Categorie archieven: stedentrip

met de trein naar Litouwen 

Naar Litouwen met de trein? Dat doe je in twee dagen! Met de Interrailpas reis je eerst naar Warschau (Polen) en dan naar Vilnius, de hoofdstad van Litouwen. Een mooie reis naar twee prachtige steden. Hoe je dat aanpakt, lees je in deze blog.

Dit voorjaar las ik in Trouw over verbeterde spoorverbindingen met Berlijn en Polen, waardoor het ook mogelijk is om sneller naar de Baltische Staten te reizen. Ik sprak erover met collega-ondernemer en vriendin Anneke, met wie ik vaker per trein op workation ga. Altijd in voor een spooruitdaging, besloten we dit najaar via Interrail naar Litouwen te gaan. Het krantenartikel waarin ik las over nieuwe bijzondere treintrips lees je hier  

Reisdag 1: van Utrecht via Berlijn naar Warschau 

Vertrektijd vanaf Utrecht CS: 7.06 uur. De wekker gaat vroeg op vrijdag 11 oktober. Om 6.40 uur sta ik met mijn koffer op het station. Helaas: het vertrekbord in de stationshal meldt dat onze trein niet rijdt. De reden is, vrij cryptisch, ‘een dienstregelingswijziging’. Hup, naar het NS Servicepunt. Daar zetten we onze stoelreserveringen om naar een trein later, die rond 8.30 uur vertrekt. We reizen naar Duisburg voor onze eerste overstap: Berlijn. Op Duisburg CS hebben we ruim de tijd voor een cappuccino op een terras vlak bij het station. Terug op het perron zien we drommen mensen staan. We horen we dat onze trein vertraging heeft wegens een staatsbezoek van Zelensky aan Berlijn. Delen van de stad zijn hierdoor afgesloten. We beginnen ons wat zorgen te maken over onze overstap: halen we de laatste trein naar Warschau, die vanuit Berlijn vertrekt om 18.00 uur …? 

Vertrektijd vanuit Duisburg : 12.15 uur. De trein naar Berlijn is overvol. Gelukkig vinden we zitplaatsen. Maar de laptop openklappen om te werken lukt niet echt. Een boek lezen, een beetje kletsen en naar buiten kijken wel. De reistijd loopt op. Nagelbijtend staan we rond 17.15 uur in het halletje van onze treinwagon, die zich tergend traag richting Berlin Ostbahnhof beweegt. Als we hier aankomen, wordt omgeroepen dat onze trein naar Polen niet (zoals beloofd) vertrekt vanaf dit station. We moeten met de metro naar Berlijn Lichtenberg. Met een slakkengang kruipt de metro van Ostbahnhof naar Lichtenberg. Op dit station aangekomen trekken we een sprintje naar het spoor waar vijf minuten later de trein naar Warschau binnenrijdt. Jeujjj, nét op tijd. En dat moet gevierd worden! 

Vertrektijd vanuit Berlijn naar Warschau: 18.00 uur. We slepen onze bagage naar de restauratiewagon en blijven daar zitten om de laatste uren van onze reis stuk te slaan met Poolse soep en Łomża-bier. Om 23.00 uur komen we aan op Warszawa Centralna. 

Wereldstad Warschau

In Warschau verblijven we drie dagen. In de ochtend achter de laptop in ons appartement, dat met twee werkplekken zeer geschikt is voor digitale nomaden. ‘s Middags gaan we op pad. Op de eerste dag pakken we de lift naar het dak van het Paleis van Cultuur en Wetenschap. Daar heb je een schitterend uitzicht over de wijde omgeving. Warschau is een miljoenenstad vol contrasten: oostblokflats naast glimmende kantoortorens, hippe koffietentjes en wijnbars naast sober ingerichte Poolse restaurants (met heerlijke bietensoep). De historische binnenstad is door bombardementen weggevaagd tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar daarna weer opgebouwd met kopieën van de oorspronkelijke gebouwen. De Rynek is het hart van de oude stad, een plein vol terrasjes en panden in vrolijke kleuren. 

Een boottocht over de Wisla, de rivier die de stad doorkruist, valt tegen: met een dekentje over je benen zit je te bibberen op het buitendek, met zicht op skyline van Warschau (in de verte). Misschien leuk op een zonnige dag, maar wij vinden het geen aanrader. Een verborgen parel is het groene dak van de universiteitsbibliotheek: hier kun je een fijne wandeling maken door het groen en kijk je mooi uit over de rivier. Lees verder onder de foto

Reisdag 2: van Warschau via Mockava naar Vilnius

De tweede strip op mijn Interrailpas is voor de reis naar Vilnius. Deze trein gaat één keer per dag. Je moet ‘m dus niet missen 😉 

Vertrektijd vanuit Warschau: 7.55 uur. Stipt op tijd rijden we Warszawa Centralna uit. Urenlang zie ik Poolse dorpjes, bossen en weilanden aan me voorbijtrekken. De trein stopt op stationnetjes met namen als Wolomin, Malkinia en Suwalki. Dan komt de overstap in Mockava. Een klein, wit grensstation in een leeg landschap. De trein uit Polen kan hier niet verder rijden omdat de Baltische Staten aangesloten zijn op het breedspoornetwerk. In Mockava sta je een klein halfuurtje te wachten. Zonder koffie, want een kiosk is er niet. Dan arriveert aan de andere kant van het platform de trein uit Vilnius. Reizigers uit Litouwen steken het perron over en stappen in de trein naar Warschau. Wij nemen hun plaatsen in en verlaten Polen. 

Vertrektijd vanuit Mockava: 15.10 uur. Om 17.34 uur zijn we in Vilnius (in Litouwen is het een uur later dan in Nederland). De trein rijdt punctueel op tijd. 

Lieflijk Vilnius 

Vilnius is een kleine, prachtige stad. Ons workation-ritme gaat door: in de ochtend zitten we achter de laptop in onze AirBnB, ’s middags verkennen we de stad. Op dag één denken we dat we Vilnius in een mum van tijd gezien hebben. Maar er is meer te zien dan je denkt. Prachtige kerken en kathedralen, meestal in zachtroze kleuren. De Gediminas-kasteeltoren, op een heuvel aan de rand van het centrum, waar je een mooi uitzicht hebt over de stad. De markt, waar allerlei handwerk te koop is (ik kocht er waanzinnige zwarte handschoenen met rozen erop en een stapel artistiek bedrukte theedoeken). De kunstenaarswijk Užupis, met muurschilderingen en ateliers.

Ook de moeite waard is een uitstapje naar Kaunas, een treinreis van iets meer dan een uur. Dit was de hoofdstad van Litouwen tussen de twee wereldoorlogen in, omdat Vilnius toen bij Polen hoorde. Lees verder onder de foto

Reisdag 3: Vilnius – Warschau 

We blijven een kleine week in Vilnius en pakken dan de trein terug. Wachten op Vilnius Centraal is geen straf: ze hebben er goede koffie en er staat een schommel op het perron. Nooit eerder gedaan, schommelen met uitzicht op het spoor! De terugreis gaat weer via grensstation Mockava. In de avond komen we aan in Warschau en overnachten vlak bij het station.

Reisdag 4: Warschau – Utrecht 

Om 7 uur ’s ochtends vertrekt onze trein naar Berlijn (gaaaap). Voordeel van zo’n vroege reis is dat je de zon ziet opkomen boven de stad. Een ander voordeel is, dat je in 13 uur tijd weer thuis bent. Tenminste, als je geluk hebt. En dat hebben wij. De terugreis verloopt zonder vertragingen. In Berlijn hebben we zelfs tijd om soep te eten in een restaurant tegenover het station. De treinreis door Berlijn is fantastisch, je ziet zoveel bekende gebouwen! 

Om 20.00 uur zijn we op Utrecht CS. Behoorlijk gaar van twee dagen achter elkaar in de trein, maar trots dat de reis naar zo’n verre bestemming (ruim 3400 kilometer heen en terug) over land is gelukt!

Hoe werkt reizen via Interrail? 

Reizen via Interrail begint met de aanschaf van een Global Pas – een soort strippenkaart. Je koopt vier, vijf of meer reisdagen door heel Europa. De pas is een app op je telefoon die je activeert op de eerste reisdag. Voor de reis naar Polen en Litouwen kocht ik een pas voor vier dagen. Deze vier ‘strippen’ moet je binnen een maand tijd gebruiken. Via de planner op je Interrailpas bepaal je je reisschema. Soms is het nodig om stoelen te reserveren. In Duitsland, Frankrijk en Spanje is dit meestal verplicht. Meer info over de Global Pas van Interrail 

Benieuwd naar mijn eerdere treinreizen door Europa? 

Ga dan naar deze blogs! Je leest hierin over mijn reizen naar Frankrijk, Spanje, Portugal, Griekenland en Italië.

New York met minimale ‘stickershock’

Beeld van Olga in rode bloemenjurk en groen vest met de rivier de Hudson en hoge wolkenkrabbers op de achtergrond, met een oranje/grijze lucht.

‘Als jullie klaar zijn met de middelbare school, gaan wij met z’n drieën naar New York’, beloofde ik mijn kinderen jaren terug. Hun diploma haalden ze allebei. Maar die reis, daar kwam één en ander tussen. Zoals een relatiebreuk en een verhuizing. Het werd fietsen naar Amsterdam in plaats van vliegen naar New York. Ook leuk – maar NYC spreekt toch net wat meer tot de verbeelding.

Inmiddels zijn de kinderen twee diploma’s verder en heeft hun moeder haar zaakjes weer op orde. En dus boekte ik eindelijk onze langverwachte reis. De dag voor Koningsdag stapten we in het vliegtuig. In deze blog vertel ik je hoe ik me voorbereidde op onze stedentrip en geef ik je budgettips voor je verblijf. Want ook al wil je niet krenterig zijn tijdens je vakantie, in New York vliegt het geld wel erg snel uit je knip. Jarenlang was het zelfs de allerduurste stad ter wereld (bekijk hier de meest recente top tien van duurste steden wereldwijd). Ook de bewoners zelf hebben regelmatig last van sticker shock: ontzetting en ongeloof bij het zien van een prijskaartje.

Dit moet je weten voordat je vertrekt

(Met dank aan mijn nicht Ilse, die de VS als haar broekzak kent. Zij gaf me eindeloos veel tips over reis en verblijf!)

  • Je hebt een ESTA nodig voor de VS: een reistoestemming. ESTA staat voor Electronic System for Travel Authorization. Zonder ESTA kom je Amerika, en dus ook NYC, niet in. Je betaalt (in 2024) $21 voor dit document. Hier vraag je je ESTA aan
  • Een AirBnB is vaak de meest voordelige optie voor een stedentrip. Maar in NYC zijn de regels voor AirBnB veranderd sinds september 2023: een verhuurder mag alleen nog ruimtes verhuren in een appartement waar hij zelf woont. Dat heeft te maken met de woningnood in de stad. Hier lees je er meer over Wil je dus privacy met je partner of je gezin, dan zit er niets anders op dan een hotel of appartement te huren. De voordeligste adresjes kosten je rond de $100 per persoon per nacht.
  • Vliegen naar New York is het goedkoopst als je kiest voor een reis met tussenlanding. Wij reisden met Aer Lingus, met een tussenstop in Dublin. Vliegen via Ierland heeft nog een ander voordeel. Want als je naar de VS reist, moet je eerst langs de Amerikaanse immigratiedienst. Dit kost veel tijd. Reis je via Ierland, dan heb je deze controle al op Dublin Airport. Tijdens de ‘pre-clearance’ krijg je vragen over het doel van je verblijf, hoe lang je blijft, waar je logeert en met wie je reist, wat voor werk je doet enzovoort. Ben je hier doorheen, dan kun je na je landing in de VS meteen door naar de afhaalband voor je koffer.
  • Niet noodzakelijk, wel fijn: ik las in de weken voor de reis het boek De gedroomde stad van RTL Nieuws-correspondent Erik Mouthaan. Een aanrader als je meer wilt weten over het dagelijks leven in NYC. Aanstekelijk vertelt Mouthaan over de extreem dure en kleine woningen, werk en relaties, de geheimzinnige stoomwolken uit de roosters op straat, uit eten gaan, enzovoort. Lees op Bazarow een recensie over De gedroomde stad

Mijn toptips voor New York (en de meeste zijn GRATIS)

Natuurlijk wil je het Vrijheidsbeeld zien, het Empire State Building, Times Square en de Brooklyn Bridge. Maar er is nog zoveel meer. En vaak kost het helemaal niets.

Allereerst de parken in de stad en langs de waterkant

  • In Meatpacking District vind je het futuristische Little Island langs de Hudson en een klein stukje verderop het High Line Park. Dit park is aangelegd op een oude spoorlijn op 9 meter boven straatniveau. Tussen de rails zijn planten en bloemperken aangelegd. Tijdens je wandeling zie je veel kunstwerken en heb je een paar fraaie uitzichtspunten. In de wijk vind je trouwens ook verschillende winkels met tweedehands kleding. Buffalo Exchange vond ik een waar paradijs!
  • Bryant Park is een prachtig aangelegd groen park waar van alles te doen is. Je vindt er boekenkasten met ruilboeken, je krijgt er gratis dans- of breiles, er is muziek. Ook kun je er zitten op terrasstoelen en -tafels zonder dat je een drankje hoeft te bestellen.
  • Central Park, een uitgestrekt park met meren, wandel- en fietspaden, beeldende kunst, een monument voor John Lennon (en de beroemde Strawberry Fields) en speeltuinen. Tip: huur een fiets om het park te ontdekken, het is heel groot!

Wandelen door de wijken

Er is zoveel te zien op straat. Gratis en voor niks. Financial District en Battery Park met torenhoge wolkenkrabbers waardoor je continu in de schaduw loopt – en dan ineens de Trinity Church ertussen, met een rustieke begraafplaats ernaast. Ground Zero met twee fonteinen op de plek waar ooit de Twin Towers stonden. In de rand van dit monument staan de namen gegraveerd van de ruim 2700 slachtoffers die vielen op die elfde september. Aan de overkant van het monument vind je het Oculus, een gigantische constructie van staal en glas dat dienst doet als stationsgebouw en winkelcentrum. En daar tegenover staat het nieuwe One World Trade Center. De iconische Brooklyn Bridge leidt naar het lommerrijke Brooklyn, vol statige panden en een schitterend park langs de Hudson (met overal picknicktafels en barbecueroosters die je gratis kunt gebruiken). China Town met fleurige lampionnen, heerlijke etensgeuren, marktkraampjes op straat en de Mahayannatempel met een enorm gouden boeddhabeeld. De eetstalletjes op staat met hotdogs, kebab en zoetigheid. De stoomwolken die uit roosters in het wegdek komen (vooral ’s avonds feeëriek verlicht, een van de kenmerkende beelden op foto’s van New York. De stad heeft namelijk een ondergronds buizenstelsel waar stoom doorheen wordt geperst. Veel woningen gebruiken deze stoom voor hun verwarming en heet water. Regelmatig komt er een breukje in zo’n buis waar stoom uit ontsnapt. Die rookpluimen zie je dan in het straatbeeld). Muurschilderingen. Beeldende kunst. Muzikanten. De felle neonverlichting en drukke mensenmassa’s op Times Square. De boekhandel McNally Jackson met tafels vol romans, een wand met ‘subway-reads’, poëzie, boeken over New York en een geweldige schrijfhoek met heerlijke opschrijfboekjes en honderden verschillende pennen met gulle probeervellen ernaast. 

Het vervoer in New York

Qua vervoer is de Subway de beste optie, hoewel wij ook heel veel gelopen hebben. Maar wij hadden dan ook een appartement in Financial District, vlakbij Ground Zero, Battery Park en de Brooklyn Bridge.

  • De metro is heel voordelig: voor $33 koop je een pas waarmee je de hele week reist, hoe vaak je ook in en uit de metro stapt. Ik heb gruwelverhalen gehoord over de NY-metro: mensen die er met messen zijn bedreigd, ratten die over de perrons rennend zo een metrowagon inschieten. Natuurlijk moet je altijd goed op je spullen passen als je het openbaar vervoer gebruikt in een grote stad, maar ik heb me geen seconde onveilig gevoeld in de subway. En het gebruik is heel simpel. Lees meer over het gebruik van de metro in New York
  • De gratis ferry naar Staten Island vaart langs het Statue of Liberty. Je kunt ervoor kiezen om het Vrijheidsbeeld te bezoeken, maar dat kost tientallen dollars per persoon en je moet maanden van tevoren reserveren. Met de veerpont, die elk halfuur vaart, kom je er gewoon langs. Wij ontdekten bij aankomst op Staten Island trouwens een winkelcentrum, Empire Outlet, waar we aardig wat koopjes hebben gescoord (waaronder een fantastische bruine leren jas voor slechts $40).

En als je dan toch geld uitgeeft …

Ga dan naar het MoMa, het museum voor moderne kunst met als extraatje een kleurrijke beeldentuin. Je vindt er bekende werken als het tomatensoepblik-schilderij van Andy Warhol en de sterrenhemel van Van Gogh. Maar ook veel onbekend mooi werk. In de museumwinkel vergaap je je aan de designtassen, vazen en fruitschalen (ik beperkte me tot de aanschaf van een koelkastmagneet). Of kies voor Guggenheim, dat ook de moeite waard is om alleen van buiten te bekijken als je geen kaartje kon bemachtigen. Het 9/11 Memorial Center is zeer indrukwekkend. Het museum is ingericht op de fundering van de twee torens. Je ziet ook de ‘survivor’s stairs’ en wanden met portretfoto’s van de slachtoffers.

Of bezoek een van de vele uitzichtspunten: bijvoorbeeld het Empire State Building, Edge Observation Deck, de SUMMIT One Vanderbilt Experience. En natuurlijk zijn er allerlei georganiseerde cruises, rondleidingen en bustours. Hebben wij allemaal niet gedaan, want met een New York-boekje (geleend uit de bieb) en internet hadden wij onze eigen gratis gids.

Eten en drinken

De horeca is tergend duur, maar je moet toch eten. Wil je naar een goed restaurant, dan betaal je echt heel veel geld. Sowieso is een wijntje of biertje, waar dan ook, minimaal $15 per glas. Laat staan bij een rooftopbar, dan betaal je zo $50 voor één cocktail. Gelukkig zijn er in New York veel tentjes waar je redelijk gezonde maaltijden kunt afhalen of ter plekke kunt eten. Je merkt echt dat er een gezondheidshype heerst. Ik zet een paar eethuisjes op een rij waar wij met z’n drieën steeds voor rond de 50-60 dollar aten (drank niet meegerekend):

  • Honeybrains (salades en rijst met groente)
  • Dill & Parsley (bowls, wraps)
  • Hummus Place (Libanees, vegetarisch/veganistisch)
  • Ani Ramen House (soep met noedels)
  • Chipotle (salades, bowls, burrito’s)

Omdat wij een appartement met een keuken hadden, konden we in elk geval thuis ontbijten. De eerste keer in de supermarkt, om de hoek van ons appartement, hadden we absoluut last van stickershock. Licht beschaamd denk ik terug aan de blik van de winkelmedewerker bij het afrekenen: minutenlang hadden we op verontwaardigde en vrij luide toon de prijzen van diverse producten door de winkel geschetterd. Al snel kregen we de tip om een Target op te zoeken. Als je deze budgetsupermarkt (en -warenhuis) eenmaal kent, zie je in de straten van New York overal mensen met rood-witte Targettassen lopen.

Eerste keer

Wat een geweldige stad is New York. De mix van moderne en klassieke gebouwen, de wolkenkrabbers, het brede water van de rivier en het groen in de parken. De uitzichten. De kunst en cultuur. De humor. De sfeer. De diversiteit aan religies. De weidsheid en ruimte om je heen (er zijn veel mensen, maar de straten zijn breed, de pleinen en parken zijn groot, alles is ruim opgezet).

Als ik mensen in de maanden voor vertrek vertelde dat ik naar New York ging, vroegen ze opvallend vaak: ‘Is het je eerste keer?’ Steeds dacht ik dan: de eerste én de laatste keer. Want ik vlieg het liefst nog zo min mogelijk. Maar New York is, net als Parijs of Berlijn, een stad waar je naar terug wilt. Volgende keer dan maar met de boot …? Hier in huis ligt het Staatslot al klaar!

Collage van foto's uit New York: een hoge wolkenkrabber, het witte gebouw van het Oculus, gekleurde beelden in het MoMa-museum, een muurschildering, stoomwolken op straat, de stalen kabels en de poort van de Brooklyn Bridge, Chinese letters aan een gevel in China Town, een flatgebouw met ijzeren brandtrappen aan de buitenkant en tot slot Little Island, witte eilandjes met bomen erop in het water van de rivier de Hudson.

treinen door Europa is niet voor watjes

Collage van stations en treinen in Europa. Te zien zijn Milaan, Piraeus, Bologna, Paris Nord, Brive en een informatieloket van de Deutsche Bahn.

Wat leek het me cool om met de trein en de boot naar mijn favoriete eiland Lesbos te gaan. Een reis van drie dagen over land en over zee! In theorie is het mogelijk, maar de praktijk bleek weerbarstiger. Ook mijn treinreizen naar Zuid-Frankrijk en Milaan verliepen vorig jaar niet vlekkeloos. Toch blijf ik een fan van de internationale trein.

Met de trein naar Lesbos

De reis naar Lesbos startte met een enkeltje Milaan, waar de nachttrein naar Bari (Zuid-Italië) klaar zou staan. Vanaf Bari maak je een nachtelijke boottrip naar Patras in Griekenland en ga je met de trein naar Piraeus, de haven van Athene. Vervolgens slaap je nog een nacht op de boot en arriveer je, na een paar tussenstops op verschillende eilanden, op Lesbos. Hoe gaaf is dat! Maar in Nederland ging het al mis: de trein naar Italië kwam iets voorbij Zevenaar tot stilstand en bleef daar vervolgens vijf uur stilstaan. Er was geen elektriciteit, de wc’s konden niet worden doorgespoeld. Ik had nog net op tijd een koffietje weten te scoren. In de loop van de middag werd onze trein teruggesleept naar Arnhem.

Met de trein naar Milaan

Uiteindelijk zijn we wel op de boot naar Lesbos terechtgekomen en was het een heerlijke vakantie. Maar de kosten voor de gemiste treinen kregen we niet vergoed. Toch weerhield niets me ervan om twee maanden later opnieuw in de trein naar Milaan te stappen. Je begrijpt dat ik erg opgelucht was toen ik moeiteloos voorbij Zevenaar en zelfs Frankfurt zoefde. Wel met flinke vertraging helaas, waardoor we onze overstap in Basel misten. Dat was de laatste trein van die dag, vreemd genoeg al om 18.10 uur. Dus zat er niets anders op dan te wachten tot de volgende dag. De Deutsche Bahn vergoedde gelukkig wel een hotelovernachting in Basel. Voor Milaan bleef 24 uur over, onze eindbestemming was Ferrara.

Wat maakt treinreizen zo duur?

Hoe komt het toch dat vliegen zoveel makkelijker en goedkoper is dan internationale treinreizen? Ik las er een interessant artikel over in OneWorld, geschreven door Esmée Koeleman: De dwarsliggers van het Europese treinennetwerk. De belangrijkste oorzaken die het artikel noemt:

  • Treinvervoerders moeten tol betalen aan de infrastructuurbeheerders van elk land waar de trein doorheen rijdt. Track Acces Charges (TAC) heet deze tol. De TAC wordt doorberekend aan de treinreiziger.
  • Vliegtickets zijn vrijgesteld van btw en de kerosine is vrijgesteld van accijns. Deze vrijstelling is een van de artikelen uit het Verdrag van Chicago, dat landen tekenden aan het eind van de Tweede Wereldoorlog.
  • Het spoor kent nauwelijks concurrentie, waardoor het mogelijk is om hoge prijzen te vragen. Als voorbeeld wordt in het artikel de populaire hogesnelheidslijn naar Parijs genoemd. Thalys is de enige die deze directe snelle reis tussen Amsterdam en Parijs aanbiedt. En de trein zit altijd vol, dus waarom zou je de prijzen verlagen?

Wat maakt treinreizen zo ingewikkeld?

Daarnaast weet ik uit eigen ervaring dat de diverse regelingen per land het reizen ook ingewikkeld maken. Zo is het bijvoorbeeld in Italië vaak niet nodig om een zitplaats te reserveren, terwijl dit in Duitsland en Spanje op lange afstanden verplicht is. Dat reserveren gaat in elk land weer anders: soms kan het online, soms moet je in de rij staan bij een loket. En als je dan na anderhalf uur wachten eindelijk aan de beurt bent, blijkt maar al te vaak dat de trein die je had willen nemen, vol zit.

Met de trein naar Zuid-Frankrijk

Hoewel het soms helpt om de loketambtenaar niet altijd te geloven. Zo reisde ik afgelopen zomer naar Zuid-Frankrijk en miste ik, wederom buiten mijn schuld, mijn aansluiting. (Ook een bizar verhaal trouwens: mijn trein naar Parijs bleek niet vanuit Rotterdam te vertrekken wegens een stroomstoring. De Thalys werd via Utrecht omgeleid. Ik stond op Utrecht CS toen ik dat hoorde. Makkie! Drommen reizigers verplaatsten zich naar het beloofde perron. Daar kwam de Thalys aanrijden, minderde vaart, stopte … en reed weer door! Niet alleen wij reizigers, ook het NS-personeel was verbijsterd. Via Breda kwam ik uiteindelijk in Parijs terecht, maar miste daardoor mijn overstap op de trein naar Brive.) Ik meldde me keurig bij het loket van Gare d’Austerlitz om mijn ticket om te laten zetten. ‘Helaas, we hebben pas plek in de trein van vanavond’, zei mevrouw.’ Toch probeerde ik de trein naar Brive die een kwartiertje later zou vertrekken. Ik hield mijn verhaal over de gemiste aansluiting, de conducteur keek in zijn systeem, en wat bleek: plek zat! Sterker nog, ik zat in een bijna lege coupé!

Waarom ik tóch blijf kiezen voor de trein door Europa

Internationaal treinreizen kan en moet beter. Daarvoor zijn niet alleen de treinmaatschappijen, maar ook de Europese Unie aan zet. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het rapport Beter grensoverschrijdend treinaanbod van Bureau Berenschot. Ook het platform Anders Reizen klopt namens bedrijven aan de deur bij de EU met een oproep om internationaal treinen makkelijker te maken.

En ik? Ik blijf gewoon de trein pakken, ook al is het trager en ingewikkelder dan vliegen. Met de trein reis ik schoner (een vlucht stoot gemiddeld zo’n 8x meer CO2 uit als dezelfde reis per trein), zie ik prachtige landschappen aan me voorbijtrekken en heb ik alle tijd voor een gesprek, een boek of het schrijven van een artikel. En vergeet de restauratiewagon niet!

wit barretje met witgelakte barkrukken, groene gordijnen voor de ramen en een flesje witte wijn met kun dat klaarstaan op de bar

Van alle restauratiewagons die ik heb gezien, staat deze met stip op 1. In een Portugese trein, van Lissabon naar Vilar Formoso. Jaren 70-stijl. Hier geen ordinaire schroefdoppen: ons flesje wijn werd met zorg ontkurkt door de barmedewerker.

workation via Interrail

Een laptop, internet en een telefoon: meer heb ik niet nodig om mijn werk te kunnen doen. En dus werk ik nu eens vanuit huis, soms op kantoor en dan weer op locatie bij een opdrachtgever. Sinds een paar jaar klap ik mijn laptop ook weleens open in Zuid-Europa. Op Lesbos bijvoorbeeld. In València. En de afgelopen weken in Spanje, Portugal en Frankrijk.

Samen met mede-onderneemster Anneke Laverman pakte ik op 10 mei opnieuw de trein om op werkvakantie te gaan. Dit keer kozen we Lissabon als bestemming. ‘Zeer geschikt voor digital Nomads’, stond in de omschrijving van onze AirBnB.

Waarom ik graag op workation ga

Werken tijdens mijn vakantie deed ik voor het eerst in 2018. Ik was drie weken op Lesbos en had mijn laptop bij me, zodat ik kon bloggen en Netflixen. Na een week belde een klant me op met een spoedklus. Hij wist niet dat ik met vakantie was. Ik aarzelde even, maar dacht: ‘Hij hoeft niet te weten dat ik in Griekenland ben. Ik kan deze klus prima doen!’ Het was een dagje werk. En ik was alleen. Niemand om me heen die het me kwalijk nam dat ik die dag koos voor werken in plaats van een boottocht of museumbezoek.

Ik vond het heerlijk om een herschrijving te maken onder de wuivende palmen. Ik hoorde de krekels zingen, voelde een zwoel briesje strijken langs m’n gezicht. Meteen wist ik: dit ga ik vaker doen. Het is zo fijn om in een afwisselende omgeving te werken. Het houdt me scherp als ik niet steeds hetzelfde uitzicht heb. Tijdens mijn workations sta ik vroeg op, werk een uurtje of vijf en ga dan op pad. Ik ben tijdens die uren gefocust aan het werk, omdat ik mijn tijd goed wil benutten. Zo kan ik in de middag heerlijk genieten van een stadswandeling, museum, het strand en een drankje met tapas erbij.

Waarom ik met de trein reis

Vorig jaar koos besloten Anneke en ik samen met de trein naar Spanje te reizen. Dat beviel ons zo goed, dat we najaar 2022 met de trein naar Berlijn gingen. Want voor digital nomads is reizen met de trein een zegen. Je kunt lekker werken onderweg, komt in contact met allerlei mensen en bent je veel bewuster van je omgeving. En, het belangrijkste argument: het is vele malen duurzamer dan vliegen.

Ik reisde met een Interrail-pas. Met zo’n pas kun je voor een vaste prijs een aantal keer de trein pakken binnen Europa. Ik kocht een pas met vijf treinreizen. Naar Lissabon kun je onmogelijk in één dag reizen met de trein. Wij kozen er daarom voor om een dag in Barcelona te zijn, twee dagen in Madrid en dan door te gaan naar Lissabon.

De reis van Madrid naar Lissabon konden we helaas niet in één keer maken. In Spanje moet je altijd aan het loket reserveren voor je treinreis – dat is online niet mogelijk. Zodra wij in Madrid aankwamen, gingen we in de rij staan bij het loket om deze reservering te maken. Maar de juffrouw achter het loket stelde ons teleur: op de dag dat wij wilden reizen, ging er alleen nog een trein tot Badajoz (een plaatsje vlakbij de grens tussen Spanje en Portugal). We hadden dus nog een tussenstop én een extra overnachting. Als doorgewinterde treinreizigers zuchtten we eens diep en haalden hier onze schouders over op. Met het boemeltje tussen Badajoz en Lissabon kwamen we uiteindelijk toch op onze bestemming aan.

In Lissabon verbleven we ruim een week en reisden daarna naar Bayonne in Zuid-Frankrijk. Daar waren we nog twee nachten, waarna we in één dag terugreisden naar Utrecht. We maakten dus een rondje door Europa. Zo’n 6500 kilometer legden we af.

Zo wordt jouw workation een succes

Op werkvakantie gaan is een luxe. Dat realiseer ik me goed. Ik kan het betalen en ik kan thuis gemist worden: mijn kinderen zijn de deur al uit. Met mijn eigen bedrijf kan ik bovendien gaan en staan waar ik wil.

Kun jij dat ook, en spreekt de lokroep van de ‘digital nomad’ je aan? Dan zou ik je zeker aanraden ook eens met je laptop op reis te gaan! Ik geef je een paar tips:

  • Zoek een appartement dat aanvoelt als een tweede huis. Let op de inrichting, kijk of er een goede tafel of bureau is. Probeer er ook achter te komen of je in een rustige straat terechtkomt.
  • Voorkom dat jij steeds dat bevroren en zwijgende beeld bent tijdens Teamsmeetings. Kijk daarom of er betrouwbare wifi is in je appartement als je jouw AirBnB-reservering doet.
  • Maak afspraken met je klanten. Of, als je in dienst bent, met je werkgever. Tijdens een workation is het namelijk lastiger om je 8-urige werkdag aan te houden. Ik heb mijn vaste opdrachtgevers verteld op welke momenten van de dag ik bereikbaar was. En in mijn out-of-officereply vertelde ik dat ik minder uren beschikbaar was dan normaal.
  • Bedenk of je in je eentje wilt reizen of met een collega of mede-ondernemer. Of kies een bestemming waar veel digitale nomaden aan het werk zijn. Misschien kun je ook op workation met je liefdespartner – maar liefst als hij/zij/hen óók aan het werk is en niet verwacht dat jij dagelijks beschikbaar bent voor leuke uitstapjes.
  • Kies voor een land of stad waar jij het wel een tijdje uit kunt houden. Zelf ga ik het liefst naar een grote stad, omdat cultuur en horeca daar onder handbereik zijn. Lissabon is geliefd bij digitale nomaden, las ik in dit artikel in het AD: de top 10 van favoriete workation-bestemmingen.
  • En tot slot: plan je agenda niet té vol. Want een workation moet wel een beetje leuk blijven. Je zit niet voor niets te werken in een nieuwe en adembenemende omgeving!

Wachtend op de trein of op de bus, in de trein of in de AirBnB in Lissabon: de afgelopen weken werkte ik voor verschillende klanten aan hun nieuwsbrieven, een aanbesteding, de eindredactie van een magazine en een blogreeks.

Park Güell, Barcelona

met de trein naar Spanje 

Fotocollage met treincoupé met vier stoelen, uitzicht op een akker, uitzicht op zee, station Perpignan, station Valence en de trein naar Montpellier

Een vliegticket naar Spanje heb je met een paar muisklikken gekocht. Wil je met de trein, dan kan het boeken en reserveren je tot wanhoop drijven. Jammer, want reizen via het spoor is zoveel duurzamer. Om je op weg te helpen schreef ik deze blog.

In januari vertrok dochter met de trein naar València. Als Erasmusstudent kreeg zij haar reis alleen vergoed als ze koos voor duurzaam vervoer. Geïnspireerd door dit voorbeeld besloot ook ik de trein te nemen toen ik haar ging bezoeken. Vriendin en mede-onderneemster Anneke, die regelmatig naar Zuid-Spanje reist, ging met me mee. Maar een treinreis naar Spanje boeken bleek een flinke uitdaging!

‘Geen verbindingen gevonden’

Bij een internationale treinreis denk ik als eerste aan NS International. Op de website vul je eenvoudig je vertrekpunt en je bestemming in. Vaak gaat dit goed. Maar vul je als reisdoel ‘València’ in, dan lees je: ‘geen verbindingen gevonden’. Oké, Barcelona proberen dan? Dit is immers zo’n 350 kilometer noordelijk van València. Maar ook dat is niet mogelijk: de reactie op het scherm is ‘alleen dienstregeling, niet te boeken’. Op dit soort momenten mis je een mens, die kan uitleggen hoe het zit. En dus vroeg ik om opheldering bij het NS-loket in de stationshal. Wat blijkt: voor de trein in Spanje moet je een plaats reserveren. En dat is online niet mogelijk bij de Spaanse spoorwegen.

Googelen naar treinreizen bood ook geen soelaas. Sterker nog, we kregen als derde zoekresultaat ‘vliegtickets naar València’. Alsof zelfs de zoekmachines ons deze onzalige wens uit het hoofd wilden praten.  

Reizen naar Spanje via Interrail: zo werkt het

Dochter hielp ons uit de brand: zij adviseerde Anneke en mij de Interrail-pas. Hiermee reis je vier keer binnen een maand met de trein door heel Europa voor €246. Gemiddeld is dat nog geen €62 per treinreis! Interrail heeft overigens regelmatig aanbiedingen, waardoor je je pas tegen een lager tarief scoort. Er zijn verschillende soorten passen te koop; je kunt bijvoorbeeld ook een pas kopen waarmee je meer dan vier reizen kunt maken. Je reis plannen gaat als volgt: 

  • Je kiest je pas. Jongeren betalen minder dan volwassenen, en ook het aantal reizen dat je wilt maken zorgt voor een prijsverschil. 
  • Je maakt een account aan en plaatst de Interrail-app op je telefoon. 
  • Je kiest je bestemming en ziet nu de opties voor treinen en tijden.
  • Je kiest je treinen en plaatst reserveringen. Voor Frankrijk en Spanje is dat reserveren cruciaal. Hogesnelheidstreinen kom je zonder reservering niet in.
  • De reserveringen voor de trein naar Brussel en Zuid-Frankrijk stuurt Interrail je op via de mail. Het is belangrijk om de reserveringen uit te printen, je moet ze in elke trein laten zien. Het reserveringsbewijs voor de trein naar Barcelona wordt per post opgestuurd.
  • De reservering van Barcelona naar València moet je zelf kopen op het station van Barcelona.

Wat zijn de plus- en minpunten van een treinreis naar Spanje? Ik zet de voor- en nadelen even voor je op een rij.

De voordelen

  • Reizen per trein is veel beter voor het milieu. De CO2-uitstoot van een vliegreis naar Spanje is 669 kilo; die van de trein slechts 44 (bron: BetterPlaces). 
  • Je reist comfortabel. De Franse hogesnelheidstreinen hebben ruime zitplaatsen met een stopcontact, zodat je onderweg je telefoon of laptop kunt opladen. Heb je geen zin meer in zitten, dan maak je een wandelingetje door de trein. Of je gaat in de restauratiewagon een tijdje aan één van de hoge tafels staan. 
  • De restauratiewagon biedt warme broodjes, salades en diverse dranken (ja, ook wijn en bier). Je kunt tijdens het overstappen ook je versnaperingen in de stationskiosk kopen. Dan heb je meer keus en betaal je minder.
  • Je kunt lekker werken onderweg, met je laptop op de uitklaptafel bij je stoel. We zagen zelfs een trein met een flexwerkplek, ‘le bureau’. Zelf koos ik er op de heenweg voor om mijn laptop in de tas te laten. Ik dook heerlijk in een boek (eindelijk begon ik aan Het Smelt van Lize Spit; ik had het boek voor de helft uit bij aankomst in València).
  • Je hebt genoeg mijmertijd. Het ‘trage’ reizen heeft als voordeel dat je het veranderende landschap aan je voorbij ziet trekken.  In het grensgebied tussen Frankrijk en Spanje reden we zelfs een tijdje langs de zee! 

De nadelen 

  • Zoals hierboven al geschetst: het boeken van de reis naar Spanje was een behoorlijke uitzoekerij. Ik hoop dat dit in de toekomst makkelijker wordt, zodat een treinreis echt concurreert met een reis per vliegtuig.  
  • Tijdens de reis naar Spanje moet je diverse keren overstappen. En dat levert lichte stress op. Zo was onze overstaptijd bij Brussel slechts zeven minuten. Wij bereidden ons hier, op advies van mijn dochter, goed op voor. Anneke zette het alarm van haar telefoon zodat we vijf minuten voor Bruxelles-Midi alvast met onze koffers bij de deur klaar stonden. We vroegen de conducteur of hij wist waar onze trein naar Montpellier vertrok. Hij was zeer behulpzaam en liep zelfs mee naar het juiste perron. De overstap in Barcelona was spannend omdat we op dit station zelf reserveringen voor de trein naar València moesten kopen. Ook hier vroegen we meteen om hulp en werden naar het juiste loket verwezen. Geen overbodige luxe, want het station van Barcelona is enorm groot en hectisch. Ik was blij dat ik in de juiste trein zat – hadden we deze gemist, dan konden we pas de volgende dag verder reizen.  
  • De reis duurt langer. Onze reistijd van Utrecht naar València was vijftien uur. Ga je met het vliegtuig, dan duurt dit (inclusief reis naar het vliegveld, inchecken, douane etc.) slechts een uurtje of vijf. 
  • Het reizen per trein is iets duurder dan met het vliegtuig, zeker als je via een prijsvechter vliegt. Op zich is de Global Pass van Interrail niet duur, zeker als je ziet wat je ervoor krijgt. Maar je moet wel bijbetalen voor de reserveringen. Per trein is dat al snel €10 tot €20. Voor onze reis betekende dit bijna €70 extra.

Onthaasten 

Kortom: het vraagt even wat voorbereiding, maar wil je geen last hebben van vliegschaamte, dan is de trein binnen Europa een prima alternatief. Het onthaasten begint zodra je de trein instapt! 

Over onze terugreis op 1 juni schreef Anneke een blog, inclusief 7 tips om via Interrail door Europa te reizen: Van Barcelona naar Utrecht, lukt dat zonder online reservering?

Olga met hoed, Anneke met zonnebril in de trein bij het raam

fietsend naar amsterdam

Zojuist ben ik teruggekeerd van mijn eersteUtrecht - Amsterdam  single parents-trip: op fietsvakantie naar Amsterdam. Een hele belevenis! Als hardwerkende goed-genoegmoeder liet ik het qua voorbereidingen enigszins afweten. Tot de dag voor vertrek zat ik nog achter mijn laptop, en echt niet om de kortste route of de leukste dagtripjes uit te zoeken. Nee, er moesten deadlines worden gehaald, om nog maar te zwijgen van de btw-aangifte. En dus fietsten we dinsdag voornamelijk op gevoel van Utrecht richting Noord-Holland. De route kon niet moeilijk zijn, had ik bedacht: van dorp naar dorp langs Vecht en Amstel, en dan nog even van de Bijlmer naar ons AirBnB-adresje in de Pijp. Tot Loenen ging het prima; daarna moest ik toch de hulp van omstanders en Google Maps inroepen. Terecht mopperde dochter dat ik één en ander wel wat degelijker had kunnen voorbereiden. Om dit te onderstrepen zoefde op dat moment een echtpaar met onberispelijk fietsequipment voorbij, bestaande uit lichtgewicht, neongeel reflecterende fietstassen, dito gekleurde sportpakjes en kekke helmpjes . Dit inFietsen in Amsterdam schril contrast met de uitpuilende weekend- en Albert Heijntassen in onze fietskratten en onder de snelbinders, plus mijn overvolle handtas bungelend aan het stuur.

Maar we fiksten het: zonder lekke banden of kleerscheuren bereikten we na vijf uur fietsen (inclusief pauzes op zonovergoten terrassen) ons logeeradres. De dagen daarna waren goed gevuld met bezoekjes aan het KattenKabinet, de Matisse-tentoonstelling in het Stedelijk, het homomonument, filmmuseum EYE en het Vondelpark. Uiteraard hebben we ook geshopt en op allerlei terrasjes gezeten (wow, wat is de Pijp een leuke, hippe wijk!). Het was fantastisch om als een local door Amsterdam te fietsen en niet steeds de tram te hoeven pakken. Ideaal om je fiets op de Dam, het Rembrandtplein of naast de Westerkerk te parkeren.

Fiets op de DamVoor het eerst zonder partner met vakantie betekent: meer een beroep op de kinderen doen. Samen de route van de dag bepalen, de kinders om raad vragen, rekening houden met elkaar. Zo remde zoon heel attent af bij diverse kerkgebouwen: ‘Hier wil je zeker wel even kijken hè?’ En dochter greep uit zichzelf de afwaskwast na het ontbijt, of stak ‘s avonds in ons appartement de kaarsjes aan. Het was erg gezellig.

Als single met vakantie betekent echter ook: alleen thuiskomen. En dat is wel even slikken. Niemand op de bank die vraagt: ‘Hoe hebben jullie het gehad?’ Die zegt: ‘Blijf jij lekker zitten na die lange fietstocht, ík kook vanavond wel.’ Maar ach, het gevoel van blijdschap en trots overheerst. Omdat we het zo fijn hadden, en probleemloos die tachtig kilometer heen en terug hebben overbrugd. En dat vakantiewasje van slechts drie personen – dát is alweer gedaan!