stiefmoedercolumns (3)

IMG_0779Van 2008 tot 2013 schreef ik columns voor Stichting Stiefmoeders. De stichting is sinds vorig jaar gefuseerd met stichting Nieuw Gezin. De columns zijn dus offline. Jammer. Voor mij is het stiefgezin inmiddels verleden tijd. Maar ik heb er mooie herinneringen aan. Mijn meest dierbare stiefmoedercolumns geef ik nu een plek op mijn blog, in het mapje ‘stiefgezin’. Steeds met een paar columns tegelijk. In deze derde reeks: de zomervakantie

 

 

Liefmoeder met bonuskinderen

Zomer 2002. Voor het eerst op vakantie als alleenstaande moeder. Niet naar een villa-aan-zee in het zonnige zuiden – nee, het wordt de Noordzee dat jaar. Een natuurvriendenhuis aan zee. De eerste avond breng ik de kinders naar bed en betreedt met boek en thee de tuin. Maar lezen, daar komt het niet van: een groepje mede-alleengaanden schenkt me kordaat een wijntje in. Ademloos luister ik naar grappen en gruwelverhalen uit een wereld die de mijne niet is. Een wereld waarin (h)exen, biomoeders en KVGO’tjes (Kinderen Van Gescheiden Ouders) figureren. Ik leer een inspirerend nieuw vocabulaire die vakantie.

Kort daarna komt er een gescheiden vader voorbij in mijn leven. En nu ben ik alweer jaren stiefmoeder in een patchworkfamily. Zelf heb ik niet veel moeite met het woord stiefmoeder. Die Sneeuwwitje-en-de-boze-stiefmoederassociaties, ik heb er geen last van. Om me heen hoor ik echter veelzijdige alternatieven voor het gehate S-woord. ‘Halfmama’ bijvoorbeeld. Of ‘meemoeder’. Op Stiefmoederdag, een tweejaarlijks evenement georganiseerd door Stichting Stiefmoeders, vertelde een vrouw: ‘Ik ben een zorgvrouw voor de kinderen van mijn man. Ik ben hun moeder niet, ik zorg alleen maar voor ze. De biomam, dat is de moeder.’

Ook voor andere leden van het nieuw samengestelde gezin bestaat een complete begrippenlijst. Op de LinkedIngroep van Onze Taal stond een discussie over benamingen in het mikadogezin. Daar kwam ik de term ‘leasekinderen’ tegen – met daarbij de connotatie ‘maar aan wie kun je die kinderen dan teruggeven na een jaar of vier?’. Verder las ik de termen aanleunbroer, nabij-zusjes en liefmoeder. Ook ‘bonuskinderen’ en ‘cadeaukinderen’ werden genoemd. In een column in Trouw schreef een vrouw over haar ‘relatiegeschenk’: een kind als extraatje bij de nieuwe partner. Mooie woorden – maar niet iedereen zal de kinderen van een nieuwe partner als zo’n geschenk ervaren …

In België ijvert een groep ouders voor het vervangen van het voorvoegsel ‘stief’. Op hun site staat te lezen: ‘Wij willen aantonen dat een stiefouder geen hinderpaal is, maar een hulp bij de ontwikkeling van kinderen. Een plusouder dus.’

Mijn stief-/bonus-/extradochters zeggen gewoon Olga tegen me. Maar of ze me ook altijd als ‘plusouder’ en ‘liefmoeder’ beschouwen…? Ik doe m’n best!

Einde schooljaar

Het schooljaar is bijna voorbij. Dodelijk vermoeide ouders spoeden zich als geestverschijningen van het ene einde-seizoensevenement naar het andere. Afsluitende etentjes op het werk, buurtbarbecues, een borrel van de vrijwilligersvereniging. Met de laatste restjes energie die je in je hebt red je het nét, die eindspurt naar de zomervakantie. School en kinderclubjes daarentegen lijken er genoegen in te scheppen om driekwart van de activiteiten van een heel jaar in deze twee weken te comprimeren. Kind 1 heeft een piano-uitvoering, kind 2 een tennistoernooi (‘uw kind speelt maandag van 16.30-18.30 uur, woensdag van 13.00 – 15.00 uur, donderdag van 19.30-21.00 en zaterdag van 11.00 – 12.00 uur.’). Dan hebben we de zwemvierdaagse van kind 3 en 4 (‘wij zoeken nog ouders die om 14.00 uur mee kunnen lopen naar het zwembad, de kinderen helpen met omkleden en met ze teruglopen naar de school’) en als klap op de vuurpijl de avondvierdaagse. Samen met andere hologige, door overbelasting kromgetrokken ouders (en een enkele niet-werkende, woestmakend bruinverbrande en montere moeder) verzamel je je dagelijks met kroost op het veld, om daarna vrijwillig te voet tien kilometer door de provincie te trekken. Totaal ontwrichtend is het tijdstip waarop de vierdaagse begint – namelijk op dat uur waarop je normaalgesproken uitgeput, met jengelende kinderen in je kielzog, een laptoptas in de ene en een boodschappentas in de andere hand, na een werkdag de sleutel in het slot steekt. Het enige voordeel van deze starttijd is dat je niet hoeft te bedenken wat de pot schaft. Het hele gezin eet vier dagen boterhammen met kaas, geschrapte worteltjes en dropveters.

De periode vlak voor de zomervakantie legt de status aparte van het stiefgezin genadeloos bloot. Muziekuitvoeringen en sporttoernooien zijn gelegenheden bij uitstek om met de hele familie bij te wonen. In ons gezin gebeurt dat niet. Of in zeer wisselende samenstelling. Bij de musical in groep 8 mag ieder kind vijf toeschouwers meenemen. Maar mijn zoon heeft vier ouders, drie zusjes en zes opa’s en oma’s. Wie zijn dan de uitverkorenen? En zo zijn er nog heel wat andere dilemma’s tijdens die laatste dagen van het schooljaar.

Gelukkig is het bijna vakantie. Nog een paar hobbels te nemen voordat het zonnige zuiden lonkt. En dan gaat het gebeuren: we gaan Genieten. Echt waar.

Zomerpicknick

Daar zitten we weer. Op de jaarlijkse schoolpicknick. Juni, op december na de meest dramatische maand van het jaar, is bij uitstek zo’n maand waarin er elke week nóg wel een activiteit bij kan. Muziekuitvoeringen, het tennistoernooi, de eindmusical, de toetsweek en de niet aflatende stroom briefjes als ‘wilt u uw kind 5 euro meegeven voor’ en ‘wij zoeken hulpouders die willen rijden naar’. En dan heb ik het alleen nog maar over de schoolverplichtingen. Ook het werk vraagt altijd nét even een tandje meer in die laatste weken voor het grote reces. Deadlines, zomernetwerkborrels, businessbarbecues, haringparty’s: je probeert het allemaal bij te benen, en dat lukt ternauwernood. De man, toch al nooit vies van een gezonde dosis overwerk, zorgt daarnaast voor een zinvolle invulling van jouw schaars overgebleven tijd. Op slinkse wijze plempt hij een paar keer per week een ‘afspraakverzoek’ in je mailbox – een slimme manier om de confrontatie te mijden, want of je nou wel of niet op ‘accepteren’ klikt, híj heeft zijn best gedaan. En zo zit je, als moederkloek tegen wil en dank, avond aan avond in je eentje een vorkje te prikken met het kroost, de zegeningen van de zaterdagen waarop de man een extra werkdagje maakt nog daargelaten.

Maar dan is er de schoolpicknick. Komt eveneens slecht uit, maar brengt veel goeds. Moeders, kinderen en leerkrachten zitten verspreid op kleedjes rondom de school. Ook de vaders die wél om kwart voor 5 van hun werk durfden te vertrekken zijn present. Een verademing in drukke tijden. Vooral vanwege het sympathieke samen-delen concept en de prettige aanwezigheid van al die mensen die het ook niet gelukt is hun leven perfect op orde te krijgen. Stief- en alleenstaande moeders, weduwnaars en co-ouders, iedereen zit vrolijk kwetterend op het gras. Wijn en stokbrood gaan over en weer, evenals kinderen die dan weer bij pa, dan weer vijftien meter verderop bij ma een aardbei of kaasstengel halen. Natuurlijk is het fleurige tafereeltje een dekmantel voor veel leed. Zo zijn er moeders die afgunstige blikken werpen op de nieuwste aanwinst van hun ex. Kinderen die als boodschappers tussen twee picknickkleden op en neer gaan. En stiefmoeders die moederziel alleen op een kippenpootje knagen, omdat de bonuskinderen liever op de plaid van biomam verkeren. Het leven in een notendop. Ingewikkeld en vol verrassingen, maar met zon, goed gezelschap en koude chardonnay erbij eigenlijk best te hebben. Heel eventjes heel zorgeloos. En dan moet de zomer nog beginnen.

Vakantie

‘Sleur met jou, ‘k heb zo’n zin in sleur met jou,’ zingt Claudia de Breij op haar cd ‘Samen wakker worden’. Een tekst die me geweldig aanspreekt. Want sleur – ik teken ervoor. Precies weten waar je aan toe bent is één van de beste overlevingsstrategieën voor stiefmoeders. Op vakantie gaan is daarom een bron van stress. Weg is dan de sleur: vakantie is avontuurlijk. Het begint al bij het inpakken van de veertien thematassen die we elk jaar in de dakkoffer hijsen. De boekentas, de speelgoedtas, de badkamertas, de kindertassen: wie pakt ze in? Juist. Ik. De man roept ieder jaar luchtig: ‘Inpakken? Dat is vijf minuten werk.’ En dat klopt ook vanuit zijn perspectief (bestaande uit zijn eigen weekeindtas).

Na de inpakstress volgt de uitputtende rit naar het zonnige zuiden, waarin afwisselend junior-songfestival-cd’s en Simpsons-dvd’s de gehoorgangen teisteren. En dan begint het avontuur pas echt.  Geen werk, geen school, geen clubjes, geen weekeindregeling: de sleur is ver te zoeken. Elke dag het complete gezin om je heen. Dat heeft z’n charmes: lang natafelen en praten over vriendschap, ruzie en het wereldleed. Samen wandelen en zwemmen. Samen geschiedenis schrijven. Met het nieuwe gezin in de fotoalbums, belevenissen opdoen die jaren later in familieanekdotes worden doorverteld. Een strakblauwe lucht, tropische temperaturen, op blote voeten door het gras … Leven zonder sleur heeft mooie kanten. Maar ook minder mooie. Elkaar elke dag tegenkomen is confronterend. Je stiefkinderen kun je thuis nog een beetje ontlopen – op vakantie niet. Tijd met z’n tweeën doorbrengen: het zit er steeds minder in. Net als je met een wijntje in de zon gaat zitten duikt er weer een kind op dat exclusieve ouderlijke aandacht wil in de vorm van een badminton-, frisbee- of Rummikubsessie. En dus heb ik jaarlijks een instortmoment tijdens de vakantie. Ergernissen stapelen zich op: over de zwijnenstal in de caravan, kinderpesterijtjes, gebrek aan privacy. Ik kibbel met de man, omdat hij efficiënt boodschappen wil doen en als een dolle door de supermarkt holt, terwijl ik op mijn gemakje de kreeften, kaasjes en tijdschriften wil bekijken. En dan denk ik: waarom doen we dit toch, met z’n allen op vakantie?

Na de vakantie spreek ik een vriendin. Heeft een doodnormaal kerngezin – al twintig jaar met één en dezelfde vent. Ik hoor precies dezelfde verhalen. Met exact dezelfde vakantiestress. Ook zij is weer helemaal in haar element. Heerlijk in de dagelijkse sleur. En ik realiseer me ineens dat een stiefmoeder eigenlijk net een normale moeder is.

Deze columns verschenen tussen 2008 en 2013 op de site van Stichting Stiefmoeders

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *