Maandelijks archief: april 2016

afscheid Ruud, 20 april 2016

Afscheidsspeech die ik voorlas namens de twittervrienden van Ruud Ketelaar tijdens de uitvaartdienst op 20 april 2016 in Den en Rust.

Ruud was een man met een mening. En die verkondigde hij luid en duidelijk. Het zal jullie vast niet ontgaan zijn bijvoorbeeld dat Ruud tegen het referendum was. Wat vond hij dat een schertsvertoning en een geldverspilling. En dus bombardeerde Ruud ons, precies twee weken geleden, de hele dag door onvermoeibaar met ‘Stem niet, vecht zelf!’-tweets. Deze actie typeerde Ruud. Zijn visie gaf hij offline, maar vooral via zijn blogs en via Twitter. Ik sta hier namens de twittervrienden van Ruud. Met hulp van heel veel tweeps, de afgelopen dagen, maakte ik een korte schets van Ruuds leven op twitter. Ik vertel jullie hierover aan de hand van een paar steekwoorden.

#blogpraat Ruud was 1 van de bezoekers van #blogpraat op maandagavond. Zo leerde ik hem kennen. Vaak kwam hij alleen maar even langs om sarrend te melden dat het onderwerp hem niet interesseerde. Schrijven voor de lezer? Daar deed hij niet aan, Ruud blogde enkel en alleen voor zichzelf. Hij had een broertje dood aan SEO-tips of tips voor commerciële blogs. En dat mochten we weten ook.

93.650 tweets produceerde Ruud sinds november 2009 – dat zijn er gemiddeld 40 per dag.

#dwdd Ruuds allereerste tweet is een verrassend zinnetje: ‘Zo, even tijd voor dwdd’. Op volstrekt neutrale toon. Dat werd later wel anders, want Ruud haatte De Wereld Draait Door. De laatdunkende tweets over #dwdd zijn bijna niet te tellen. Arme Matthijs. Hetzelfde gold voor programma’s als PAUW of Boer Zoekt Vrouw. Hij filterde de hashtag #bzv zodat hij ervan verschoond bleef, maar glipte er zo nu en dan toch een tweet tussendoor, dan was het gegrom niet van de lucht. Ook zijn afkeer van Facebook of het Nederlandstalige lied stak hij niet onder stoelen of banken.

Stil van Als het ging om politieke issues als de vluchtelingencrisis ging Ruud regelmatig de discussie aan. Dit resulteerde een paar keer in nare haattweets waarbij hij zelfs bedreigd werd. Ruud laste enkele keren een twitterpauze in, onder meer als gevolg van deze hatelijkheden. ‘Stil van’, stond er afgelopen najaar zes weken lang als laatste tweet bovenaan zijn timeline. Hij speelde met de gedachte om met twitter te stoppen. Maar dat lukte hem niet. Daarvoor hield hij teveel van ons.

Tweepcare Twitter betekende voor Ruud: contact. Vanuit huis. Of tijdens een van de opnames in ziekenhuis of revalidatiecentrum. Natuurlijk waren er dan zijn kritische tweets over de belabberde communicatie met artsen en verpleegkundigen – de webcareteams van de diverse instellingen krópen voor hem. Maar vooral ging Ruud door met grappen maken en virtuele knuffels uitdelen. Tweepcare: daar was Ruud goed in. Als het met iemand klikte dook hij al snel onder. Ik durf te wedden dat Ruuds twitteraccount minstens zoveel DM’s als tweets bevat.

Want Ruud was een brombeer – maar wel een hele lieve. Zelf heb ik dat ervaren na mijn verhuizing naar Lunetten, waardoor we wijkgenoten en offline vrienden werden. Ruud vertelde me over de vele innige vriendschappen die hij dankzij Twitter had. Over vriendinnen die hij dagelijks sprak via DM of What’s App. Over de verhuizing naar zijn nieuwe appartement eind 2014 – hulp voor het klussen en verhuizen had hij vanuit het revalidatiecentrum geregeld via Twitter. Ruud was soms verbaasd over al die hulp. Maar we deden het graag. Ruud was bepaald geen klagerige patiënt. ‘Humor en zelfspot zijn levensvoorwaardelijk,’ twitterde hij eens. Juist vanwege zijn sprankeling en levenslust hielden we ervan om bij hem te zijn. Ruud was de verpersoonlijking van online vriendschap en liefde.

Kunst kopen Voor zijn nieuwe huis kocht Ruud schilderijen van Marloes van Zoelen. Hij leerde haar via Twitter kennen. Over ‘Gescheurd Hart,’ het schilderij dat bij Ruud in de kamer hangt en ook staat afgebeeld op zijn rouwkaart, zei hij tegen Marloes: ‘Ik laat steeds tranen. Het ontroert zo. Ik moet het steeds aanraken, het is zooooo mooi.’

#Fritsdinsdag Veel mensen hadden een hekel aan de geheimzinnige Frits. Een verduidelijkende blog over de beste man bracht weinig soelaas. Over Frits twitterde iemand na Ruuds overlijden: ‘Frits mist Ruud en kijkt stuurs voor zich uit. ‪#Ruudwas zijn kameraad door dik en dun. Nooit meer ‪#Fritsdinsdag

Tweetups De blogpraat-meetup, de twitterlunch en andere tweetups bezocht Ruud met plezier. Eén van jullie schreef me over een tweetup in Almere: “Ik erger mij altijd aan mensen die zeggen dat ze komen en dan op het laatste moment afzeggen. Voor de tweetup die ik organiseerde kwamen wat afzeggingen, waaronder van Ruud. Hij ging het niet redden. Een halfuurtje later echter stond hij voor mij. ‘Maar je zou toch niet komen’, zei ik verbaasd. Ruud lachte hard en vond het mooi dat hij me te pakken had gehad. ‘Natuurlijk kom ik’, grijnsde hij. ‘Ik verveelde me alleen in de trein hier naartoe’.”

#ruudwas En toen, vorige week zondag, verscheen Ruuds laatste tweet. Twee dagen later bleek dat hij was overleden. Het kwam hard aan. Hoe hard, kwam naar voren toen zoon Jim de hashtag #ruudwas introduceerde. De herinneringen buitelden over elkaar heen en Ruud was zelfs enige tijd trending topic. Met een brok in mijn keel lees ik de tweets nog eens over. Ik pik er twee bijzondere uit:

#Ruudwas een rots in de branding van de twittertijdlijn. Fel en onvermoeibaar in zijn principes, warm en mild in zijn twittervriendschap.’

#Ruudwas een man die iedereen het gevoel kon geven bijzonder te zijn.  Hij wist helaas alleen niet hoe bijzonder hij zelf was.’

Lieve Ruud, het doet pijn om jou te moeten missen.

 

 

 

vaarwel, Ruud Ketelaar

Het werd zijn allerlaatste tweet: ‘De mijne komen er niet. Lig de hele dag misselijk op de bank …’ Ruud twitterde dit naar mij en @puntann, afgelopen zondagmiddag. We hadden het over de blogs die Ruud had willen schrijven die dag: drie stuks maar liefst. De blogs kwamen er inderdaad niet. Nooit meer. Ruud overleed maandagavond 11 april 2016. Ik heb een goede vriend verloren.

Ruud leerde ik kennen via Twitter, #blogpraat om precies te zijn. Dat was rond 2010. Zomer 2013 troffen we elkaar voor het eerst IRL, op de Parade. En daarna nog twee keer tijdens de befaamde twitterlunches van @Puur in Utrecht. Het contact werd intensiever toen ik eind 2014 een huis kreeg aangeboden in Lunetten. Ik kende de wijk niet – zou het wel iets voor mij en mijn kinderen zijn? Ik vroeg Ruud of hij me er meer over kon vertellen. Dat deed hij, op een zondagmiddag bij hem thuis. Ik kreeg alle ins & outs van de wijk te horen, op de voor hem kenmerkende manier: briesend over de apotheek, spottend over de Lunettense horeca – maar vol lof over de kameraadschap en de laagdrempelige contacten in de wijk. Ik verhuisde en Ruud was mijn eerste Lunettenmaatje. Ik leerde #zaterdagsoepdag kennen: soep maken voor jezelf én voor een paar wijkgenoten. Ruud en ik hebben heel wat soep voor elkaar gekookt. Toen Ruud in de zomer in het ziekenhuis terecht kwam, gingen we met wat maatjes uit de wijk regelmatig bij hem op bezoek. Een maand later was hij weer thuis. Om beurten kookten we voor hem met wijkgenoten. Of we deden boodschappen. Voor hem deed je dat. Omdat hij geen zeurende patiënt was. Hij had een rotlichaam, zoals hij het zelf noemde. Maar met een wonderbaarlijke veerkracht kwam hij er altijd weer bovenop. En als ik dan weer met een pannetje soep of een tupperwarebakje couscous bij hem aanklopte, gingen de gesprekken nauwelijks over zijn voet, hart of diabetes. Nee, we hadden het over het leven en over de liefde. Over boeken en politiek. Of over chillende zoons en andere puberperikelen.

Ruud had altijd een mening. En die mening stak hij niet onder stoelen of banken. Niet op twitter en niet in zijn blogs. Lag hij in het ziekenhuis, dan kregen de artsen ervan langs wegens de haperende communicatie. De laatdunkende tweets over #dwdd zijn bijna niet te tellen (‘Is er ook maar de geringste mogelijkheid dat Matt Hijs, Nico en de complete redactie van #dwdd het overlijden van David Bowie hebben gemist?’ ‘Mijd je #dwdd als de vliegende tering, wordt het item voor item op Twitter herhaald. PLEURT OP!!!!’). Zijn twittervolgers herinneren zich zijn laatste verbeten strijd: dat was tegen het referendum op 6 april. Onvermoeibaar slingerde hij zijn ‘stem niet, vecht zelf!’-tweets onze timeline in. Hij was scherp en soms ‘virtueel ongezellig’.  Dit kwam hem zo nu en dan op nare, hatelijke reacties te staan. Zo hatelijk, dat hij enkele keren stopte met twitter. ‘Stil van …’ stond een keer wekenlang als laatste tweet in zijn timeline. ‘Ik stop misschien wel met Twitter,’ zei hij soms tegen me. ‘Al die haat en nijd. Het is niet meer zoals vroeger.’ Maar hij kon het twitteren niet laten. Hij had er zóveel gesprekken, deed er zoveel nieuwe contacten op. Via Twitter regelde hij, vanuit revalidatiecentrum De Hoogstraat, de klussers voor zijn nieuwe appartement. Via Twitter kocht hij kunst. Via Twitter leerde hij mensen kennen met wie hij warme, vaak virtuele vriendschappen opbouwde – het zou me niet verbazen als Ruuds Twitteraccount bijna net zoveel DM’s als tweets bevat …

Ruud blogde vaak en graag. Over proza en poëzie. Over muziek. Over zijn zieke lijf. En over concerten en voorstellingen die hij bezocht. Over dat bloggen spraken we vaak. Ik ben gewend mijn teksten af te stemmen op mijn doelgroep. Ruud deed dat niet. En dus schreef hij gerust blogs van 2000 woorden of meer. Hij was er stellig over: ‘Ik blog niet voor anderen. Ik blog voor mezelf.’ Een eye-opener voor mij als beroepsstukjesschrijver.

Ook ik kan makkelijk tot 2000 woorden doorgaan bij het schrijven van dit in memoriam. Ik heb bijvoorbeeld nog niets geschreven over het huiskamerconcert van @lavalu, vorig jaar op Ruuds verjaardag. Over de theatervoorstellingen die Ruud en ik bezochten (twee weken geleden nog gingen we naar het Scapino Ballet in de Stadsschouwburg). Over de middag dat we de stad in gingen om cadeautjes te kopen voor mijn zoon die achttien werd. En over de Koot & Bie-dvd-avond die we samen voor onze wijkgenoten organiseerden. Er zijn zóveel mooie herinneringen; teveel om hier te noemen.

Twee dingen vind ik nog wél belangrijk om te vermelden. Punt één: Ruud was lief voor me als ik dat nodig had. We zagen elkaar beslist niet dagelijks, maar hadden veel contact. Mijn eerste maanden in Lunetten waren bepaald niet makkelijk. Ruud voelde dat. Als we appten kon het zomaar zijn dat hij aankondigde: ‘Ik kom eraan.’ Tien minuten later zat hij bij mij op de bank – Ruud aan een AV’tje (als ex-probleemdrinker nam hij alleen alcoholvrij bier), ik aan de wijn. Ik herinner me een langdurige reis per OV, tijdens welke ik erg somber was. Ruud en ik appten de hele weg tot aan mijn voordeur, waarbij hij me allerlei opbeurende YouTube-filmpjes stuurde. Het raakte me diep.

En dat brengt me op punt twee: Ruud maakte deel uit van mijn ‘framily’; een lelijk woord dat staat voor vrienden die een soort familie van je worden. Sinds ik alleen woon, leef ik anders. Ik heb geen man thuis op de bank zitten die me gezelschap houdt – dat gezelschap moet ik zelf opzoeken. En dat gold ook voor Ruud. Wij vonden elkaar hierin. In praktische zaken (even soep voor elkaar koken) en in de gesprekken die we voerden. Ruud was een vrije geest, wars van hokjesdenken. Hij scherpte mijn geest.

DAMN. Wat zal ik hem missen.