Het ergste leed lijkt voorbij. De lange weg die leidde tot het besluit om uit elkaar te gaan. De breuk en de ingewikkelde weken daarna. Het klussen en verhuizen tijdens de donkere wintermaanden. De halvering van het gezin. De eerste maanden met z’n drieën in het nieuwe huis. Het wennen aan het single-bestaan.
Veel van dat alles is achter de rug. Het gaat eigenlijk best weer aardig. M’n draai gevonden in de andere buurt. Blij met mijn kinderen en de lieve vrienden om me heen. Leuke nieuwe ontmoetingen. De eerste zonnestralen op mijn fleurige balkon. Fijne feestjes. De btw-aangifte van Q1 gedaan. Eindelijk weer eens een paar jurkjes gekocht. Ja, er zijn dagen dat ik hardop durf te denken: alles komt goed.
Maar dan ineens tóch weer een onverwachte dip. Juist op een moment dat ik het helemaal niet verwacht. Op een zonnige middag stap ik de bank binnen, samen met mijn opgewekt fluitende ex. De afwikkeling van onze gezamenlijke administratie nadert haar eind: we gaan de en/of-rekening opdoeken. Ik dacht dat dit een fluitje van een cent zou zijn, maar nee. Het blijkt een flink karwei. Er wordt koffie ingeschonken, op het beeldscherm flitsen de diverse rekeningen voorbij. Tientallen vragen dienen beantwoord te worden.
Weldra ligt de kraakhelderwitte balie vol met paspoorten, bankpassen en een schaar. Want bij het opheffen van de en/of-rekening moeten pasjes worden doorgeknipt. Of één van ons dat wil doen, vraagt de bankmevrouw. Ex heeft geen interesse. Maar ik voel dat ik dit zelf moet doen. De bankmevrouw reikt me de schaar aan, die ik geconcentreerd in het oranje plastic zet. Een forse knip: de pas is in tweeën. Ook de andere pas knip ik door. Mijn en/of-pas. De pas waarmee ik wekelijks in de deuropening stond, omdat Albert weer stapels kratten vol boodschappen kwam bezorgen voor ons grote gezin. De pas van de rekening waarmee we onze hypotheek betaalden. De gezamenlijke vakanties. De uitjes met de kinderen. Knip. Doormidden. Het ene moment een pas die deuren voor je opent. Het volgende moment twee waardeloze stukjes plastic. Ik word er zó verdrietig van. De bankmevrouw ziet het. ‘Hoe lang waren jullie samen?’ vraagt ze. ‘Twaalf jaar,’ antwoord ik met trillende stem. ‘Dat is een hele tijd,’ zegt ze warm.
Met rode ogen verlaat ik het bankkantoor. Zonnebril op m’n neus om mijn tranen te verbergen. We fietsen een klein stukje samen op. Daarna slaat hij de hoek om, op weg naar zijn volgende bestemming. Ik ga rechtdoor. Almaar rechtdoor. De laatste banden zijn doorgeknipt.