overstappen

Lang geleden had het woord ‘overstappen’ één heldere, eenvoudige betekenis. Je had het dan over die zenuwslopende toestand waarbij je je na het verlaten van je trein langs dichte mensenmassa’s op de roltrap naar boven wurmde en koortsachtig dwars door de kluwen reizigers in de stationshal rende, om vervolgens struikelend een trap af te dalen naar het perron dat in het Spoorboekje stond aangegeven. Nipt op tijd zeeg je neer in het boemeltje richting Winterswijk: het overstappen was gelukt.

Sinds de privatisering van de nutsbedrijven en de opheffing van het ziekenfonds heeft ‘overstappen’ een andere lading gekregen. Het is een woord dat vooral opduikt in de drukke decembermaand, een maand waarin je met de tong op de schoenen je werk aan het afronden bent en tegelijkertijd probeert alle feestelijkheden in te plannen, daarbij rekening houdend met agenda’s van familieleden, exen en nieuwe geliefden. Net als je voorzichtig durft te denken dat alles onder controle is, gaat de bel. Twee frisgekapte, in sportieve jacks gestoken studenten staan voor de deur en stellen brutaalweg de vraag: ‘Bij welke energieleverancier bent u aangesloten?’ Als ik, totaal overrompeld, deze privacygevoelige informatie aan de twintigers geef, schudden ze meewarig het hoofd: weet ik wel dat ik bij Frisse Westenwind punt nl vele malen voordeliger uit ben? Ik krijg het dringende advies om over te stappen, nu meteen, in mijn eigen deuropening – doe ik dat niet, dan laat ik vele euro’s voordeel én een gratis tablet liggen! De studenten zijn niet de enigen die deze weken bij me aankloppen. Via de mail en telefonisch ben ik door diverse zorgverzekeraars benaderd met het verzoek om te kiezen voor lagere ziektekosten, kortere wachtlijsten en een veel completer pakket. Stap over, mevrouw Leever! NU!

Maar ik begin er niet aan. Overstappen is gedoe. En gedoe, daar zit ik niet op te wachten. Begrijp me goed: ik ben altijd te porren voor iets nieuws. Experimenteel theater, een pas geopend eetcafé, een onbekend festival – doorgaans sta ik vooraan. Maar gaat het om leveranciers, dan ben ik oerconservatief. Bellen doe ik sinds mensenheugenis via ons voormalige staatstelefoniebedrijf. Gas, licht, water, internet, verzekeringen – in een grijs verleden zette ik mijn handtekening onder een contract, en daar blijft het bij. Wat kunnen mij die paar euro’s meer of minder schelen. Wat ik hier bespaar, geef ik daar weer uit. Ik betaal elke maand voor iets wat moet werken. En het werkt, dus blijf ik zitten waar ik zit. Waarom zou ik me al die onnodige administratieve rompslomp op de hals halen? In dit leven vol twijfels en onzekerheden vind ik het van een heerlijke vastberadenheid getuigen om te weigeren gebruik te maken van de zegeningen van de marktwerking. Nee hoor, bedankt. Ik stap niet over! 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *