Op de basisschool had dochter een vriendje dat dol was op onze verkleedkist. Met drie meiden en één jongen in huis waren de prinsessenjurken oververtegenwoordigd in genoemde kist. En daar was het de jongen, laten we hem Jeffrey noemen, precies om te doen. Als hij bij dochter kwam spelen, trippelde hij de hele middag in zachtroze gewaden door het huis. Hij drapeerde goudglanzende sjaals om zijn schouders en koos er zorgvuldig bijpassende sieraden bij. Jeffrey’s ouders echter waren bepaald niet gecharmeerd van de verkleedpartijen. Als het jochie werd opgehaald na de speelafspraak en het kind in de hal verscheen met zilverglitterende engelenvleugels op zijn rug, verzuchtte vader geïrriteerd: ‘Loop je weer in meidenkleren!’ Waarop Jeffrey schuldbewust de vleugels van zich afwierp en met een beteuterde blik in z’n ogen met z’n vader ons huis verliet. Arme jongen.
Aan Jeffrey moest ik denken toen de SIRE-campagne ‘Laat jij jouw jongen genoeg jongen zijn’ deze week van start ging. SIRE komt in het campagnefilmpje met een ‘onverwoestbare broek’ op de proppen, die jongens kunnen dragen tijdens het buiten spelen. Jongens willen, aldus SIRE, in hun spel risico’s nemen en ontdekken. Ze willen dóen. En daar is, horen we in het filmpje, de laatste jaren minder aandacht voor. ‘Jongens moeten stil zijn en luisteren’. Bovendien hebben ze te weinig mannelijke rolmodellen: er staan steeds meer vrouwen voor de klas.
De SIRE-campagne maakt me kwaad. In de eerste plaats omdat het lijkt alsof vrouwen de boosdoeners zijn in dit verhaal. Natuurlijk, er staan meer vrouwen dan mannen voor de klas. (Het CBS meldt dat het aandeel vrouwen dat les geeft in het basisonderwijs sinds 2005 is gestegen van 82 naar 87 procent in 2015.) Een gelijke man/vrouw-verdeling zou het meest ideaal zijn. Echter: ‘de feminisering van het onderwijs’ klinkt alsof het iets vreselijks is. ‘Alsof het een aandoening is waartegen je moet worden ingeënt. Dat je bij de dokter komt en zegt “o dokter, ik heb de laatste tijd weer zoveel last van feminisering”’, stelt Japke-d Bouma in haar column in NRC Is er nou te veel of te weinig feminisering? Eeuwenlang stonden er uitsluitend mannen voor de klas. De laatste veertig jaar wordt dit eindelijk gelijkgetrokken en neemt het aantal vrouwen in het onderwijs toe. Zoek voor de aardigheid eens via Google afbeeldingen naar ‘schoolklas jaren 50′. Je ziet dan al aardig wat vrouwen voor de klas. Toen ik trouwens de schoolfoto’s uit die tijd bekeek, dacht ik nog iets anders: juist de jaren 50 en 60 was dé tijd waarin het ‘stil zijn en luisteren’ hoogtij vierde. Onze ouders en grootouders en ook mijn generatie moesten echt wel stil zitten op school. Zes uur lang, iedere dag. En al die jaren gingen veel jongens na schooltijd buiten spelen, in bomen klimmen, fikkie stoken en vielen ze een gat in hun broek.
De campagne slaat de plank mis omdat het volgens mij om twee heel andere dingen gaat. Ten eerste zijn ouders banger geworden. Kinderen mogen aan geen enkel risico meer worden blootgesteld. Voor een deel terecht: het verkeer is drukker dan dertig jaar geleden. Ook zijn er steeds minder ruige terreintjes waar kinderen kunnen spelen met takken, stenen en modder. Bijna niets wordt meer aan het toeval overgelaten, kinderen worden met de auto gebracht en gehaald naar vioolles / hockey / peuteryoga / enzovoort. Hebben we twijfels over een opvoedvraagstuk, dan bespreken we dit niet met onze vrienden, maar met de orthopedagoog. Al deze overbezorgdheid leidt ertoe dat kinderen tere poppetjes worden. ‘Onuitstaanbare prinsjes en prinsesjes’ noemt een van mijn favoriete schrijvers Mirjam Schöttelndreier hen in Monsters van kinderen, draken van ouders. Deze prinselijke kinderen mógen niet buiten het hek spelen, want anders worden ze vies, komen ze enge mannen tegen, breken ze hun been of gaan ze doktertje spelen. Liever hebben ouders controle over ze, bijvoorbeeld in de speeltuin voor het huis, of worden ze achter tv of iPad geplaatst, want dat is veilig en lekker rustig. Ik denk dat die ouderlijke overbezorgdheid een van de oorzaken is dat kinderen minder vaak ‘kapotte broeken’ hebben.
De allerbelangrijkste misser uit de campagne vind ik echter deze: het filmpje gaat helemaal niet over jongens. Het filmpje gaat over kinderen. Jongens én meisjes leren door te ontdekken en grenzen op te zoeken. Voor kinderen (m/v) is het spannend en leuk om in bomen te klimmen, scheikundige proefjes te doen, verschillende kleuren nagellak uit te proberen, met Barbies, autootjes en Lego te spelen. Veel jongens vinden het fijn om te klimmen, klauteren en schreeuwen. Veel meisjes vinden dat ook. Daarnaast zijn er jongens én meisjes die liever lezen, een kleurplaat kleuren of make-up op doen. Ouders die meteen ‘neeee, dat is voor jongens!’ schreeuwen, remmen de ontwikkeling van hun kind. Waarom moet een speelgoedwinkel streng worden gescheiden in een roze en een blauw segment? Waarom mogen meisjes geen korte haren en kunnen jongens geen rokje aan? Wat zou het mooi zijn als we bij de geboorte van een kind niet roepen ‘het is een meisje’, maar ‘hoera, er is een mens geboren!’
Kortom: laat kinderen zelf uitproberen wat bij ze past. En stimuleer ze bij het doen van deze ontdekkingen. Geef ze geen onverwoestbare broek, maar een onverwoestbaar gevoel van eigenheid en zelfvertrouwen.
Aanvullend: op 1 augustus las ik deze reactie op de campagne in Trouw, geschreven door Jens van Trigt en Hanneke Velten. Zeer mee eens: Sire-campagne doet jongens tekort en moedigt stereotiep gedrag aan
Olga, het spijt me maar dit maal ben ik het hartgrondig met je oneens. Als enige mannelijke leerkacht aan een basisschool temidden van acht vrouwelijke collega,s denk ik recht van spreken te hebben. Duidelijk heb ik de laatste jaren waargenomen hoe jongens “kort” worden gehouden. Ze mogen niet meer rennen door de gang, elkaar niet beuken, geen “ruwe”spelletjes doen omdat daar misschien ruzie van komt. En als er al eens ruzie komt moet dat therapeutisch worden uitgepraat met een verplichte “sorry” er achter aan. Klap stuk was toen een van mijn collega,s bij zijn afscheid een net met ballen aan de school achterliet. Een korfbal, basketbal, rugbybal, volleybal, voetbal enz. Daar waren de jongens erg blij mee totdat de rugbybal apart gehouden werd want het spel werd te ruw volgens mijn vrouwelijke collega,s. Hoe je het ook wend of keert, het is een onkreukbare natuurwet dat jongens anders in elkaar zitten dan meisjes. Uitzonderingen daargelaten. En voor wat betreft de verhouding meester-juf voor de klas: die lag in mijn jeugdjaren aardig gelijk. Klas 1-3 had meestal een juf ,klas 4-6 een meester. 50-50 dus. Als ik volgend jaar met pensioen ga is er geen man meer over op mijn school. Dat je schrijf dat het aantal mannen en vrouwen dus aardig gelijkgetrokken wordt, dat klopt absoluut niet. Overigens ben ik van mening dat jongens meisjesdingen moeten kunnen doen en omgekeerd wanneer ze dat leuk vinden. Ze hoeven niet in rolmodellen te worden gedrukt. Maar zoooooveel vrouwen in het onderwijs trekt de balans behoorlijk scheef. Laat me duidelijk zijn dat het voor het onderwijs zelf niets uitmaakt of je nou rekenen leert van een juf of een meester.
Zeker Rien, het zou mooi zijn als er meer mannen voor de klas zouden staan. Ik vind ook dat kinderen in hun jeugd wel erg veel vrouwen aan zich voorbij zien trekken: de juf, de tandarts, de schooldokter, etc. Meer mannen op school en in de kinderopvang: ik ben helemaal voor! Mijn punt is vooral dat meer vrouwelijkheid als een probleem wordt ervaren (feminisering als vies woord, denk ook aan een term als ‘verwijfd’), terwijl het geen enkel punt is als er vooral mannen aan het roer staan, bijvoorbeeld in de top van het bedrijfsleven. 50-50 zou geweldig zijn, op alle terreinen. Maar laat ouders en opvoeders dan eerst eens kijken naar de specifieke interesses van kinderen, ongeacht hun sekse.
Ik ben het eens met Rien. Het is een feit dat juist vooral jongens en jongensgedrag als problematisch wordt ervaren, wegens te druk, te stoer te lawaaiig. Juist jongens en jongensgedrag worden “kort” gehouden en jongens worden voortdurend gecorrigeerd, en moeten gedwongen stil zitten, en moeten luisteren, en moeten ook nog alles bespreken waarin de openlijke boodschap is dat ze niet deugen. Juist jongens zitten wegens hun ongewenst geachte jongensgedrag massaal in het passend onderwijs, juist jongens krijgen een adhd diagnose, juist jongens worden gemedicaliseerd en krijgen ritalin voorgeschreven, en juist de Sirespot kaart dat aan.
De Sirespot gaat helemaal niet over meisjes en meisjesgedrag en het is juist prinsesjesgedrag om nu, nu voor een eerste keer in ruim 30 a 40 jaar voor jongens aandacht wordt gevraagd, te gaan eisen dat het niet om jongens moet gaan, maar om kinderen. De Sirespot gaat over jongens en onderdrukt jongensgedrag en niet over meisjes en meisjesgedrag of over kinderen als geheel.
Want normaal jongensgedrag wordt afgekeurd en dat belemmert jongens in hun ontwikkeling. Daar gaat de spot om. En inderdaad, ik noem dat feminisering: het aan jongens gedwongen opleggen van meisjesgedrag ontkent de wezenlijke verschillen tussen jongens en meisjes. En vergeet niet, daarbij worden jongens feitelijk gegijzeld, want als een jongen zich niet conformeert aan wat de juf graag wil zien, blijft hij zitten en wordt hij anders wel geschorst (wegens onhandelbaar), moet hij van school en wordt hij een hangjongere die (ook weer) ongewenst gedrag vertoont. Die komt dan in de statistieken terecht.
Als je een jongen bent heb je het al gedaan. De feminisering van het onderwijs en de maatschappij ontkent de wezenlijke verschillen tussen jongens en meisjes, ontkent de behoefte van jongens zich op hun manier te ontwikkelen en veroordeelt elk gedrag dat afwijkt (rennen, klimmen, stoeien, vechten, onderzoeken etc) als problematisch en als een ziektebeeld.
Het spijt mij, maar ik denk dat jij de onderliggende boodschap niet hebt begrepen, of juist wel hebt begrepen maar als te onbelangrijk hebt gevonden en zoekt naar diepere bodems die er niet zijn. De spot gaat gewoon om jongens en onderdrukt jongensgedrag. Daar moeten we van af.
Laat jongens jongens zijn op hun manier om zich volwaardig te kunnen ontplooien. Laat meisjes meisjes zijn op hun manier om zich volwaardig te kunnen ontplooien. Maar de spot richt zich specifiek op het gegeven dat jongens het onmogelijk wordt gemaakt om zich volwaardig te kunnen ontplooien.
Hoi Jan, dank voor je reactie. Ik denk dat de spot voor meerdere uitleg vatbaar is. Natuurlijk zijn jongens anders dan meisjes, ik denk dat de makers dat ook hebben bedoeld. En inderdaad willen jongens over het algemeen vaker ravotten dat meisjes. Maar dat maakt de spot juist niet duidelijk, vind ik, om redenen die ik al beschreef. Ik ben nu een boek aan het lezen over de positie en psyche van de man, Waar is mijn speer. Elementen daaruit zouden beter kunnen worden gebruikt in een dergelijk spotje. Ik schrijf daarover snel meer. Wordt vervolgd!