Wat een briljánte tekening is dit van Peter van Straaten. Heerlijk, die relativering. Natuurlijk, een scheiding is moeilijk – zeker als je er middenin zit. Maar je overleeft het. En juist als je voor de tweede keer opbreekt na een langdurige relatie, dan weet je dat je het uiteindelijk gaat redden. Omdat je het die eerste keer óók hebt gered.
Hoe anders keek ik hier vroeger tegenaan. Uit mijn jeugd herinner ik me wat voor schok het teweegbracht als iemand uit onze kennissenkring ging scheiden. Er hing een waas van geheimzinnigheid omheen. Er werd gemompeld en gefluisterd. Wat er precies loos was, daar kwam ik niet achter. Maar ik wist wel dat het goed mis was, een relatiebreuk. Laat staan als mensen twéé keer gingen scheiden. ‘Dat wordt zijn derde huwelijk,’ hoorde ik eens met onverholen afgrijzen op een verjaardagsfeest. Ik kon me volledig in dat afgrijzen vinden. In gedachten trok ik mijn wenkbrauwen op als ik zoiets hoorde – hoe was het mógelijk? Trouwen, dat deed je maar één keer, en dat was for always! Mensen die meerdere keren gingen scheiden – dat gaf me familie Flodder-associaties. Dat mensen zoiets niet konden opbrengen, trouw tot aan de dood! Zoiets zou míj niet overkomen.
Nu weet ik: een relatie is alleen lang houdbaar als je er allebei voldoende energie uit haalt. Als je in staat bent elkaar vrolijker, mooier en groter te maken. Merk je dat dit niet meer lukt, dan is het beter er een punt achter te zetten – hoe verdrietig en hoe zwaar dat besluit ook is. Je wordt er niet gelukkiger van om bij elkaar te blijven enkel omdat het handig of verstandig is. Het leven is te kort om elkaars ontwikkeling in de weg te staan. Elke scheiding is een nieuw begin.
‘Ga toch Tinderen,’ hoor ik van verschillende kanten. ‘Al voer je maar een paar gesprekjes. Het is een boost voor je ego.’ Hoewel mijn hoofd een half jaar na de relatiebreuk nog niet bepaald naar daten staat, trekt een mini-workshop Tinder van een vriendin me over de streep. Best grappig eigenlijk, foto’s van mannen bekijken met een kort tekstje erbij. Vind je ‘m leuk, dan vink je hem aan. Vind je het niks, dan gaat er een rood kruis doorheen. Was het In Real Live ook maar zo eenvoudig. Ik download de app op mijn telefoon. Maar wat ik ook probeer: ik kom Tinder niet in. Hoewel ik met Facebook ben ingelogd, meldt de app voortdurend dat dit niet zo is. Ik schijn Tinder niet te mogen gebruiken. Het is vast een teken van boven.
‘Kom dan bij The Inner Circle,’ zegt een andere vriendin. ‘Een club waar je singles uit de buurt leert kennen. Niet via internet, maar tijdens live ontmoetingen.’ Kijk, dat klinkt goed. Je kunt je niet zelf aanmelden: dat loopt via iemand die al is aangesloten bij de club. Exclusiviteit gegarandeerd. Mijn vriendin meldt me aan.
Ik ben benieuwd! Maar het is me niet gegund: mijn aanvraag wordt afgewezen. ‘The Inner Circle will not go into further detail about this decision,’ staat er resoluut in de mail. Zie je: het is een helder signaal. Daten, ik kan er beter niet aan beginnen.
Een derde poging: ik download Paiq. Ik hoor er enthousiaste verhalen over. ‘Geen vleeskeuring, je gaat eerst via de app het gesprek met elkaar aan. Dan pas krijg je de foto te zien.’ Nou, proberen maar. Paiq accepteert me probleemloos – dat is alvast een meevaller! Weldra zit ik te chatten met drie mannen tegelijk. Toe maar! En ja hoor, na een chat van een kwartier komt de foto van nummer 1 tevoorschijn. Een ware deceptie. De andere twee zien er gelukkig appetijtelijker uit. Met één van de heren komt het bijna tot een heuse afspraak. Bíjna. Want een paar dagen na onze digitale kennismaking, ik zit een stapel folders over pensioenreglementen te schrijven, zoemt mijn phone en krijg ik een bericht van hem. Op het toegangsscherm van mijn telefoon – gelegen op de keukentafel, stel je voor dat dochter naast me had gezeten om haar wiskundehuiswerk te maken – staat te lezen: ‘Loop je wel eens zonder slipje over straat?’ PARDON? Is dit de man met wie ik twee dagen geleden zo’n sprankelend, interessant gesprekje had? Er zijn vast vrouwen die stuiptrekkingen krijgen van dit soort creatieve teksten. Maar ik ben hier veel te nuchter voor. Woest antwoord ik meneer dat ik aan het eind van de winter best eens zonder handschoenen de straat op ga. En ‘s zomers zelfs zonder jas. Maar zonder onderbroek – dank voor de suggestie, maar ik pas. Ik schrijf me meteen weer uit bij Paiq. De app verwijder ik van mijn telefoon.
Het is duidelijk: internetdating is aan mij niet besteed. Ik loop vást voor m’n 65e wel eens in het wild een aardige man tegen ‘t lijf.
Het is zo’n dag waarop je uren tekort komt. Mijn to-do-lijst is eindeloos: interviews uitwerken, die training voorbereiden, tientallen afspraken maken voor dat nieuwe magazine, dringend boodschappen doen want íeder schap en élke la in de koelkast is leeg. Maar tegelijkertijd word ik sharp om 9.00 uur op de koffiemeetup verwacht om de spreker aan te kondigen, blijkt de zon uitbundig te schijnen en kom ik op de ondernemersbijeenkomst allerlei mensen tegen die ik al tijden niet gesproken heb. Dus tja, toch nog één koffietje op dat aanlokkelijke terras in hartje stad. En dan een paar uur achter de laptop, héél hard werken om die deadlines te halen en vervolgens weer op de fiets naar de andere kant van Utrecht voor een interview.
Het is zo’n dag waarop je om 18.00 uur berustend denkt: ik kan nu proberen nóg harder te hollen, maar een dag heeft slechts 24 uur. En dus red ik het niet. Wat maakt het ook uit? Weet je wat, ik ga op een bankje zitten om van de zon te genieten. Nee, ik check geen mails. En ik luister niet mijn voicemail af. Mijn phone blijft in mijn tas. Ik geniet van het moment. Het is goed zoals het is.
En dat je dan op je dooie gemakje naar de stad fietst voor een eetafspraak, op de Mariaplaats je fiets aan een lantaarnpaal bindt en bij het oversteken van de straat ineens getroffen wordt door drie manshoge, metersbrede zeildoeken, badend in het zonlicht, met daarop in drie woorden die ene belofte. De ultieme troost. Deadlines, de boekhouding, in m’n upje het huishouden draaiende houden – het valt niet altijd mee, maar ik weet het zeker: ALLES KOMT GOED!
Op de zeildoeken las ik dat deze tekst , en andere teksten op andere locaties in de stad, een initiatief zijn van Voor de Aardigheid
‘Verschoon jij de kattenbakken even?’ ‘Ach, kun jij dat overhemd voor me strijken?’ ‘Wat hebben we nodig bij de Jumbo?’ Die korte gesprekjes. De vaste taakverdeling. Het is een sleur. Maar je mist het als je ineens geen partner meer hebt. Dat maatje met wie je je dagelijkse besognes deelt. Die je als je thuiskomt uit je werk vraagt ‘Hoe was je dag?’ Die je schouders masseert omdat je weer veel te lang krampachtig achter de laptop tegen een deadline aan hebt zitten werken. Die de rotklussen van je overneemt. Die in oktober al de zomervakantie naar Zuid-Frankrijk boekt. Het cliché is waar: je weet pas wat je had op het moment dat je het kwijt bent. Geen partner hebben voelt soms verdomde eenzaam.
In deze tweede alinea verwacht je nu de catharsis. Een opsomming van de enórme voordelen van het singlebestaan. Maar daarvoor is het te vroeg. Zover ben ik nog niet. Toch geef ik toe: het leven als solo brengt mooie dingen. Meer tijd voor de kinderen bijvoorbeeld. Autonomie. Inniger vriendschappen. Je eigen kleur, inrichting en muziek. En ruimte voor spontane acties. Als ik vriendinnen hoor over de echtelijke twisten die zij tijdens de paasdagen hadden, denk ik: hmmm, ik vond het wel relaxed dat ik bij het ontbijt in m’n eentje op een cracker met jam kon knagen. Een koffietje, de krant erbij. Terwijl zij handenwringend bij hun schoonouders op de bank zaten, dronk ik met m’n GBF een koel wit wijntje op een terras. En aan het eind van de dag had ik een hilarische appconversatie met een vriendin die drie dates tegelijk heeft.
Ik kies nu zélf de mensen uit die me vragen ‘Hoe was je dag?’ Natuurlijk, het is minder comfortabel dan de partner die altijd voor je klaarstaat. Maar sleur in mijn leven – nee, dat is me momenteel volkomen vreemd.
‘Iemand om aan te vertellen wat niet van belang is’ – Judith Herzberg
Klussen? Daar deed ik nooit aan. In mijn voorbije relatie wérd er voor mij geklust. Lekke banden, een haperende laptop, loszittende plankjes, verstopte afvoeren – ik had er geen omkijken naar. Het is een zegen, een handige man in huis. Dat heb ik me altijd gerealiseerd. Maar ik besef het nog vele malen meer nu ik er alleen voor sta. Want er gaat nogal wat kapot.
Wat was het pittig, de eerste weken zonder handige man aan m’n zij. Mijn GBF had me al gewaarschuwd, al die maanden dat ik zat te twijfelen over alleenwonen-ja-of-nee: ‘Je lijkt zo’n zelfstandige vrouw, maar dit gaat je nog tegenvallen’. En inderdaad. Het huilen stond me af en toe nader dan het lachen bij het klussen in mijn nieuwe huis (waar alle kozijnen en deurposten eighties-zalmroze geschilderd waren, dus er was nogal wat werk te doen). Maar ik had geen zin me er makkelijk vanaf te maken. En dus werd de trap níet egaal wit: dagenlang stond ik de treden groen, paars en turquoise te verven. Voor het eerst van mijn leven sausde ik een muur. Dat was echt kicken!
En ik word steeds handiger. Mijn voormalige levenspartner schonk me een gereedschapskist, compleet met tiewraps, schroevendraaiers en WD-40. Vriendin E. gaf me een waterpomptang op mijn housewarmingparty, weliswaar met tegenzin, maar ik ben haar er dankbaar voor. Bij ijzerhandel W. Pijper op de Oudegracht (de bouwmarkt mijd ik als de pest) herkennen ze me al: regelmatig heb ik weer een nieuw stuk gereedschap nodig. Niet alleen krijg ik advies over de juiste plopper of tang, ik ben ook erg gesteld op het praatje bij het afrekenen: ‘Ben je gek, een man is nergens voor nodig. Met You Tube red je je príma.’
De gereedschapskist gebruik ik bijna dagelijks. Bijvoorbeeld om een ten onrechte gillend rookalarm van het plafond te wrikken om half 4 ‘s nachts. Of om de radiatoren te ontluchten. Mijn vrienden gaven me diverse workshops. Toen mijn fietsketting eraf was gelopen, leerde ik hoe ik ‘m er zelf weer omheen kreeg. En ook de geheimen van het boren ken ik inmiddels. Dat maakt me trots. Zelf dingen heel maken: dat is veel waard!
GBF = gay best friend
WD-40 = spuitbus met smeermiddel dat helpt tegen bijna álles
‘Wij zijn bang voor lege ruimten. Maar de lege ruimte heelt ons.’ Dat zei Leo Fijen tijdens een lezing over stilte, afgelopen weekeind in de Janskerk in Utrecht. Ik ben best bang voor leegte en stilte. Toch bracht ik dit paasweekeind urenlang in stilte door.
Waarom deed ik dat, zul je je afvragen. Er was immers genoeg te doen in de stad. Het Tweetaktfestival op de Neude, een kussengevecht op het Domplein, dansfeest 80’s Verantwoord in Tivoli Vredenburg: meestal laat ik, sociaal dier en festivalganger, dit soort happenings niet aan mijn neus voorbijgaan. Maar dit weekeind deed ik mee aan de Paaswake van de EUG. Vrijdagavond, een deel van de nacht en zaterdag van 10.00 tot 00.00 uur was ik in de kerk. Op zoek naar stilte en verdieping.
Wat gebeurt er tijdens zo’n paaswake? Het zijn de laatste loodjes van de vastentijd. Na zeven weken minderen, bijvoorbeeld met alcohol, zoetigheid en vlees, zijn er nog een paar dagen van bezinning voordat het Pasen is. Voorafgaand aan de wake is er een viering voor Goede Vrijdag. In een theater-achtige setting wordt het sterven van Jezus herdacht. Niet vanuit een gemakkelijke stoel, maar het is letterlijk afzien: gedurende een uur verplaatsen we ons door de lege kerk, waar telkens, staand bij een boomstronk met een brandende kaars erop, een gedeelte van het verhaal wordt verteld. Lopen we weg bij de boomstronk, dan blaast iemand de kaars uit.
Na de viering wordt het stil in de kerk. Het waken begint. Op allerlei plekken in de kerk zijn hoekjes ingericht om te mijmeren, te schrijven, te schilderen of te mediteren. Je kunt een kaarsje branden bij het grote houten kruis dat in het hoogkoor staat. Of brieven schrijven voor Amnesty, meeschilderen aan een groot schilderij, een gebed of gedachte noteren en aan een boomstamkruis prikken. Ook is er een paar keer, overdag en ‘s nachts, een muzikale meditatie met klankschalen. Bij mij hakt vooral de ‘steen-meditatie’ erin: ‘Schrijf op een steen wat je hebt verloren en leg de steen in het water. Het water kan je verlies laten vervloeien of verzachten.’ Drie stenen laat ik in het water vallen. En dat doet pijn.
Elk heel uur tijdens de paaswake is er een liturgisch moment: dan zitten we een minuut of tien bij elkaar om luisteren naar een tekst en een paar liederen te zingen. Bijvoorbeeld het Taizé-lied Dans nos obscurités, ‘ontsteek in onze duisternis een licht dat nooit meer dooft’. Zittend op een kussentje in het hoogkoor is alleen dat al een bijzondere ervaring: iedereen loopt in en uit gedurende de dag, soms zijn er zestig mensen in de kerk, dan weer twaalf – maar elk heel uur ontmoet je elkaar daar.
Een groepje diehards waakt de hele nacht door. Ik ga een paar uurtjes naar huis om te slapen. Ik hoor de volgende ochtend hoe prachtig het ochtendlicht was om een uur of 6. Zaterdag kom ik binnen als de lezing van Leo Fijen bijna begint. Het is een ode aan de stilte. Leo vertelt dat hij sinds tien jaar zijn dag begint met een uur stilte. Hij gaat dan niet zitten mediteren, zegt hij: hij doucht, pakt de vaatwasser uit en doet alles met aandacht, in een stil huis. Want stilte geeft vrijheid in het leven, stelt Leo. ‘Alles begint in de stilte. Alleen zo kom je in de ruimte van je hart. Door stil te zijn besef ik dat ik niet het centrum van de wereld ben. Zo ontstaat er ruimte voor de ander. Wij zijn bang voor lege ruimten, maar de lege ruimte heelt ons. Stilte is levensnoodzakelijk.’
Om 21.00 uur is de paaswake voorbij. Het paasvuur wordt ontstoken, buiten op het Janskerkhof. Tot 00.00 uur is er een paasnachtviering en dan is het Pasen, het feest van het nieuwe begin. Bij volle maan fiets ik naar huis. Ik ga heerlijk slapen en neem zondag en maandag de tijd om te relaxen. En nee, ik ga vooral níet naar de meubelboulevard.
Over vasten schreef ik een boek, samen met Idelette Otten. Het boek verscheen dit voorjaar. Meer lezen over mijn motieven om te vasten
Bam. Een gebroken vaas. Pats. De oven op de keukenvloer aan gruzelementen. Tik, tik, tik: tientallen kraaltjes van mijn armband stuiteren in het rond. OMG, mijn bedrijfswebsite gehackt. En wat is het plotseling koud in huis … aha, een kapotte verwarmingspomp! Pfff, wat gaat er veel stuk sinds de verhuizing. Waarom toch? Is er niet genoeg aan diggelen gegaan het afgelopen jaar? Moet alles eerst tot op de grond worden afgebroken voordat er licht aan de horizon mag schijnen?
Echt – ik kan best veel verdragen. Een overhaaste verhuizing bijvoorbeeld. Zo’n gebeurtenis staat in de top 5 van meest stressvolle gebeurtenissen in iemands leven. Volgens mij komt het na de echtscheiding. Een verhuizing als gevólg van een relatiecrash kan dan ook bijna niet anders dan tot overspannenheid leiden. Toch heb ik het klussen & verhuizen goed doorstaan. Eigenlijk mag het een wonder heten dat ik nog steeds heel aardig functioneer. Ik haal mijn dagelijkse deadlines, scheur stoïcijns blauwe enveloppen open en vul de monden van mijn kinderen. Weliswaar niet met biodynamische macrobiotische producten, maar heus, er staat élke dag een verantwoorde maaltijd op tafel. Op z’n mínst een Pizza Verdura.
Ik weet wat Claudia de Breij erover zingt: alles wat het doet kan kapot. Maar al die scherven, ik houd er niet van. Voor mij mag alles nu wel weer heel. Weet je wat? Ik ga er wat aan doen.
Praten Met Je Partner, Mannen Komen van Mars, Vrouwen Komen van Venus, Samen Gesteld: ik laat ze allemaal door m’n handen glijden tijdens het inpakken van de verhuisdozen. Mooie boeken, maar ze mochten niet baten. Ik kan beter Scheiden voor Beginners er weer bijpakken, het praktische handboek dat ik in 2002 bij m’n echtscheiding aanschafte. Al bladerend denk ik echter: what’s new? Ongezien zet ik de titels in mijn nieuwe huis op de bovenste plank van de kast. Lezen, wat helpt het, denk ik stuurs.
Een paar weken na mijn verhuizing komt vriendin M. op bezoek. Ik zit nogal in een dip die week; ze is niet de eerste die bij me op de stoep staat om me op te beuren. Vrienden zijn werkelijk ónmisbaar in deze barre tijden. Ik krijg een flinke stapel studiemateriaal te leen. Beleefd blader ik de werkjes door en leg ze in de vensterbank. Lezen kan altijd nog, denk ik. Maar na M.’s vertrek kan ik mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen. Beweert Jan Geurtz nu écht dat veel relatieproblemen ontstaan doordat we ons afhankelijk opstellen, dat we verslaafd zijn aan liefde omdat we onszelf afwijzen? En wat heeft hij hier dan voor oplossingen voor? Ik negeer de zelfhulpgoeroe-achtige ondertitel de weg naar zelfacceptatie en geluk in relaties en lees voor het eerst sinds de zomer weer een boek. De halve nacht lees ik door; twee dagen later heb ik het uit.
Ik zit nu middenin Liefde, Lust en Ellende. Een heerlijk boek met hoofdstuktitels als ‘dumpen of gedumpt worden’, ‘ex-appeal’ en ‘singlisme’. Mét bruikbare tips bij vragen over ‘prinsessengedrag van vrouwen, slappe-zakkengedrag van mannen, scheve relaties en vrienden blijven’. En als ik Roos Vonk heb uitgelezen pak ik The 7 Myths About Love erbij dat de buurman me vorige week kwam brengen. Nee, mij hoor je niet meer spotten over het zelfhulpboek. Misschien moet ik er zelf maar eens één schrijven.
Een openingsborrel, launchparty of ondernemersbijeenkomst – als je me uitnodigt, ben ik erbij. Ik laat het zelden afweten. Maar in december en januari trok ik het niet. Op die ene borrel na dan, de dag voordat ik de sleutel van mijn nieuwe woning kreeg. Ik weet niet eens waarom ik ben gegaan – de macht der gewoonte zeker. Uitgeblust stond ik met een glas in m’n hand, daar in dat restaurantje aan de Lange Nieuwstraat. Wat er loos was, vroeg een oplettende medebezoeker. ‘Ik ga verhuizen,’ meldde ik mat. ‘Verhuizen?’ reageerde hij enthousiast. ‘Groter, mooier, dichter bij het centrum?’ Ik moest hem teleurstellen. Van mij geen succesverhaal. De stap naar groter, mooier, duurder had ik drie jaar eerder al gezet. Toen verkochten we onze te klein geworden flat aan de Karel Doormanlaan en betrokken de ideale eengezinswoning voor onze patchworkfamily.
Maar ja. Hoe fijn zo’n nieuw, groot huis ook is, in welke kleuren je de muren ook schildert – als je niet happy bent, werkt het niet. We gingen uit elkaar. En vervolgens daalde ik een paar treetjes op de wooncarrièreladder. Ik ging weer huren. De hele kerstvakantie stonden mijn vrienden, kinderen, exen en ik met emmers verf op ladders te balanceren, er werden vloeren gelegd, gaten geboord, ramen gezeemd, verhuisdozen gepakt. Het was een slopende tijd, maar ik ben er weer. Met dank aan vele vrienden was de verhuizing in een halve dag gepiept. De verhuislift kantelde omdat uitgerekend díe dag windkracht 10 opstak. En de piano moest met vereende krachten door het halletje van mijn flat worden geperst. Toch is het allemaal maar mooi gelukt. Ruim twee maanden na de zóveelste verhuizing in mijn leven ben ik eindelijk weer een klein beetje geland. Tijd voor iets nieuws. Zoals een eigen blog, iets wat ik al jaren van plan ben. Minstens tien drafts zitten in mijn hoofd. Nu nog op het scherm. Ik ga vannacht nog even door!