Voor ze wist wat ze deed, gooide ze een zware fles eau de toilette naar zijn hoofd – Hugo Boss. Hij ontweek de fles, maar het ding knalde wel de slaapkamer in en daar tegen de muur aan scherven. ‘Ben je gek geworden of zo!’ riep Harko. Hij houdt niet meer van me, het is over, dacht Evelien. En machteloos greep ze naar de volgende fles op de wastafel, haar eigen Chanel No. 5.
De Evelien-reeks van Martin Bril is één van mijn favoriete verhalenbundels. Het zijn korte schetsen uit het leven van een vrouw uit Amsterdam-Zuid die alles heeft wat haar hartje begeert en tóch ongelukkig is. Ik heb alle delen uit de reeks in mijn boekenkast staan.
Misschien voldoen de columns over Evelien niet echt aan de definitie van een kort verhaal, bedenk ik me terwijl ik voor mijn boekenkast sta. Als dat zo is, dan heb ik nauwelijks verhalenbundels in mijn bezit. Ik zoek ze op omdat in november, tijdens de campagne Nederland Leest, het korte verhaal in de spotlights staat. Ik las dat het genre in Nederland niet erg geliefd is. In landen als Frankrijk en Groot-Brittannië juist wél. Dit zet me aan het denken. Ook ik lees weinig korte verhalen. Waarom eigenlijk? Ik denk omdat ik het liefst langdurig word meegesleept. Geef mij maar lijvige romans als Wilde zwanen of Knielen op een bed violen. Deze boeken brengen me avond aan avond in een andere wereld. Het korte verhaal krijgt dat niet voor elkaar.
Wat is mijn favoriet in het genre? Heen en weer lopend voor mijn boekenkast kom ik uit bij een bundel van Harry Mulisch, Het mirakel. Ik kocht het boekje in 1987 en weet nog goed welk verhaal enorme indruk op me maakte: Gelijkenis. Ik herlees de absurdistische wederwaardigheden van meneer Tiennoppen in dit verhaal: hoe hij in de trein door een huilende vrouw voor haar overleden man wordt aangezien. Hoe een student hem lachend op de schouders slaat, ‘Meneer Jaarsma, hoe is het mogelijk!’ roepend. Hoe hij de trein uitstapt en naast een vrouw komt te staan die met samengeperste lippen fluistert: ‘Doe net of je me niet kent.’ En zo gaat het door, pagina na pagina.
Een andere favoriet is de verzamelbundel Agnes van Peter van Straaten. Agnes is alleenstaande moeder van een middelbare scholier, een ‘zelfstandige maar afhankelijke vrouw van nu’. Net als Evelien is Agnes een vrouw die het leven nét niet helemaal goed op de rit krijgt. Ook de columns van Sylvia Witteman lees ik graag, omdat ze alledaagse dingen zo humoristisch omschrijft. Bijvoorbeeld het verhaal waarin ze de voorwaarden op een rijtje zet waaraan een pasfoto moet voldoen. Ik blíjf erom lachen.
Het avontuur van meneer Tiennoppen is surrealistisch, de verhalen van Evelien en Agnes zijn dat helemaal niét. En daarin zit voor mij de kracht van het korte verhaal: de verrassing of juist de herkenning. Daar komt bij dat je een bundel met columns of verhalen voor het slapen gaan makkelijker weglegt dan een spannende roman. En dat komt in de hectische novembermaand goed van pas.