Ik heb er gezongen, gedanst, gekibbeld, gepraat en gehuild. Ik heb er heerlijk in de zon gezeten en chagrijnig door modderplassen gebaggerd. Ik heb er gewerkt en vakantie gevierd. Het was vermoeiend en rustgevend tegelijk. Afgelopen weekeind keerde ik terug van een weekje Keiland op Terschelling.
Dit voorjaar werd me gevraagd twee schrijfworkshops op Keiland te komen geven. Ik was meteen enthousiast. Wel moest ik even slikken toen ik begreep dat één van de K’s van Keiland staat voor ‘kamperen’. Ik had 30 jaar niet gekampeerd – en zodra ik op de camping van Staatsbosbeheer was gearriveerd, wist ik weer waarom. De eerste dagen gierde de wind om onze tent. Felle regenbuien kletterden op het tentdoek. Zelfs met kleren aan kreeg ik het niet warm in mijn slaapzak. Het was geen pretje om ‘s nachts onder een paraplu naar het wc-hokje te moeten lopen. Maar gaandeweg wende het. Zeker toen de zon ging schijnen. Het campingleven werd zelfs leuk. Je maakt makkelijk contact met de mensen om je heen. Dankzij de regen veranderde één van de workshoptenten ‘s avonds en ‘s nachts in een kroeg. De eerste avond zat ik hier nog uitsluitend met m’n GBF (die eveneens op Keiland was om workshops te geven) een wijntje te drinken, maar aan het eind van de week zat de tent elke avond stampvol. Nooit lag ik voor 01.00 uur in mijn slaapzak.
Kamperen leert je nederig en eenvoudig te leven. Koffie zetten is geen kwestie van een druk op de knop: nee, je loopt met een keteltje naar de kraan, vult het, loopt terug naar de tent, steekt de gasbrander aan en wacht een half uur tot de ketel stoom afblaast. Vervolgens giet je het hete water door een koffiefilter. En zo duren alle handelingen veel langer dan thuis. Het gevolg: je leeft meer met aandacht. Of je wilt of niet. En dus maak je als vanzelf je hoofd leeg. Ook de rest van de Keiland-activiteiten zorgt ervoor dat je nauwelijks bezig bent met de besognes van alledag. Je hebt er eenvoudigweg geen tijd voor. En dat was goed.
Keiland kent een vrij strak programma. ‘s Ochtends en ‘s avonds is er een viering met (Iona– en Taizé-)liedjes en gebed, ‘s ochtends zijn er workshops en aan het eind van de dag is er een gezamenlijk moment om thee te drinken. ‘Móet je daar dan heen?’ appten vrienden verbijsterd. Nee, ik moest niet naar de ‘kerktent’. Maar ik deed het, twee keer daags. En het was heerlijk. Liedjes zingen, stil zijn, dansen – het vaste patroon van bezinningsmomenten zorgt voor een gevoel van kalmte en, ja, zelfs geluk. Ik ben tijdens Keiland verschillende malen uit m’n comfortzone gekropen, vooral tijdens de workshop ‘Dansen met vuur’ van Joyce Schoon van De 7e Hemel. Voor iemand die gewend is met woorden te werken en meestal in haar hoofd te verblijven een openbaring: ik merkte dat ik echt héél boos werd, dat de woede rechtstreeks binnenkwam en er ook weer uitging. Later in de workshop speelden we een spannend spel van aantrekken en afstoten. Heel bijzonder.
Keiland was een goeie mix van ontspanning en inspanning. En o, wat klopt het cliché: als je thuiskomt ben je zó blij met de weelde van een lekker bed, een douche waar je langer dan 5 minuten onder mag staan en een Nespressoapparaat dat in no time koffie voor je maakt. Nu, bijna een week na terugkomst, heb ik dat gevoel nog steeds. Kamperen wordt nooit mijn hobby, maar voor Keiland maak ik een uitzondering.