dat wil ik niet. Ik klamp me, naïef misschien, vast aan de  hoop en het vertrouwen. De mensen die na een aanslag samenkomen om bloemen neer te leggen en kaarsen te branden. Die weigeren de kerstmarkt of de bioscoop te mijden omdat er wellicht een volgende aanslag kan volgen. Hoe negatief het er ook uitziet in de wereld, ik blijf vertrouwen. Omdat ik ook de hoopvolle tekenen zie in mijn eigen omgeving. De lokale initiatieven voor duurzaamheid en ‘samen delen’ bijvoorbeeld. Het Broodfonds waarbij ik me heb aangesloten, waarin mensen elkaar kennen en hun zorgen delen met elkaar. Ook denk ik met dankbaarheid terug aan de oplossing van een klein persoonlijk drama dat ik een paar maanden geleden meemaakte, namelijk het weer live zetten van mijn kwijtgeraakte blogsite. Ik wil blijven geloven in het goede in de mens.

Het mooiste woord heb ik voor het laatst bewaard: de liefde. Want die was er volop in 2016. Ik ben dankbaar voor de mooie ontmoetingen en de lieve mensen om me heen. We begonnen het jaar in mijn woonkamer met vrienden die elkaar goed en minder goed kenden. We stelden elkaar rake vragen en gaven elkaar de ruimte voor onze verhalen. Het was een fantastische avond. En vele mooie avonden zouden volgen. Urenlange gesprekken voerde ik met vrienden, thuis, op terrassen en in de kroeg (en is het sluitingstijd, dan is er gelukkig nog Kafé België 😉 ). In één van die Utrechtse kroegen ontmoette ik een mooie man. We werden verliefd. En zijn dat nog steeds.

Liefde en trots voelde ik deze zomer toen mijn zoon bij UniC zijn vwo-diploma ondertekende. Een mijlpaal! Dochter maakte alweer de overstap naar de vijfde. Ook bijzonder: voor het eerst in 12 jaar ging ik met exgenoot en onze kinders op zomervakantie. En we vierden het vijftigjarig huwelijksfeest van mijn ouders. Een zonnige, feestelijke dag. Maar soms gaat liefde voorbij. Omdat je het wilt of omdat het niet anders kan. Ik nam afscheid van een paar maatjes die me geen energie meer gaven, van een kortstondige liefde, en helaas ook van vriend Ruud, die veel te jong overleed dit jaar. Mijn oom Ton is afgelopen jaar na een lang ziekbed gestorven. En dan was er de onverwachte, zelfgekozen dood van filmclubmaatje Johan. Ik denk met weemoed aan deze mannen terug.

Liefde ervaar ik ook bij het bezoeken van inspirerende bijeenkomsten, festivals, theaters, musea en filmhuizen. Liefde voor de schoonheid van het leven. Ik bezocht Nijklaester aan het begin van de vastentijd, vierde voor het eerst van mijn leven carnaval (in Oeteldonk). Ik was ook dit jaar weer vele avonden te vinden op de Parade, liep op rode regenlaarsjes door de blubber bij culinair festival Lepeltje Lepeltje, ging naar de boekpresentatie van Mooi niet Alleen, een boek over het solobestaan. Ik bezocht voor het eerst De Beschaving en was daar maar liefst zes uur offline, ging naar de Nacht van de Poëzie, bezocht de spectaculaire uitvoering van Don Giovanni in de Werkspoorkathedraal en het indrukwekkende La Musica 2 van Theater Utrecht, zag prachtige films als Down to Earth en In Pursuit of Silence. En dan was er nog zoveel meer.

Zóveel meer. Wat een zegen dat er een nieuw jaar voor me ligt. 365 dagen die bestaan uit elk 86.400 seconden. Ik ga er zorgvuldig gebruik van maken.

 

het romantisch misverstand

‘Wat heb je in anderen lief? Je eigen verwachtingen’, schrijft Nietzsche. En dat is misschien wel de beste omschrijving van romantiseren, stelt Jan Drost in zijn boek Het romantisch misverstand: iemand overstelpen met onze verwachtingen, dromen en idealen en díe vervolgens liefhebben.

De titel van Drosts boek lijkt cynisch. Maar  dat is Het romantisch misverstand zeker niet. Het is een goed doorwrocht pleidooi voor ‘anders denken over liefde’. Met behulp van filosofen als Schopenhauer, Stendhal en Plato laat Drost zien hoe allerlei ideeën over liefde en romantiek in ons hoofd terecht zijn gekomen en onze relaties beïnvloeden. Ideeën als ‘ware liefde is voor eeuwig’ bijvoorbeeld. Komt er na een tijdje een einde aan je relatie, dan is de relatie volgens het romantisch ideaal ‘mislukt’. Nog zo’n ideaalbeeld is ‘er moet meteen een klik zijn, anders klopt het niet.’ Of ‘liefde blijft altijd hetzelfde’.
In elf hoofdstukken ontkracht Jan Drost dit soort idealen. Thema’s die hij bespreekt zijn onder meer ‘dromen van eenheid’, ‘seks en liefde’, ‘je bent van mij’ en ‘de onvoorstelbare ander’. Het is onmogelijk om het boek in een paar honderd woorden samen te vatten. Wel zet ik de belangrijkste conclusies die ik er voor mezelf uithaalde op een rij:

Geef elkaar de ruimte; je bent niet elkaars bezit. Jaloezie is de dreiging van bezitsverlies, schrijft Drost. Dit maakt dat liefde hebzucht wordt. Maar: door bezit te nemen van de ander, wordt die ander minder aantrekkelijk. We worden iets nieuws snel zat omdat het niet nieuw meer is. Zorg dus dat je autonoom blijft, je eigen weg blijft gaan, jezelf blijft ontwikkelen. En stimuleer vooral die ontwikkeling van de ander. Geef elkaar de ruimte en de vrijheid. Omdat dit betekent dat je elkaar werkelijk liefhebt. En omdat het ertoe leidt dat je steeds nieuw blijft voor elkaar. Bovendien, en hier citeert Drost Nietzsche: gun anderen ook het geluk van het gezelschap van jouw geliefde. ‘Merkt u op (als je je geliefde weghoudt bij anderen, OL) dat dit niets anders betekent dan anderen uitsluiten van een kostbaar goed, van geluk en genot, dat u (….) als een draak zijn gouden schat bewaken wil, als de “veroveraar” en uitbuiter.’

Laat de ander zichzelf zijn en probeer hem / haar niet te veranderen. Zolang romantiek zegt adembenemend te zijn, krijgt liefde geen lucht. In dit verband neemt Drost het woord ‘moord’ in de mond. ‘Er bestaat zoiets als wat ik een kleine moord zou willen noemen: het doden van de andersheid van een ander mens. Een voorbeeld van een kleine moord is het verbod. (…) Sommige verboden en geboden worden met de beste bedoelingen opgelegd en het kan ook om de bestwil van de ander gaan, maar het valt niet uit te vlakken dat het neerkomt op een nauwelijks te rechtvaardigen geweldsdaad.’ Elkaar de ruimte geven is hier opnieuw het credo: ‘Het is dus niet alleen liefste, wie ben je? maar ook liefste, wie laat je me zijn?’

Wees geen tegenstanders, maar kies samen voor een ‘hoger doel’. De neiging om de ander te willen veranderen kan uitmonden in een continue strijd. Laat je dit verlangen los, dan sta je niet meer tegenover elkaar, maar naast elkaar. Je kunt dan kiezen voor een focuspunt waar je samen naar kijkt: iets wat je samen wilt bereiken. Jan Drost haalt hier Nietzsche aan, die zegt: ‘Als het hebzuchtige verlangen naar elkaar geweken is voor een nieuwe begeerte en hebzucht, een gemeenschappelijk ideaal van twee personen dat boven hen verheven is, dan ontstaat een soort voortzetting van de liefde met de naam “vriendschap”.’ Ontnuchterend woord misschien voor een relatie. Maar een innige vriendschap kan van net zo grote, wellicht zelfs grotere waarde zijn dan een liefdesrelatie. En je geliefde kán tegelijkertijd je allerbeste maatje zijn.

Streef niet naar eenheid. Eenheid is een romantisch ideaal. Drost: ‘Zie je jou en je geliefde als een tweeheid, dan hoef je je in één klap over veel dingen geen zorgen meer te maken. Dan is het besef van wederzijdse onoverbrugbaarheid geen mislukking meer, maar het fundament waarop liefde de mogelijkheid van bestaan heeft.’

Stop met een relatie als het niet meer werkt. Liefde is niet per se voor altijd, zegt Drost. ‘Liefde die onaangetast blijft door de tijd, terwijl het beter zou zijn wanneer zij voorbijging. Dat is gesloten liefde. De tijd kan er niet bij, waardoor die niet de ruimte krijgt om te stromen en door te gaan.’ En is de relatie voorbij, neem dan de tijd om je wonden te likken: ‘Pas als je weet wat je verliest, als je werkelijk onder ogen durft te zien hoe heftig die liefde was en dat die er nu niet meer is, dan pas kun je afscheid nemen.’ Realiseer je ook dat ‘tijdloze liefde’ niet bestaat: ook al ben je wél heel lang samen, we zijn allemaal sterfelijk. ‘Liefhebben moet samengaan met het accepteren van onze eigen eindigheid en die van de ander.’

Het romantisch misverstand lees je niet in één adem uit; ik had het toch wel een paar weken op m’n nachtkastje liggen. Maar het is een absolute aanrader. Mijn eigen romantische denkbeelden had ik een paar jaar geleden al bijgesteld. Dit boek echter gaf me meer inzicht in het ontstaan van de cliché-beelden over liefde en uitgebreide argumenten voor een meer nuchtere kijk op liefde en relaties.
Lees ook dit interview met Jan Drost in de Volkskrant