Sporten heeft nooit mijn bijzondere belangstelling gehad. Noch als kijker, noch als deelnemer. Ik begrijp niet wat er de aardigheid van is om naar een grasmat of gravelveld te kijken waar op uiteenlopende manieren een bal van de ene naar de andere kant van het veld wordt getransporteerd. Laat staan dat ik de behoefte voel zelf een teamsport te beoefenen. Niet voor niets was ik op school het meisje dat altijd als laatste werd gekozen bij gym. Ik weet heus dat bewegen goed voor me is. Maar ach, ik fiets mijn hele leven al bijna dagelijks kriskras door de stad – dus die calorieën verbrand ik heus wel. Daar komt nog bij dat ik tot mijn veertigste de hele dag door kon blijven eten zonder een grammetje gewichtstoename. Waar alle vrouwen op feestjes categorisch taartpunten weigerden en met een glas bruiswater in de hand op wortels stonden te knagen, deed ik me tegoed aan chocolademuffins, wijn en bitterballen.
Nu ik de veertig ruimschoots ben gepasseerd, kan ik helaas niet meer zorgeloos eten wat ik wil zonder kilo’s aan te komen. Omdat ik weinig zin heb in een water- en groenvoerdieet, zit er niets anders op dan te gaan sporten. En dus volg ik al anderhalf jaar met veel plezier de body & mindlessen van Vanessa Bartlett. Maar er kon nog wel iets meer bij. De advertentie van de Urban Trail die eind 2017 in de krant stond, kwam dan ook als geroepen. Een hardloopevenement dwars door de gebouwen van Utrecht: echt iets voor een stadsmeisje als ik! Ik noteerde de datum in mijn agenda, schafte op 3 januari tergend dure hardloopschoenen aan en begon te trainen. Met wisselend succes. Soms loop ik onder begeleiding van virtuele hardloopcoach Renate Wennemars, die onvermoeibare peptalk laat schallen uit de koptelefoon (‘Kom op! Je kúnt het!’). Dan weer laat ik me begeleiden door de nasale robotstem van de Runkeeper-App. Een app die nauwgezet bijhoudt hoe hard je loopt, hoeveel kilometers je aflegt en welke route je neemt.
Leuker werd het er allemaal niet van, maar ik wist waar ik het voor deed: de Urban Trail Utrecht. Trailrunning betekent ‘off the road’-hardlopen, over smalle paadjes en met natuurlijke hindernissen. De hindernissen tijdens deze loop bestaan niet uit rotspartijen of beekjes – het zijn de trappen, gangenstelsels en kelders van diverse gebouwen.
Afgelopen zondag was het zover. En ik kan niet anders zeggen: het was een belevenis. Ik had lafjes voor de vijf kilometer kunnen kiezen, maar het werd de tien. In werkelijkheid waren het er misschien wel elf, want wat hebben we een trappen gelopen! We renden onder meer door Tivoli Vredenburg, de fietsenstalling in de Neudeflat, café Bodytalk, filmhuis ’t Hoogt, studentenvereniging S.S.R.-N.U. en museum Van Speelklok tot Pierement. Licht bevreemdend was het om tussen de jurkjes op de damesafdeling van De Bijenkorf door te hollen, de gangen van de voormalige gevangenis aan het Wolvenplein door te sjesen en via de artiesteningang de grote zaal van de Stadsschouwburg te betreden, waar allerlei muziekinstrumenten in de spotlights op het podium waren uitgestald. De sfeer was fantastisch; op diverse plekken stonden muzikanten, we werden vriendelijk op afstapjes gewezen en kregen verscheidene keren glaasjes water aangeboden. Sympathiek vond ik het ook dat nergens pusherig de tijd werd bijgehouden – bij deze loop ging het om het plezier, niet om de prestatie.
Neemt niet weg dat ik uitermate trots was op mezelf dat ik de finish haalde. In mijn King Louie-bloemetjesjurk. Want zulke prachtige gebouwen betreden in de historische binnenstad, dat doe ik toch liever in stijl. Kortom: op deze manier is sporten goed te doen!
In meerdere steden in Nederland wordt een Urban Trail gehouden. Later dit jaar nog in Arnhem, Breda, Zwolle en Eindhoven!