In zijn fenomenale liedje Moederdag (beluister het liedje hier) bezingt Hans Dorrestijn hoe het gelukzalige Moederdagtafereeltje uit reclamespots doorgaans in werkelijkheid verloopt. ‘Moeder, twee helften van een plaat, want hij brak, ’t was een plaat van James Last.
Trouwens, Dirk-Jan had, voor ‘ie ‘m brak, uw naam d’r al ingekrast. Moeder, wij houden zo veel van u, u huilt nu zelfs van geluk. Wij kinderen zijn een zaligheid, ook al maken we nog zoveel stuk.’ De kinderen doen hun best, maar de thee is slap en de dure cadeaus zijn gesneuveld. Ja, kinderen zijn af en toe klunzen. Maar vaders en moeders ook. We doen maar wat. Op hoop van zegen.
Op deze Moederdag breng ik een ode aan alle ploeter- en loedermoeders, stief- en goed-genoegmoeders, Tijgermoeders, alleenstaande moeders en al die moeders die ik in deze opsomming vergeten ben. Natuurlijk vaders, ook jullie doen ertoe. Maar nu gaat het even over de vrouw die ons het leven schonk. De moeder, geliefd en gehaat. Soms is ze raadgever, dan weer fungeert ze als boksbal. Soms is ze je vertrouwensvrouw, dan weer verzwijg je haar maanden- of jarenlang dat wat je ten diepste bezighoudt. Je kunt haar van alles verwijten. Maar als je zelf moeder wordt, begrijp je dat ook zíj maar wat deed. Want dat doen alle moeders. Je overlegt met de vader van je kinderen, je doet dingen die je in je eigen jeugd hebt meegekregen – of juist niet. Je praat met andere ouders, leest opvoedrubrieken, raadpleegt misschien zelfs een psych. Maar uiteindelijk doe je toch dat wat jou het beste lijkt.
Ik ben vooral een goed-genoegmoeder (je leest er meer over in een column die ik rond 2010 voor Stichting Stiefmoeders schreef). Waarom? Omdat deze levenshouding een weldaad is voor jezelf en voor je kinderen. Niemand is perfect: mijn kinderen niet, hun vader niet, en ik al helemaal niet. Vanzelfsprekend hebben exgenoot en ik de kinderen alles gegeven wat nodig was. We hebben ze manieren bijgebracht, we hebben ze begeleid bij hun schoolkeuze en gestimuleerd bij het uitoefenen van hun hobby’s. Maar ‘alles eruithalen wat erin zit’? Dat is niet aan mij besteed. Kinderen zijn geen project. Lukt iets niet, dan houdt het op. Daarnaast: je kunt kinderen niet overal tegen beschermen. In mijn beleving is het juist goed om ze niet overal bij te begeleiden. Je kind teveel in de schijnwerpers zetten en verwennen maakt zelfs ongelukkig, las ik in een artikel over de ‘Pampergeneratie‘.
De goed-genoegmoeder huldigt het principe van ‘liefdevolle verwaarlozing’. Zielsveel houden van je kind, maar het juist daarom gunnen om zo snel mogelijk zelfstandig te worden. Loslaten, in hun belang en je eigen belang. Interesse tonen waar het moet, je afzijdig houden waar het kan. Toen de kinders klein waren bracht ik wekelijks uren door in de diverse speeltuinen van Utrecht-Oost. Geen ingewikkelde, geldverslindende uitstapjes naar sensationele pretparken – nee, zij vermaakten zich in de speeltoestellen, terwijl ik de krant las en gesprekken voerde met andere bankzittende ouders. De kinderen blij, ik blij. Toen ze ouder werden mochten ze al vrij snel zelfstandig op de fiets naar vriendjes. En nu ze volwassen en bijna-volwassen zijn, leven ze steeds meer hun eigen leven. In ons driepersoonsgezin bespreken we de plannen: zij spreken met hun vrienden af, ik met de mijne. En tussendoor ben ik beschikbaar voor vragen. Hetgeen niet wegneemt dat er geregeld opvoedkundige gesprekjes plaatsvinden aan tafel of ’s avonds op de bank. Sturing blijft nodig. Intussen zien de kinderen dat hun moeder het naar haar zin heeft in het leven. En dat lijkt me een van de beste lessen die je je kinderen mee kunt geven.
Ploeter-, loeder-, bonus- of wat-dan-ook-moeder, misschien word je vandaag in het zonnetje gezet. Misschien ook niet. Maakt niet uit: je mag er zijn! Laat de boel de boel, verwen jezelf met een goed boek, een zalig bad of een lange wandeling. En realiseer je: het kan altijd beter, maar je bent goed genoeg.