Sinds 1 maart is schrijver Marnix Pauwels een maand lang niet negatief. Hij schrijft er dagelijks blogs over en twittert over zijn ervaringen via @nietnegatief. ‘Zowel on- als offline zal ik niemand afzeiken, bekritiseren of proberen te beschadigen. Ik zal niet klagen en niemand de maat nemen,’ heeft hij zich voorgenomen. Ik volg zijn blogs met interesse. En ik kan me er zó in vinden. Een ander nieuw twitteraccount is @tevredenlander, dat mensen ‘uitnodigt na te denken en te delen over waarover je tevreden bent in Nederland.’
Waarom spreken deze initiatieven me zo aan? In de eerste plaats vanwege het verfrissende tegengeluid. En in de tweede plaats omdat me een spiegel wordt voorgehouden. Want al ben ik een tamelijk blij ei, ik laat me in persoonlijke (WhatsApp-)discussies zo nu en dan verleiden tot bijna literair te noemen vilein proza – en ik schep er nog genoegen in ook. De blog ‘boze appjes’ van Marnix leek dan ook speciaal voor mij geschreven.
Op twitter, Facebookpagina’s en online nieuwssites geven mensen elkaar er vaak van langs. Onschuldige discussies kunnen er genadeloos uit de hand lopen omdat mensen hun gelijk willen halen. Heeft een politicus iets gezegd wat jou niet aanstaat? Daar worden de emmers vol drek op zijn of haar Facebookpagina omgekeerd. Zegt iemand iets onaardigs over jouw favoriete zanger / tv-held / schrijver / huisdier? Gevierendeeld moet hij worden, en wel direct. Zit je te wachten op een pakje dat niet op tijd bezorgd wordt? Hop, meteen gaat er een woedende tweet de wereld in. Internet is de perfecte uitlaatklep voor gefrustreerde lieden die het een uitdaging vinden anderen zo hard mogelijk te treffen. Heerlijk anoniem, zonder je af te vragen hoe kwetsend je uitingen kunnen zijn.
Minder schokkend, maar erg vermoeiend, is het eindeloze gejeremieer over de kleinste dingen. Maandagochtend, een regenbui, de verkiezingen, de uitslag van de verkiezingen, de formatie – iedereen doet er zijn of haar zegje over. En waarom eigenlijk? Wat maakt mopperen zo aantrekkelijk? Daar zijn drie redenen voor, vertelt geluksprofessor Patrick van Hees in een artikel op de site van de NOS. De negativity bias, vrijheid van meningsuiting en de invloed van politici en media. De aanleiding voor het artikel is de CBS-conclusie dat bijna 90% van de Nederlanders zich gelukkig voelt. En toch klagen we steen en been. Patrick van Hees stelt dat we zijn getraind om negatieve dingen eerder te zien dan positieve dingen, de negativity bias. Dit is een overlevingstechniek uit de oertijd. Ook zegt Van Hees dat er een overdreven focus is op het negatieve: als je in de media hoort dat iets fout gaat, worden deze klachten snel overgenomen.
Zelf denk ik dat klagen ook een gevoel van politieke correctheid of zelfs superioriteit kan geven: ‘Kijk mij eens kritisch nadenken’. ‘Ik ben het niet snel met iemand eens.’ Kritisch zijn is natuurlijk goed, je hoeft niet alles te pikken. En als een pakje niet bezorgd wordt is klagen alleen maar effectief; je hebt immers recht op dat product. Maar klagen om het klagen veroorzaakt een negatieve sfeer. En dat is wat initiatieven als #nietnegatief en #tevredenlander proberen te doorbreken. Maar hoe dan? Door lief en aardig te zijn en alles over je heen te laten komen? Nee. Marnix geeft een paar tips in een van zijn eerste blogs: je hoeft niet altijd te reageren. Gun die ander het laatste woord. En niks is persoonlijk: als iemand je afzeikt, gaat het altijd over die ander.
Ik word er blij van. En het daagt me uit. Door me in te spannen niet negatief te zijn, doorbreek ik mijn vaste patronen. In een wereld waarin we soms overstelpt worden door narigheid klamp ik me vast aan dit soort lichtpuntjes.